‘VAN BUYTEN EN IK ZULLEN ELKAAR ZEKER NOG ZIEN, MAAR HET IS NU NOG TE VROEG’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Om zijn punt duidelijk te maken heeft de sportief directeur van Standard het over Romeo en Julia, waterpistooltjes en de goudmijn op zijn iPad.

‘Het frustrerendste is dat we negende worden, op tien punten van play-off 1, met een pak spelers die gegeerd zijn bij grote clubs. Spelers voor wie er aanbiedingen zijn, en niet voor 100.000 euro, hé!’

De bittere pil is nog altijd niet doorgeslikt. Toch moet Standard aan die vermaledijde play-off 2 beginnen. En het liefst daar ook nog iets tonen. Olivier Renard ontvangt ons voor een uitgebreid gesprek. De spelers van Standard hebben alvast veel te verliezen in deze play-offs, want de sportief directeur en de voorzitter maken nadien de balans op. Iedereen zal daarbij geëvalueerd worden en er kunnen opnieuw koppen rollen.

Je PO2-poule winnen betekent een verlenging van het seizoen. hebben de spelers daar wel zin in?

OLIVIER RENARD: ‘Hun vakantie zal niet korter worden als ze tot het einde gaan. Ik heb dezelfde situatie bij KV Mechelen gekend. We bereikten de finale van PO2 en hadden een deal: de finale spelen betekende extra vakantiedagen. Maar het probleem mag zich niet stellen: spelers van Standard hebben niet het recht om zulke berekeningen te maken. We spreken hier niet over vakanties of geld, eigenlijk zelfs amper over voetbal: het gaat om trots. Ze moeten na moeilijke maanden weer tonen dat ze fier zijn om dat shirt te dragen.’

Het is toch niet recent dat je gemerkt hebt dat er een probleem is?

RENARD: ‘Mijn grootste frustratie is dat ik moet toegeven dat we sinds de winterstop geen goeie match meer gespeeld hebben. Zelfs geen halve. Op Anderlecht was er inzet, dat klopt, maar die inzet willen we elke week zien. Dat is nog het gemakkelijkste. Ik vraag hen niet om drie bruggetjes uit te voeren of een cross over zestig meter te trappen. We zouden alleen wat tempo willen zien. de bal is buiten voor jou? Ga hem dan direct halen zonder te treuzelen. Soms zag je gasten die erheen slenterden. Toon je intenties aan het stadion! Speel! Dat heeft niks met kwaliteiten te maken. Iedereen kan een slechte match spelen, maar toon tenminste dat je goeie bedoelingen hebt. Het Standardpubliek vraagt niet meer dan dat. Laat dat zien en de rest volgt wel. De tegenstander voelt dat, de twaalfde man zal weer achter de ploeg gaan staan. Als ik speler per speler bekijk, vind ik dat we een sterke ploeg hebben, maar wanneer ik Standard zie spelen zie ik geen ploeg. En zeggen dat de spelers zo goed overeenkomen…’

Een goede kleedkamer, met veel lieve jongens, juist?

RENARD: ‘We missen bepaalde profielen, ja. Een beetje rebelsheid. Met de huidige generatie wordt dat van langsom moeilijker, niet alleen bij ons. Je geeft een speler een financiële of sportieve boete, hij kijkt je aan en zegt: ‘Oké, geen probleem.’ Je kunt moeilijk tot hen doordringen. Hoe moet je omgaan met jongens die je op geen enkele manier pijn kunt doen? Toen ik in Italië voetbalde, kwam ik twee keer te laat en dan durfde ik bijna niet naar binnen te gaan. Niet door de boete, maar vanwege de gêne. Tegenwoordig zeggen de spelers: ‘Tien minuutjes te laat, dat is toch niet zo erg?’ Zo redeneren ze… Ik zeg niet dat ik elke dag vechtpartijen wil in de kleedkamer, maar als ik op een dag zie dat de emoties oplaaien, dan sluit ik de deur en ga ik weg. Dan laat ik het hen onderling regelen. Dat gebeurde hier bijvoorbeeld in de periode van Sérgio Conceição. Vind ik niet erg, dat is de wet van de kleedkamer. De anciens moeten zich laten respecteren door de jongeren. Dat zie je niet meer op Standard. Elders trouwens ook niet. Een jonge gast die vijf goeie matchen speelt, zegt direct dat hij een beter contract verdient omdat Engelse clubs hem volgen. Dat gaat zo niet.’

Je hield niet zo van de mentaliteit van Adrien Trebel. Maar als Trebel was gebleven na de winterstop, dan hadden de resultaten er misschien anders uitgezien?

