Buiten Jelle Van Damme bleef de kampioenskern vrijwel intact. De middenvelder zag zijn sterke seizoenseinde bekroond met een transfer naar Wolverhampton, in tijden van crisis een onverhoopte financiële meevaller (ruim 3 miljoen euro) voor Anderlecht. Met Van Damme verloor Ariël Jacobs een van zijn weinige linkervoeten. De trainer houdt van evenwicht tussen links- en rechtsvoetige spelers in het elftal en ziet dat nu enigszins verstoord. Kanu en op papier ook Cristophe Diandy lijken mogelijke ‘opvolgers’ links in een offensieve driehoek, maar het is de tweevoetige Sacha Kljestan die het nadrukkelijkst solliciteerde naar de vrijgekomen plek. Van de (voorlopig) vier nieuwkomers is hij een directe aanwinst. Opvallend: de offensieve versterkingen mochten iets kosten. Achterin moesten, naar ‘goede’ oude Brusselse gewoonte, de transfers goedkoop zijn.

ï VERDEDIGING

De rechtsachter blijft de achilleshiel van het elftal. Het herstel van Marcin Wasilewski is hoogst onzeker, Nemanja Rnic opgegeven en de nieuwe Argentijn Pier Barrios al meteen lange tijd out met een ontsteking aan de adductoren. Als middenvelder Guillaume Gillet iets overkomt, heeft Anderlecht geen rechtsachter meer. Op links verdween met Van Damme de vaste vervanger van Olivier Deschacht. Anderlecht trok de onervaren Tsjech Jan Lecjaks aan, die in concurrentie moet met de even jonge Diandy. Die wordt momenteel omgevormd tot linksachter wegens te veel (sterkere) concurrentie op het middenveld. Als Deschacht centraal moet depanneren voor Roland Juhász of Ondrej Mazuch, zijn Lecjaks of Diandy een gok. Víctor Bernárdez is een ander alternatief centraal, net als in hoge nood ook Bouba Sare. Die heeft als voordeel dat hij ook Lucas Biglia kan vervangen en dus een nuttige wisselspeler is, maar heeft het wat verkorven.

ï MIDDENVELD

Lucas Biglia werd gepromoveerd tot viceaanvoerder en lijkt na vier jaar klaar voor een leidersrol. Samen met Cheikhou Kouyaté vormt hij de tandem die de basis legde voor de titel. Jan Polák traint als een beest, maar heeft het verkorven door zijn contractweigering en hoeft niet op veel speelkansen te rekenen. Van alle nieuwkomers ontpopte alleen Kljestan zich meteen tot een potentiële titularis. Tweevoetig, groot loopvermogen, goede korte en lange passing, simpel en efficiënt voetballend. Met de Amerikaan heeft Kanu er een stevige concurrent bij. Lukás Marecek maakt nog steeds progressie, maar moet zijn meerdere erkennen in de anderen.

ï AANVAL

Romelu Lukaku en Tom De Sutter zijn de diepe spitsen. De eerste heeft na een lang en zwaar seizoen last aan de nog jonge knieën, de tweede staat na een lange revalidatie dicht bij zijn terugkeer. Pablo Chavarría blijkt een werkende spits te zijn, geen goalgetter en lang niet zo verfijnd als zijn landgenoot Matías Suárez. Hij moet nog rijpen. Voor de drie posities achter de spits komen Mbark Boussoufa, Jonathan Legear, Suárez en Ziguy Badibanga in aanmerking (en als hij komt, ook Mahmoud Shikabala). Met Shikabala erbij wordt niet meer op Thomas Chatelle gerekend. Badibanga staat voor het jaar van de bevestiging, maar scoorde de laatste maanden slecht op het vlak van de discipline. Hij kan de vaste back-up worden van Legear, met Suárez dan vaker in de rol van tweede centrumaanvaller.

ï CONCLUSIE

De verdediging stond over het algemeen als een huis in het kampioensjaar, maar Anderlecht heeft het geluk nodig dat Mazuch, Juhász, Deschacht en Gillet zelden geblesseerd zijn of geschorst. De spoeling blijft er dun. Op het middenveld is Van Damme niet vervangen, maar wordt gekozen voor lichte verschuivingen in de veldbezetting. De offensieve weelde oogt groot. Anderlecht lijkt de voornaamste kandidaat om zichzelf op te volgen als landskampioen, maar is er zich van bewust dat het ondanks de indruk van het tegendeel vorig seizoen niet altijd van een leien dakje liep.

DOOR JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content