Na enkele moeilijke jaren staat de verdediging van Cercle Brugge op hoog niveau te acteren. Kapitein Denis Viane verklapt waarom.

Met technisch verzorgd, aanvallend voetbal draait Cercle boven alle verwachtingen zonder problemen mee aan de top. De aanval krijgt alle aandacht, maar de basis van het succes is zoals altijd de verdediging. Achteraan worden de vijf posities stuk voor stuk anders ingevuld dan vorig jaar. Kapitein Denis Viane geeft zijn visie over de defensie.

Vorig jaar was het centrale duo De Wulf-Gjuzelov. Dit seizoen spelen jij en Portier daar. Wat is het verschil?

Denis Viane: “Een vergelijking maken tussen het centrale duo van vorig seizoen en dat van nu is moeilijk. Dat is vooral een kwestie van automatismen en dat heeft tijd nodig. Jimmy De Wulf en Igor Gjuzelov speelden vorig jaar uitstekend samen. Dit seizoen was Jimmy nog niet opnieuw op niveau na zijn operatie. Ook Igor was nog out. De trainer vroeg iedereen in de voorbereiding naar zijn favoriete positie. Ik koos rechtsback waarop de trainer vroeg: ‘Niet centraal?’ Weet je, vroeger stond ik daar ook wel eens, maar na een mindere prestatie vloog ik meteen terug naar de flank. Eigenlijk voel ik me meer in mijn sas centraal. Qua verdedigend lopen moet ik er minder nadenken dan op de flank. Tijdens de voorbereiding is Glen De Boeck me dan ook systematisch centraal gaan plaatsen. We trainden veel op verdedigende mechanismen. De vier achteraan moesten de ene na de andere aanval pareren. De trainer gaf veel aanwijzingen: bij zo’n bal moet je dit doen. Bij dat soort bal moet je zo verdedigen. Dan weet je prompt wat je aan elkaar hebt en pik je de looplijnen snel op.

“Ik ken Jimmy door en door. We hebben amper twee woorden nodig om te weten hoe we moeten lopen. Met Anthony Portier ging dat iets moeilijker in het begin. Maar dat is steeds beter beginnen te vlotten en nu trekken we die lijn door in de competitie. De goede resultaten helpen natuurlijk een handje. Bovendien is het zeker geen nadeel dat de hele achterlijn Nederlands spreekt. Vorig jaar was het wat meer zoeken. En het helpt ook dat de trainer zelf op een hoog niveau heeft gespeeld. Niet alleen voor de verdediging maar ook voor het middenveld en de aanval.”

Wim De Coninck noemde jou een van de snelste centrale verdedigers in België.

(lacht) “Dat is de eerste keer dat ik een compliment hoor over mijn snelheid. Mijn grootste kwaliteit als verdediger is dat ik het spel goed lees. Daardoor kies ik goed positie en kan ik twee, drie stappen vroeger vertrekken dan andere spelers. Misschien oog ik daardoor sneller dan ik eigenlijk ben. Die vista heb ik al van bij de jeugd. Daarom speelde ik ook soms op het middenveld. Maar daar heb ik het moeilijker. Ik zie wel waar de ruimte ligt, maar uitvoeren gaat niet altijd snel genoeg. En verdedigen is ook nog iets anders dan opbouwen.”

Aanvallende luxe

Tom Van Mol was vorig jaar geblesseerd. Daarom speelde Aleksandar Mutavdzic toen linksback. Aleks is een goede voetballer. Maar als middenvelder mist hij een echte actie en als verdediger wil hij te veel voetballen. Hij wil alles mooi doen. Tom speelt elke week zijn match en kan meevoetballen. Hij gaat vlot mee naar voren en heeft een mooie voorzet in de benen. Daarom vind ik dat je als ploeg beter af bent met Tom. Hij kent een hoger rendement in zijn aanvallende acties en durft de bal al eens buiten trappen als het nodig is. Aleksander leed vaker dom balverlies dan Tom. Ook ik kan links achteraan spelen, al ik kan gerust zeggen dat het mijn beste positie niet is. Verdedigend kan ik mijn werk doen, dat is geen probleem. Maar ik speel tegen mijn voet. De tegenstander weet dat en gaat dan snel druk zetten.”

