Zijn vuurdoop in de poulefase van de Europa League beleefde Sporting Lokeren in de Poolse hoofdstad Warschau. Sport/Voetbalmagazine zette zich drie dagen in de slipstream van Peter Maes & co.

Reizen is fataal voor vooroordelen, betweterigheid en kleingeestigheid. Het zijn de woorden van de Amerikaanse schrijver Mark Twain. Hij wist eind negentiende eeuw al wat vorige week nog maar eens bevestigd werd.

Niet dat het wantrouwen bij de afreis naar Warschau volledig op waanideeën gebaseerd was. In 2007 bestormden honderden Legiasupporters het veld tijdens de Intertotowedstrijd tegen Vetra Vilnius. Zowel politie als stadion werd gemolesteerd. En amper twee jaar geleden waren er in Warschau tijdens het EK zware rellen na de match Polen-Rusland.

De zowat tweehonderd meereizende Lokerenfans werd dan ook afgeraden hun clubvoorkeur nadrukkelijk te uiten. Sjaals, truitjes en petjes bleven maar beter in de koffer tot tijdens de wedstrijd. Ook werd er geadviseerd om in niet te grote groepen de stad te verkennen en al zeker niet in de omgeving van het stadion van Legia. Het verklaart deels de beperkte opkomst in vergelijking met de verplaatsing twee weken eerder toen 1400 fans meereisden naar Hull City. Ook de mindere bereikbaarheid en de dure vliegtickets speelden ongetwijfeld een rol.

Populaire Danny

Aan de sfeer bij de Lokerse delegatie was anders weinig te merken. Met een gecharterd vliegtuig zette die woensdagochtend omstreeks 10 uur koers richting Warschau. Al aan de check-in roept Peter Maes naar assistent Rudi Cossey dat die een plaatsje naast hem moet vrijhouden op de eerste rij. Dat was tegen Hull immers ook van waarde gebleken. Voetballers en bijgeloof, het is wat. Achter de technische staf en bestuur namen de spelers plaats. Op eentje na. Traditioneel verschuilt Barry Copa zich helemaal achterin, het hoofd diep tussen de handpalmen weggeborgen. Zeker driemaal moet Copa gestorven zijn tijdens de vlucht.

Eenmaal aangekomen in de luchthaven van Warschau blijkt al vlug wie de sfeermakers zijn in de groep. Het genoegen waarmee reservedoelman Jugoslav Lazic de bagage van analist Geert Dirinck verstopt, verraadt een grote liefde voor leedvermaak. Eens testen hoe de technische staf reageert als het koffertje met alle scoutingrapporten en voorbereidende analyses zoek is.

Minder gelachen wordt er wanneer blijkt dat er effectief bagage achterwege blijft. Met name ploegverantwoordelijke Willy Peeters en jonge spits Cyriel Dessers zien hun koffer niet opduiken. Vervelend, want Peeters mist daardoor zijn levensnoodzakelijke medicatie en Dessers zijn al bijna even noodzakelijke voetbalschoenen. Maar voor elk probleem bestaat een oplossing: de clubarts zorgt voor de medicatie, Lazic voor de reserveschoenen.

Gedurende het wachten in de luchthaven en op de rest van de trip is er één speler die zich wat onttrekt aan het groepsgebeuren: Hans Vanaken. Niet dat het de rest van de ploeg stoort, zij weten ondertussen dat de Limburgse spelmaker geen tafelspringer is. Geen probleem, zo lang hij op het veld maar een ploeg doet draaien. Wel constant in elkaars buurt te vinden zijn Killian Overmeire en Koen Persoons. Het hart en de longen op het Lokerse middenveld vormen ook naast het veld een onafscheidelijk duo. Zij zetten ook het applaus in wanneer assistent-trainer Danny Veyt de bus opstapt. De ex-Rode Duivel heeft zonet een tiental handtekeningen mogen uitdelen aan jonge fans die buiten aan de terminal stonden te wachten. Allemaal met boeken van Mexico ’86 in de hand, zelfs jonge tieners. “Ik heb totaal niets met Polen, heb hier zelfs nooit gespeeld. Geen flauw idee waarom ik hier populair ben”, aldus een verbouwereerde Veyt. Zijn trip naar Warschau kan al niet meer kapot.

Na een korte rit richting Sofitel wordt al meteen duidelijk dat Mark Twain wel eens gelijk kan hebben. Opgeruimde lanen, brede boulevards, Amerikaanse billboards, hoge kantoorgebouwen, blinkende wagens in het verkeer. ‘Grijs’ en ‘grauw’ mogen van de lijst met trefwoorden aangaande Warschau geschrapt worden.

