TWAALF KEUZES, DERTIEN ONGELUKKEN

© BELGAIMAGE

Vier maanden na zijn debuut is ‘het Sporting van René Weiler‘ nog niet gearriveerd. De Zwitser vraagt tijd, maar dat het aankomstuur nog niet bekend is, komt misschien omdat de coach nog altijd de juiste richting zoekt.

Er is bijna een uur gespeeld in het Constant Vanden Stockstadion. Fabrice N’Sakala werd op de linksachter net vervangen door Frank Acheampong, een gebruikelijke wissel wanneer Anderlecht achter staat. Enkele minuten later verrast René Weiler, in zijn debuut in eigen huis, voor het eerst het Anderlechtpubliek. Rostov staat 0-2 voor en Bram Nuytinck wordt heel even als linksbuiten geposteerd, vooraleer hij het terrein verlaat en Nathan Kabasele invalt. Tegelijkertijd gaat Sebastian De Maio naast Kabasele en Idrissa Sylla vooraan spelen, terwijl Youri Tielemans een half uur als libero gaat fungeren en lange ballen verstuurt naar de flanken. De voorzetten leiden nergens toe. Het is amper 3 augustus en Anderlecht mag de Champions League al vergeten.

Het is een typerend tafereel voor een seizoensbegin vol veranderingen binnen een ploeg die moet winnen voor ze heeft leren spelen. Voor de Zwitserse coach, die alles moet heropbouwen, is er werk aan de winkel. Hij vraagt tijd en dat is begrijpelijk.

Sinds de uitschakeling tegen Rostov zijn er drie maanden voorbij. ‘Qua resultaten valt het wel mee, maar je ziet ook dat er geen champagnevoetbal gespeeld wordt’, zei Herman van Holsbeeck in Extra Time. De weg naar het doel wordt meestal gevonden via een nooduitgang. Het beste bewijs daarvan? Sinds september, het echte begin van het tijdperk-Weiler, is Kara Mbodji de man met de meeste assists achter zijn naam.

HANNI EN DE TARGETSPITS

In augustus leek de kern van Anderlecht op een luchthaventerminal. Onder de weinige zekerheden van afgelopen zomer: Sofiane Hanni. Hij was direct op de afspraak qua afwerking (voor 31 oktober scoorde hij drie keer, hij is de topschutter na Lukasz Teodorczyk) en ook in de opbouw (vier assists). De Franse Algerijn profiteert daarbij van de afwezigheid van een echte nummer 10, want het is vaak Tielemans die op die positie staat, iemand die meer passt dan dribbelt.

Hanni bezet de centrale zone tussen Tielemans en Teodorczyk en neigt meer naar de rechterflank, waar er direct automatismen waren met Dennis Appiah en Alexandre Chipciu. Van de veertien goals die paars-wit in juli en augustus maakte, die uit stilstaande fases niet meegerekend, ontstonden er zes op de rechterflank, vaak dankzij Chipciu, die niet vaak aan de bal komt maar er wel altijd iets goeds mee doet.

Het samenspel tussen Hanni en een targetspits (eerst Sylla, nadien Teodorczyk) laat de ex-Mechelaar toe om als 9,5 te fungeren, zwervend rond de voorste man en af en toe diep gaand. Zo ging de aanvankelijke 4-2-3-1 van Weiler snel op een 4-4-2 gelijken, zoals in het titeljaar van Besnik Hasi. Teodorczyk vult daarbij perfect de rol van Aleksandar Mitrovic in, terwijl Tielemans op het middenveld bevrijd kan spelen door de kilometers die Leander Dendoncker aflegt.

De zorgen van Anderlecht liggen veeleer op het verdedigende vlak, met Bram Nuytinck die onder vuur ligt, Dennis Appiah in de ziekenboeg en Frank Acheampong die het verdedigen nog altijd niet helemaal onder de knie heeft.

DE AANWEZIGHEID VAN STANCIU

Dan wordt het september en komt Nicolae Stanciu. De nummer 73 arriveert met een prijskaartje van 10 miljoen euro en de reputatie van grote hoop van het Roemeense voetbal, zoals zijn cijfers van het EK aantonen: in 162 minuten voerde hij zeven geslaagde dribbels uit, schoot hij vijf keer op doel en schotelde hij zijn ploegmaats kansen voor. Eén doelgerichte actie per kwartier.

Stanciu schudt de kaarten van Weiler. Hij installeert zich in het hart van het spel, als een echte nummer 10, en verdrijft daarbij Hanni naar de flank. ‘Ik hou ervan centraal te spelen. En veel aan de bal te komen’, zegt de Roemeen, die meteen de daad bij het woord voegt. Tegen Qabala, zijn tweede wedstrijd, raakte Stanciu meer dan 100 keer de bal en gaf hij 78 passes, waarvan 36 naar het voorste derde deel van het veld. Hij creëerde zeven kansen, voerde vier dribbels uit en schoot acht keer op doel. Geen enkele speler van Anderlecht doet beter. Het is dan al het Sporting van Stanciu.

De voortrekkers van het seizoensbegin, Tielemans en Hanni, moeten de creativiteit overlaten aan de alomtegenwoordigheid van de Roemeen. Hanni speelt dichter bij de backlijn (twee goals en één assist tegen Mainz, toen Stanciu het veld verlaten had) en Tielemans is een doorgeefluik geworden. Tweederangsrollen voor wat in feite steracteurs zijn.

