Na maanden getouwtrek tussen KV Oostende en enkele eersteklassers moest de kustploeg zijn krampachtige greep op Eric Joly lossen. De kogel vloog door de kerk van Roeselare.

Hemel en aarde heeft KV Oostende bewogen om Eric Joly (32) in zijn rangen te houden. Tevergeefs. Het had veel weg van een koppel dat uit elkaar ging. De Fransman met de lange haren gaf de kustploeg de bons, maar de tweedeklasser snotterde en probeerde hem te overtuigen het nog een kans te geven. Toen een lieve blik niet volstond, bleek de club aan zee ook te kunnen toveren met de cijfers die op het loonbriefje van Joly zouden komen. Joly zwichtte aanvankelijk, maar constateerde in extremis dat zijn hart niet mee wilde.

De middenvelder was vorig seizoen aangekomen in het Albertparkstadion toen Oostende aan het spartelen was in de kelder van eerste klasse. De kustjongens verwachtten dat de komst van Joly soelaas zou bieden. Hij zette er zijn handtekening onder een contract voor anderhalf jaar. Wat zijn loon betrof, waren er twee bedragen vooropgesteld. Het eerste sloeg op eerste klasse. Het tweede werd gangbaar als de ploeg zich niet zou kunnen handhaven in de hoogste afdeling. Alle hoop op een redding bleek ijdel.

Joly was akkoord gegaan met de contractvoorwaarden in de rotsvaste en blinde overtuiging dat Oostende de degradatieplaatsen kon vermijden. Toen het droomscenario plaats ruimde voor het doemscenario, vond hij het tweede bedrag uit de overeenkomst toch aan de povere kant. En wat meer was : hij had gewoon geen zin om in een lagere afdeling te voetballen. “Het was echt een teleurstelling toen ik besefte dat ik in tweede klasse zou moeten spelen. Ik zag dat niet zitten.”

Hoewel hij nog een jaar onder contract lag bij KV Oostende, tekende Joly eind vorig seizoen een verbintenis voor drie jaar bij Zulte Waregem. “Ik dacht dat de mensen van Oostende me makkelijk zouden laten gaan, na alles wat ik had gedaan voor de club. Oostende had niets voor me moeten betalen toen ik overkwam om te helpen in de degradatiestrijd.”

Maar Oostende vroeg een fikse trans-fersom voor zijn middenvelder en daar hadden ze aan de Gaverbeek niet op gerekend. De prijs lag te hoog en de transfer ging niet door. “Zulte Waregem heeft geen inspanningen gedaan om mij alsnog binnen te halen. In die zin vond ik het niet danig erg, want dat wees erop dat ze me niet zó graag wilden. Maar eigenlijk weet ik niet wat daar allemaal precies is gebeurd. Volgens mij was die transfersom niet het enige probleem. Er hebben nog andere, oneerlijke dingen meegespeeld. Het heeft allemaal met managers te maken, maar ik ken de details niet.” Joly blijft er niet te lang bij stilstaan. ” Je m’en fous. Ik ben altijd correct geweest.”

Joly voltooide zijn voorbereiding op het nieuwe seizoen dan maar bij Oostende. Toen mensen van Germinal Beerschot even later kwamen informeren of het mogelijk was om hem naar het Kiel te halen, vingen ook zij bot. Nog steeds vroeg Oostende een bedrag dat niemand voor de middenvelder overhad. “Oostende heeft de situatie altijd geblokkeerd. Ze hebben van mij geprofiteerd. Dat is spijtig. De voorzitter en de directie wilden het koste wat het kost dat ik bleef.”

Toen Joly aangaf dat zijn verdiensten in tweede klasse naar zijn mening ontoereikend waren, toonde de club zich bereid financiële inspanningen te leveren. “Ik heb om een hoger loon gevraagd en ze zijn daaraan tegemoetgekomen. Dat moet niet worden verzwegen. De directie heeft alles gedaan wat binnen haar mogelijkheden lag. Ik heb een nieuw contract ondertekend waarin de cijfertjes er beter uitzagen.”

In het Albertparkstadion dacht iedereen dat het in kannen en kruiken was. Maar op het veld wrong het bij Joly. “Ik kon de motivatie niet vinden om in tweede klasse te spelen. Ik heb geprobeerd, dat weet iedereen. Maar ik zat niet met mijn hoofd bij Oostende. Ik zat met mijn hoofd in eerste klasse. Het deed pijn om niet meer in de hoogste divisie aan te treden. Ik voelde me er niet goed bij. We moesten een oplossing vinden.” Bij het bestuur begon door te dringen dat het zinloos was de gedemotiveerde speler in Oostende te houden.

De uitweg voor de impasse lag een stuk zuidelijker. In Roeselare was een versterking als Joly meer dan welkom. Plots ging het allemaal heel snel. “Toen ik een gesprek had met manager Luc Devroe van Roeselare, voelde ik dat hij me echt graag bij de kern wilde.” Oostende hield niet langer het been stijf en wuifde de Fransman uit. “Op de dag dat ik vertrok, zag ik een voorzitter die oprecht teleurgesteld was. Toen heb ik echt gevoeld hoe erg ze het vonden om me kwijt te spelen. Op dat moment begreep ik hun inspanningen van de afgelopen maanden. Het deed me goed en heeft me geraakt. Nu is die hele affaire voorbij. Uiteindelijk ben ik op goede voet met de mensen daar vertrokken. Voor mij is dat belangrijk. Ik heb er mooie momenten gekend en er zijn veel sympathieke mensen. Ik houd leuke herinneringen aan Oostende over.”