Op stap met Lubanski

Na een siësta vertrekken spelers en pers richting Pepsistadion, het vroegere Poolse legerstadion, tijdens WO II gebruikt als opslagplaats voor artillerie. Aangaande de thuisbasis van Legia mogen nog twee clichés geschrapt worden: ‘oud’ en ‘versleten’. Het Pepsistadion is een moderne voetbaltempel. Wat keeperstrainer Erwin Lemmens de gevleugelde uitspraak ontlokt: “Pas als die mannen naar Lokeren komen, zullen ze denken dat ze in Polen zijn.” Het stadion van Legia drukt de Belgische voetbalwereld nog maar eens met de neus op de feiten: op vlak van voetbalinfrastructuur is België een ontwikkelingsland.

Op de persconferentie voorafgaand aan de gesloten training drukt Peter Maes zijn tevredenheid uit over de persbelangstelling voor zijn ploeg. “Ik ben blij te merken dat er meer aandacht is dan voor de wedstrijden tegen Hull City.” Zijn ambitie? “Wij willen overal onze stempel drukken. Het behalen van de poulefase was belangrijk voor de verdere groei van deze ploeg. Onze poule mag op het eerste zicht niet de meest aantrekkelijke lijken, toch durf ik te spreken van een voltreffer.”

De Deense verdediger en rugzaktoerist Alexander Scholz, naast Maes aanwezig op de persconferentie, beaamt dat: “Ik was misschien wel de gelukkigste in onze ploeg toen ik de namen van onze tegenstanders zag. Trabzonspor, Charkov, Warschau zijn stuk voor stuk interessante plekken waar je anders nooit komt. Jammer genoeg zal ik daar weinig van zien.”

Scholz krijgt gelijk. Tijdens de twee dagen in Warschau krijgen de spelers welgeteld anderhalf uur stadsleven mee: wanneer ze donderdagochtend gezamenlijk een wandeling maken in het aanpalende Ogród Saskipark. Voorts bestaat hun programma uit slapen, eten, trainen en rondhangen in de hotelkamers.

Dan hebben supporters en journalisten meer privileges. Op de ochtend van de wedstrijddag is een rondleiding door de stad voorzien, begeleid door ex-Lokerenspits Wlodek Lubanski. Lubanski is Pools topschutter aller tijden en tegenwoordig een gewaardeerd analist bij matchen van de Poolse nationale ploeg. “Ik ben blij dat Lokeren me mee vroeg op deze trip”, vertelt de immer nederige en nog steeds in Lokeren residerende Lubanski. “Polen onderging de voorbije tien jaar een complete metamorfose. Het is één grote bouwwerf, maar dat is positief. Ons land is duidelijk aan het groeien. Dit Polen valt in niets te vergelijken met de communistische periode waarin ik leefde.”

Het gesprek komt op zijn spelerscarrière. Eerst als sterspeler van Gornik Zabrze en de nationale ploeg (“Goud op de Olympische Spelen van 1972 en brons op het WK van 1974, dat was de beste Poolse nationale ploeg ooit.”), later als grote naam bij Sporting Lokeren. Hij doet het relaas van zijn ‘ontsnapping’ uit Polen.

“Als speler van Zabrze kon ik naar Real Madrid. Het contract lag klaar, maar van de regering mocht ik het land niet uit. Volgens hen hoorden voetballers geen koopwaar te zijn. Nadat ik twee keer een serieuze operatie onderging, kon het plots wel. Ik had aanbiedingen van Atlético Madrid en AS Monaco. Uiteindelijk koos ik voor Lokeren omdat er met Ladislav Novak een trainer aan het roer stond die ik goed kende.” Dat toenmalig Lokerenvoorzitter Etienne Rogiers een chemisch bedrijf bezat in Warschau en daar goede contacten onderhield met de plaatselijke autoriteiten zal ook wel een rol gespeeld hebben, maar Lubanski is te veel gentleman om daarover uit te weiden.

De rondleiding brengt de groep eerst door het nieuwe gedeelte van de stad: een netwerk van commerciële en zakelijke ruimtes. Weinig ziel, veel volk. Dan kan het historische gedeelte meer bekoren. Prachtige uitzichten over de Wisla, de imposante rivier die de stad doorkruist, kleine straatjes, een vervallen stadsomwalling, bruisende pleintjes vol gezellige terrasjes. Twee zaken vallen daarbij op: ook hier is alles netjes onderhouden en nergens valt ook maar één verwijzing naar het voetbal te bespeuren. Hier en daar een souvenirwinkeltje met sjaals niet te na gesproken. Van een dreigende sfeer valt hoegenaamd niets te merken. Ook de meegereisde supporters zijn aangenaam verrast. Toch hebben ze het advies om Lokerenattributen achterwege te laten, braaf opgevolgd.

Na de rondleiding gaat het weer richting hotel, de bus passeert langs het nationale voetbalstadion van Warschau. Hier wordt in mei de finale van de Europa League gespeeld. Enkele supporters dromen al luidop.

