Of hij ons te woord mag staan in het Nederlands ? Die kans krijgt hij nog te zelden, haalt Uwe Rapolder (geboren op 29 mei 1958) aan. In Duitsland maakt Rapolder dit jaar indruk als trainer van Bundesligaclub Arminia Bielefeld, waarmee hij de promotie afdwong. In 1978 belandde de toen 20-jarige Rapolder van de Duitse derdeklasser Heilbronn bij de toenmalige Belgische eersteklasser Winterslag. “Dat was via Ernst Künnecke, die me bij Heilbronn in het eerste elftal dropte en terugkeerde naar België. Of ik met hem mee wilde ? Natuurlijk ! Toen was België een hoog aangeschreven voetballand. Anderlecht won dat jaar nog de Europabeker. Eén jaar later nam Künnecke me mee naar Lierse toen hij daar trainer werd. In drie jaar België kende ik geen andere trainer. Künnecke was als een vader voor mij. Bij Winterslag was ik al prof. Twee spelers werkten nog in de mijn : Patrick Houben en Michel Kenis. Paul Theunis was toen kapitein.

“Winterslag was heel sympathiek, Lierse was beter, met Erwin Vandenbergh. Dany Verlinden was toen tweede keeper. Herman Helleputte ontfermde zich over mij, tot zijn scheiding hadden we vaak contact. Ik zou trouwens nog eens een paar weken bij Herman op trainersstage willen gaan.” Van Lierse stapte Rapolder verrassend over naar het Zwitserse FC Winterthur. “Ik wilde graag verder studeren. Alleen maar voetballen vond ik niet voldoende. Maar in België en Duitsland kon die combinatie niet. In Zwitserland wel. Daar combineerde ik gedurende vier jaar mijn studie bedrijfskunde met het voetbal. Later voetbalde ik nog in de Duitse tweede klasse, bij TB Berlijn en Freiburg. Daarna zat ik met Young Boys Bern opnieuw in de Zwitserse eerste klasse. In Zwitserland haalde ik mijn trainersdiploma. Roy Hodgson, die later Inter trainde, gooide daar de trainersopleiding helemaal om, heel interessant was dat. Op dat moment werkte ik in de bank, de Crédit Suisse, en vroeg me af of ik in de financiële wereld zou doorzetten dan wel proberen proftrainer te worden. De resultaten bepaalden mijn keuze. Eerst promoveerde ik met een kleine club naar tweede klasse, vervolgens bracht ik Sankt Gallen van tweede naar eerste.”

Trainen in de Bundesliga is een droom die uitkomt. “Tactisch is het voetbal hier de laatste jaren enorm geëvolueerd door de inbreng van jonge trainers. Mijn verblijf in België hielp me op dat vlak, want tactisch zat het bij jullie heel goed in elkaar.”

Als middenvelder voetbalde hij meestal aan de linkerzijde. “Behalve tegen Anderlecht, dan moest ik rechts spelen om Franky Vercauteren op te vangen. Aan een duel met Erik Gerets, met wie ik vorige week nog even napraatte na Wolfsburg-Bielefeld, hield ik nog een flinke blessure over. Die vloog er altijd scherp in. Maar de moeilijkste tegenstander vond ik Edhem Sljivo van Club Luik, die draaide me helemaal dol.” (GF)

GF

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content