RENARD: ‘Adrien Trebel was een zeer interessante speler voor ons, een belangrijke schakel in de keten. Enkele dagen voor zijn vertrek zei ik hem nog dat ik hem een van de beste acht spelers in de competitie vond. Zijn vertrek heeft een leemte nagelaten.’

Maar zijn mentaliteit…

RENARD: ‘Ik was niet de enige die daar geen fan van was. Heel de club, heel de groep. Ik sta dicht bij de kleedkamer, ik vang geregeld wat op. Het is ook bizar: je stelt je wintermercato af op het verbeteren van de mentaliteit en achteraf blijkt het nog erger te zijn.’

Was het dan achteraf bekeken geen vergissing om Trebel te laten gaan?

RENARD: ‘We hadden geen keuze! Ik weet ook wel dat het geen goed signaal was om hem te laten vertrekken nadat hij de stage geboycot had, maar wij zijn Manchester City niet. Trebel had een zeker financiële waarde en we konden het ons niet permitteren om die verloren te laten gaan. Dan waren we alles kwijt geweest. Bij City zet je zo iemand twee maanden bij de U21 en dan is dat een goed signaal naar de groep. Tijdens de stage heeft onze groep trouwens te kennen gegeven dat Trebel maar beter wegbleef! En als hij dan toch wegging, dan liever naar Anderlecht dan naar Gent.’

De supporters denken daar vast anders over…

RENARD: ‘Pas op: we hebben hem niet beïnvloed in zijn keuze. Hij is zelf op het laatste ogenblik van koers veranderd. Ik begrijp dat het voor een supporter van Standard altijd heel moeilijk is om een goeie speler naar Anderlecht te zien verhuizen. Onze kapitein dan nog. Maar stel je voor dat hij naar Gent was gegaan, een concurrent voor PO2. Een van de laatste matchen spelen ze op Standard en Trebel maakt de winning goal… Wat zouden de fans dan zeggen?’

GEEN ROMEO EN JULIA

Zou je een sms met gelukwensen naar Yannick Ferrera gestuurd hebben als hij zich voor PO1 had gekwalificeerd?

RENARD: ‘Neen, dat is mijn stijl niet. Maar ik zal hem ook niet voorbijlopen zonder hem te groeten.’

Jullie lagen nochtans van bij het begin overhoop…

RENARD: ‘Yannick Ferrera en Olivier Renard, dat is niet Romeo en Julia, dat staat vast… Maar wat hij ook mag zeggen: ik heb altijd respect gehad voor hem. Ik hoorde weleens wat uit de kleedkamer en dan zou ik wel gek zijn om hem dat niet te vertellen. Maar al wat ik zei, zag hij als een aanval. Er is één ding dat hij maar niet wou begrijpen en dat is dat ik niet tegen hem was maar voor Standard. Ook aan Aleksandar Jankovic vertel ik wat ik opvang in de kleedkamer en die luistert ernaar. En ik luister naar hem.

‘Ik hoef niet de beste vriend van de coach te zijn, niet alle dagen met hem te gaan eten. Vanaf het moment dat Bruno Venanzi besliste om met Ferrera door te gaan vroeg ik maar één ding: opnieuw de beker winnen en PO1 halen. Maar het seizoen begon slecht. De dag dat Ferrera dan toch ontslagen werd, moest ik eigenlijk niet op de club zijn, maar ik heb aan de voorzitter gevraagd om me toch te laten komen. Ik heb Ferrera toen veel succes toegewenst. Als ik dan achteraf hoor dat het Renard is die zijn kop heeft doen rollen, dan kan ik alleen maar zeggen dat die beslissing genomen is door vijf, zes mensen. Ik heb nog goeie contacten in Mechelen en ik hoor dat hij op heel bepaalde punten vooruitgang geboekt heeft. Hij doet nu precies wat ik hem hier vroeg om te doen, maar voor hem waren dat aanvallen.’

Wat was dat dan zoal?

RENARD: ‘Ik ga geen namen noemen, maar bij KV zit er iemand in de kern van wie ik dacht: hij en Ferrera, dat gaat nooit marcheren. Maar ik hoor dat het wel goed gaat. Omdat Ferrera veranderd is. Dat betekent dat hij naar mij geluisterd heeft. Het is zoals op school… Er is een leraar die je verfoeit en 25 jaar later zeg je: het was een harde, maar hij heeft me wel beter gemaakt.’

Dan verandert hij wel gauw!