Weiler lijkt dan een basiself gevonden te hebben. Tegen Charleroi en Qabala stelt hij voor het eerst twee keer naeen dezelfde ploeg op. Maar Tielemans blesseert zich tegen de Azeri. De reddingsboei heet Hamdi Harbaoui. Door zijn invalbeurt op Genk in de plaats van Stéphane Badji, en de 4-4-2 die daaruit volgde, verliet Anderlecht Limburg met drie punten op zak. Dertig vruchtbare minuten, die Weiler ertoe aanzetten om het experiment thuis tegen Westerlo te herhalen. Het schept het beeld van een trainer die zich aan het kleinste hoopgevende signaal vastklampt om er een nieuw spelsysteem op te baseren. De Zwitser zegt zelf: ‘Het zijn de spelers die mij aangeven welk systeem ik zal spelen.’

Samen met de herstelde Tielemans keert het plan 4-2-3-1 terug. Het punt dat in Saint-Etienne wordt gepakt, leidt tot dezelfde opstelling bij de zege op Sclessin. Hanni installeert zich op het middenveld om een minder aanwezige Stanciu af te lossen. In Frankrijk is de Roemeen slechts de vijfde Anderlechtspeler qua passes, creëert hij geen enkele kans en schiet hij niet één keer binnen het doelkader. Anderlecht gaat lager spelen, wacht de tegenstander op: Teodorczyk trapt geen enkele keer op doel tegen Saint-Etienne en op Standard haalt Sporting een balbezit van slechts 40 procent.

‘Wanneer je tegen Westerlo verliest of een goal incasseert zoals op Saint-Etienne, is dat een teken dat we geen wedstrijd kunnen domineren’, legde Weiler uit aan Le Soir. Eens te meer is de coach niet gediend door het lot wanneer heel zijn rechterflank in de lappenmand belandt. Ten tijde van Dennis Praet viel Anderlecht vaak aan over links, maar dat is dit seizoen anders. Sinds september zijn vier van de negen veldgoals ontstaan op de rechterflank.

Door de blessures van Chipciu en Uros Spajic (die zijn rol als rechtsachter gedecideerd invulde, met twee assists) geeft Anderlecht elke ambitie voor balbezit op en kiest het voor een 3-4-2-1 met Olivier Deschacht als rechtsback, Tielemans op een onbestaand middenveld en Stanciu verbannen naar de rechterflank waar Anderlecht de bal niet meer naartoe speelt. In Mainz was paars-wit tevreden met 41 procent balbezit (tegenover 60 tegen Qabala en 56 tegen tegen Saint-Etienne) en werd er slechts één bal gerecupereerd op de speelhelft van de Duitsers.

In een systeem waarbij Acheampong (53 passes) en Kara de spelers zijn die het vaakst aan de bal komen, verdwijnen de middenvelders. Slechts 15 passes voor Stanciu, ideeënloos voetbal bij Tielemans (47 passes, maar slechts 7 naar het voorste derde deel van het veld). Paars-wit voetbalt van Kara direct naar Teodorczyk, terwijl Hanni doet wat hij kan rondom de Pool. De activiteit van de ex-Mechelaar (2 schoten, 4 dribbels, 2 kansen gecreëerd) en de flair van Teo (1 schot, 1 goal) volstaan om een puntje te sprokkelen in Mainz en overtuigen Weiler om tegen Club Brugge hetzelfde te doen. In Jan Breydel wordt verloren en het systeem wordt even snel weer opgegeven als het was geïnstalleerd. Terwijl veel coaches resultaten zoeken via de manier van spelen, lijkt de Zwitser zijn spelstijl af te lezen van het scorebord.

WEILER ZONDER MIDDENVELD

Onder Besnik Hasi had Anderlecht het middenveld opgegeven. ‘De club hing te veel af van individueel talent om het verschil te maken’, zo luidde de diagnose van Weiler toen hij overnam. Vier maanden later schijnt de Zwitser een stap te hebben gezet in alle mogelijke richtingen, zonder te weten in welke hij verder wil gaan. Wel waren het vaak blessures die hem verhinderden om een ingeslagen weg die beloftevol leek, verder te bewandelen. Vandaag plooit Sporting dus terug voor zijn eigen backlijn omdat op de counter spelen gemakkelijker is dan zelf iets creëren.

In een opstelling waarbij balbezit geen prioriteit vormt, zijn er maar weinig spelers die kunnen uitblinken. Dankzij zijn fysiek is Kara een van de sterkhouders van het seizoensbegin. De geslaagde transfers heten Hanni en Teodorczyk. De eerste was al subliem in een KV Mechelen dat op de diepgang van Nicolas Verdier steunde of op de lengte van Dalibor Veselinovic om zijn middenvelder te laten schitteren. De tweede is in zijn nopjes wanneer er ballen om te koppen op hem afkomen.

De Pool scoorde al zeven keer sinds begin september, waarvan vier keer met het hoofd. Tekenend voor een Anderlecht dat teert op stilstaande fases. Een Anderlecht waarvan de middenvelders de bal vaker over hun hoofd zien vliegen dan dat ze hem aan de voet hebben. Zoals de middenvelders van Nürnberg onder Weiler, die pas in actie kwamen wanneer de bal zich tussen hen en het doel van de tegenstander bevond. ‘De basis, vind ik, dat is het creëren van kansen, veel gewicht in de schaal werpen in de zone van de waarheid, de tegenstander doen panikeren, maar ook perfect opgesteld staan in geval van balverlies.’ Wanneer hij praat over zijn filosofie, heeft de Zwitser het nooit over het middenveld.

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO’S BELGAIMAGE

De coach wordt niet gediend door het lot wanneer heel zijn rechterflank in de lappenmand belandt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content