Maes in de tribune

Nog een paar uur scheiden ons van de wedstrijd, in de lobby van het Sofitel stijgt de nervositeit. Niet het minst bij voorzitter Roger Lambrecht. De schrik zit erin, geeft hij toe. Er is de fanatieke achterban die de reputatie geniet een van de hevigste in Oost-Europa te zijn, maar vooral de schorsing van Peter Maes – die moet in de tribune plaatsnemen nadat de UEFA zijn gedrag in de uitwedstrijd tegen Hull veroordeelde – baart hem zorgen. Wat is het schip waard zonder zijn stuurman?

Aan de ingang van het hotel rookt technisch directeur Willy Reynders een sigaretje. Hij kent Legia goed, een week voordien is hij de tegenstander nog komen scouten, maar hij was hier ook al eens eerder, als technisch directeur van RC Genk. “Enkele jaren geleden kwam ik hier een spits bekijken – Roger Guerreiro – en toen was de sfeer heel anders. Rond het stadion zag ik toen verscheidene vechtpartijen. Nu heerst er een veeleer positieve vibe: de spionkop zingt en danst de hele wedstrijd. Ik ben dan ook niet zozeer bang dat mijn spelers onder de indruk zullen zijn en fouten zullen begaan, maar eerder dat die van Legia boven zichzelf zullen uitstijgen.

“We moeten genieten van deze momenten: dit is waarvoor we gewerkt hebben in de competitie. Ik merk dat de sfeer onder de spelers relaxter is dan tegen Hull City, maar dat moet je hen gunnen. Deze groep is rijp genoeg om daarmee om te gaan. Ze is ook zo samengesteld dat de verschillende persoonlijkheden met elkaar overweg kunnen en dat we op verplaatsingen als deze weinig moeten corrigeren. Individuen à la Batshuayi zal je bij ons niet vinden. Het belang van psychologische compatibiliteit in de groep wordt door veel clubs nog altijd onderschat.”

Ook Reynders is benieuwd naar de impact van het ontbreken van Maes. “Ik wil weleens zien of sommige spelers daardoor bevrijd spelen.” Er is gezocht naar oplossingen om de communicatie tussen bank en trainer te waarborgen. Diezelfde ochtend nog had Maes bij het ontbijt triomfantelijk zijn walkietalkie op tafel gelegd, tot duidelijk werd dat de UEFA hem nauwgezet in het oog zou houden. Geen walkietalkie dus. Wel sms’jes, die op het hoogtechnologische horloge van analist Geert Dirinck verschijnen.

De lessen na Legia

21.05 uur, aftrap in het Pepsistadion. De spionkop van Legia maakt zijn reputatie helemaal waar. Een machtige tifo zet de toon en het stadion davert letterlijk op zijn grondvesten wanneer de supporters aan het springen gaan. Alle Belgen zijn zwaar onder de indruk van het kabaal dat de 8000 supporters achter het doel produceren. Het wordt negentig minuten zingen, dansen en handenklappen.

Toch slaagt Maes erin om te midden van deze dolle menigte op te vallen. Halfweg de eerste helft toont hij zich op de tweede ring van het stadion. Zijn typerende fluitsignaal weet zelfs de aandacht te trekken van Koen Persoons en Killian Overmeire, die zowat honderd meter verder lopen. Een nerveuze Maes ziet zijn ploeg goed standhouden, maar amper dreigen. De partij eindigt op 1-0, uitblinker Miroslav Radovic maakt van één onachtzaam moment in de Lokerse verdediging gebruik om de winning goal te maken.

Na de match is de teneur onder spelers en bestuur er een van opluchting: dit Lokeren heeft zijn plaats in de Europa League. Al onthoudt Maes nog een andere les: “Ik moet zorgen dat ik niet te snel meer geschorst word. Ook al deed mijn staf het voortreffelijk, ik voel aan wanneer mijn ploeg een moeilijk moment beleeft en dan is het zeer frustrerend dat ik hen daar vanuit de tribune niet door kan sleuren.” Een vaststelling die ook de spelers onderstrepen.

Het is middernacht wanneer de bus terugkeert naar het hotel. Daar wacht een korte nachtrust want om 7.45 uur gaat het alweer richting luchthaven. Met een vertraging van bijna twee uur landt de Lokerse delegatie in Zaventem, van waaruit het meteen naar Daknam gaat. Daar staat in de namiddag nog een training gepland. Het ritme in deze weken is voor een club als Lokeren hels. Zondag staat er alweer een wedstrijd op het programma tegen KV Mechelen. Maar een reden om te klagen is dat niet. Want, zoals aanvoerder Overmeire het stelt: “Dit is toch waarvoor je het doet.” ?

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

” De sfeer onder de spelers is relaxter dan tegen Hull City, maar dat moet je hen gunnen.” Willy Reynders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content