RENARD: ‘Hij heeft een marge om een goeie coach te worden. Misschien is hij op een dag klaar voor Anderlecht. Of voor Standard. Maar toen hij hier was, was hij niet klaar. De manier waarop hij reageerde wanneer ik probeerde een discussie aan te gaan… We maken allemaal fouten, maar je moet daar de verantwoordelijkheid voor nemen. Ik bewaar alles: sms’en, e-mails, WhatsAppberichten… Mijn iPad is een goudmijn. Normaal gezien hou ik dat allemaal voor mij, maar er zijn momenten waarop ik verplicht ben om bepaalde zaken te tonen. Neem nu de zaak met Renaud Emond. Zijn vader komt naar mij en ik zie al meteen aan zijn blik dat het een moeilijk gesprek wordt. Hij verwijt me dat ik de beslissing genomen heb om zijn zoon naar de B-kern te sturen. Hij is daar zeker van, zijn info komt van Yannick Ferrera. Ik kan hem zeggen wat ik wil, dat het een beslissing van de coach zelf is, hij gelooft me niet. Het is alsof ik persoonlijk de benen van zijn zoon gebroken heb. Oké, dan kan ik niet anders dan hem bewijzen dat de beslissing van de staf kwam. Hij is opgestaan, heeft zich geëxcuseerd en is vertrokken.’

Van toen je bij Standard aankwam, werd er gezegd: Bruno Venanzi, Daniel Van Buyten en Olivier Renard, dat is iemand te veel. En dat is gebleken. We hadden de indruk dat jij en Van Buyten op den duur over niks nog op dezelfde lijn zaten.

RENARD: ‘Er is zo veel gezegd… Daniel Van Buyten heeft na zijn ontslag uitgehaald in de pers. Ik zou op geval per geval kunnen antwoorden. Weet je, het had echt kunnen escaleren. Het is door het wederzijdse respect dat er tussen ons bestaat, dat het niet geëscaleerd is. Om nu te zeggen dat er één iemand te veel was… Neen, daar ben ik het niet mee eens. Een betere verdeling van de bevoegdheden had misschien al een oplossing kunnen bieden. Maar zodra je elkaar voor de voeten gaat lopen, wordt het moeilijk.’

Je bent nooit een vriend geweest van Yannick Ferrera, maar wel van Daniel Van Buyten. Die vriendschap is voorbij. Is dat niet het jammerlijkst aan heel die affaire?

RENARD: ‘Ik laat er wat tijd overheen gaan. Het is nog te snel om af te spreken, want de wonde is bij ons beiden nog te vers. Maar we zullen elkaar nog zien, dat staat vast voor mij. We waren het niet met elkaar eens, maar ik beschouw hem nog altijd als een goed mens, met veel waarden. Hij is nog altijd een vriend.’

WATERPISTOOLTJE

Tot slot: is het nu echt waar dat jij bent tussengekomen zodat Jankovic zijn defensie met drie verdedigers zou opgeven?

RENARD: ‘Maar neen! Nooit van mijn leven! Dat zijn nog zo van die geruchten… Het Mechelen van Jankovic speelde zo en dat werkte. Tijdens de stage in januari heeft hij daar bij ons op getraind als een extra wapen, om te kunnen switchen. Maar goed, hij zag al snel dat het wapen een waterpistooltje was.’

Een eerste balans van Jankovic zegt: geen resultaten, geen goed voetbal, geen mentaliteit. Hoelang is dat houdbaar?

RENARD: ‘Kijk, ik wil het nu niet over Anderlecht hebben, maar zij hadden een radicale beslissing kunnen nemen aangaande René Weiler. Ondertussen kreeg hij een nieuw contract en Anderlecht staat aan de kop. Wij hebben stabiliteit nodig. De ploeg heeft goeie matchen gespeeld voor de winterstop, waarom lukt dat sinds januari niet meer? Maar op dit moment denken we niet op lange termijn. Nu tellen de play-offs, nadien trekken we de nodige conclusies. En dan heb ik het niet zozeer over de resultaten, maar wel over de mentaliteit. Ook al vind ik, met alle respect voor onze tegenstanders, als ik onze kern bekijk: die play-offs moeten we winnen.’

DOOR THOMAS BRICMONT EN PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Het is moeilijk om tot de huidige generatie door te dringen. Hoe moet je omgaan met jongens die je op geen enkele manier pijn kunt doen?’ – OLIVIER RENARD

‘Ik vind, met alle respect voor onze tegenstanders, als ik onze kern bekijk: die play-offs moeten we winnen.’ – OLIVIER RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content