Op rechts moesten jullie een middenvelder omvormen tot verdediger.

“We zijn het seizoen gestart met Anthony Portier op die positie. Maar na twee matchen kwam hij centraal en schoof Frederik Boi een rijtje naar achteren. Hoewel Fré een middenvelder is, speelde hij bij de jeugd ook soms rechtsback. In het huidige systeem spelen we met aanvallend ingestelde vleugelverdedigers en dan rendeert Frederik meer dan de spelers die daar voordien stonden. Dat Boi achteruitgetrokken werd, heeft vooral te maken met de aanvallende luxe. Zijn normale positie is rechtsmidden of achter de spitsen, maar daar is de concurrentie moordend. De trainer zocht daarom een andere positie waar Fré uit de voeten kan.”

Complexloos

Een andere belangrijke verandering met vorig seizoen is de doelman. Terwijl Francky Vandendriessche moeite had om de goede vorm te vinden, lijkt dat voor Bram Verbist geen probleem. Waar ligt volgens jou het verschil?

Francky Vandendriessche was nooit gelukkig bij Cercle. Als je zolang bij dezelfde ploeg (Moeskroen, nvdr) speelt, is de overstap naar een nieuwe club altijd moeilijk. Zeker als de prestaties maar niet komen. Hij trok zich dat hard aan en bleef daardoor wat op de sukkel. Bram Verbist belandde hier vanuit de vierde klasse. Hij was blij met de kans die Cercle hem gaf en legde zichzelf weinig druk op. Hij zou wel zien waar hij strandde. Bram speelde complexloos in de voorbereiding en trekt dat nu door in de competitie. Hij is gewoon een goede, degelijke keeper die ook kan meevoetballen. Dat maakt het voor ons makkelijker om tien of twintig meter hoger te spelen. Dat Bram nu de goede prestaties aan elkaar rijgt, heeft ook veel te maken met Danny Van de Velde. Die man kent alle keepers in België en weet wat ze kunnen. Hij wist dat hij Bram weer op het niveau van de eerste klasse kon krijgen. Hier willen ze tegenwoordig spelers die al iets bewezen hebben. Daarom speelt Bram nu bij Cercle en niet bij pakweg Gent.”

Wie is de leider van de defensie?

“Iedereen is leider bij ons. Maar de beslissing om op te schuiven of te blijven staan vloeit misschien vooral voort uit mijn positie. Al doet Tom Van Mol dat evengoed. Hij heeft ook genoeg ervaring. Dat merk je ook in de wedstrijd. ‘Dat en dat vlot niet goed, wat gaan we eraan doen?’ We sturen dat zelf bij. Dat hangt ook af van de tegenstander. We mogen eigenlijk niet op één lijn spelen, maar we doen het wel. Al geven we wel altijd rugdekking aan elkaar. Dat is ook nodig want de verdediging speelt hoger. Daar streeft de trainer naar want zo kan je hoger druk zetten. Hij heeft altijd op de helft van de tegenstander gespeeld bij Anderlecht en wil dat aanvallende spel ook bij ons zien. Als verdediging is het ook makkelijker om hoog te spelen. Als je diep terugzakt, dreigt er meteen gevaar als een bal goed valt. Ook onder Harm van Veldhoven probeerden we hoog te spelen. Maar toen begonnen we slecht en dan wil je wat meer zekerheid inbouwen. Bovendien is het ook de verdienste van de hele ploeg dat we hoger kunnen spelen. Het hele team plooit zich dubbel om ook verdedigend een steentje bij te dragen.” S

door björn hinderyckx

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content