Maar hij wilde absoluut in eerste klasse spelen, “omdat ik ervan overtuigd ben dat ik nog mee kan op het hoogste niveau. Als ik eerste klasse niet meer aankan, zal ik wel afzakken. Maar dat moment is er nog niet. Ik zou graag nog enkele seizoenen meedraaien in de hoogste afdeling. Tussen eerste en tweede klasse is er een wereld van verschil. Hier komen Anderlecht, Club Brugge, Standard en RC Genk over de vloer. Het zijn net die wedstrijden die het interessant maken. Het draait om de sensatie die aan dergelijke partijen is verbonden. Daarnaast is het fantastisch om in de stadions van die grote ploegen te spelen voor 30.000 toeschouwers.”

De financiële voorwaarden in zijn huidige verbintenis bij Roeselare zijn gelijkaardig aan die bij Oostende. “Ik verdien iets meer, maar het ligt in dezelfde lijn.” Op zijn 32e geeft de Fransman de spelvreugde die hij kan beleven bij een ploeg, nog geen absolute voorrang op het financiële aspect. “Je hebt de twee nodig. Maar ik merk wel dat de drang om te winnen groeit naarmate ik ouder word. Dat verbaast me en geeft me zin om erin te vliegen.”

Joly is van plan om vonken van zijn enthousiasme te laten overspringen op zijn ploegmaats. Hij weet dat hij de neo-eersteklasser een surplus kan bieden. “Op voetbalgebied wil ik het maximum geven. Niet loslaten, blijven knokken. Ik zal hier vooral voor balvastheid op het middenveld moeten zorgen, zoals ik in het verleden altijd heb gedaan. Met de bal aan de voet kan ik de rust in de ploeg houden op momenten dat het nodig is. Ik wil de jongens in de kern ook een stukje mentaliteit bijbrengen. Ik geef altijd veel voor de anderen. Ik plaats mezelf niet vóór de rest, want ik denk eerst aan het collectief. Ik hoop dat ze dat overnemen. En dan is er uiteraard nog mijn ervaring die van pas zal komen in deze groep.”

Die ervaring deed de Fransman grotendeels op de Belgische velden op. Nadat hij zijn voetbalcarrière in Frankrijk was begonnen, hadden achtereenvolgens KV Kortrijk, AA Gent, Eendracht Aalst, Bergen en KV Oostende hem op de loonlijst. Tussen Joly’s periode bij Bergen en zijn aankomst in Oostende, heeft de Franse middenvelder bij Kilmarnock even geproefd van de Schotse competitie. Roeselare is zijn zevende ploeg in acht seizoenen. Is dat niet te veel van het goede ? “Het is voor een speler niet per definitie goed om lange tijd bij een club te blijven”, verdedigt Joly zich. “Maar eigenlijk geef ik er wel de voorkeur aan om een iets ruimere periode in hetzelfde shirt te spelen. Het waren de omstandigheden waardoor ik telkens vrij snel van ploeg veranderde. Ik werd vaak getransfereerd en meestal was dat ook voor mezelf interessant.”

Een echte topclub ontbreekt in het rijtje van zijn ex-werkgevers. “Dat is jammer. Zo’n team is zowel financieel als sportief uitermate interessant. In de periode dat ik bij AA Gent speelde, was er wel interesse van enkele grote ploegen, zoals Anderlecht en Standard. Maar toen wilde ik net graag bij de Buffalo’s blijven. Bovendien vroeg Gent een grote transfersom voor mij. Nu is die belangstelling er niet meer. Het zij zo. Je moet niet in het verleden leven. Er is een portie geluk voor nodig.”

In de voetbalcarrière van Eric Joly duiken wel enkele ploegen op waar hard moest worden geknokt voor het behoud in eerste klasse. Aan het begin van het seizoen achtten veel kenners ook de kansen van Roeselare op een verlengd verblijf in eerste klasse minimaal. Joly is realistisch en gebruikt de aardige start van zijn werkgever niet om die prognoses van tafel te vegen. “We zullen moeten strijden voor het behoud. Roeselare is prima uit de startblokken geschoten, maar dat volstaat niet. We zullen zeker moeilijke periodes krijgen. Ik heb daar nu al enige ervaring mee. Ik weet wat ons te doen staat en dat is geen makkelijke opdracht. Ook bij mij leeft vanzelfsprekend de hoop op een kalm seizoen. Toen ik een paar jaar geleden bij Bergen aankwam, voorspelde iedereen dat we onmiddellijk weer gingen zakken. Toen zijn we niet in de problemen gekomen. Maar rustige seizoenen zijn schaars. Als we Roeselare in eerste klasse kunnen houden, zullen we goed werk hebben verricht.”

Dat hij al een paar keer is terechtgekomen bij clubs die onderaan het klassement bengelen, wijt de Fransman aan toeval. Maar het heeft wel iets, vindt hij. “Je speelt steeds wedstrijden die echt van belang zijn, omdat het erop aankomt geen retourticket naar tweede klasse in handen geduwd te krijgen. Uiteraard is het een andere spanning dan toen ik bijvoorbeeld met de Buffalo’s Europees speelde. Elke club brengt een verschillende druk met zich mee. Maar ik ervaar de druk om in de hoogste klasse te blijven geenszins als negatieve stress, integendeel.”

door Kristof De Ryck

‘De drang om te winnen groeit naarmate ik ouder word.’

‘Ik geef altijd veel voor de anderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content