Sport/Voetbalmagazine dook in zijn archieven en reconstrueerde het traject van Davy De fauw, 33 jaar, de nieuwe verdediger van Club Brugge.

In 2010, wanneer een journalist bij Davy De fauw in Kerkrade op bezoek gaat, weet de Oost-Vlaming dat Adrie Koster – op dat moment trainer van Club Brugge – meer dan gecharmeerd is. “Club zal altijd mijn favoriete club blijven. Het is mijn vurigste wens ooit nog eens in eigen land op het hoogste niveau te spelen. Als dat in Brugge zou kunnen, dan spring ik een gat in de lucht.”

Hij heeft nog vier seizoenen moeten wachten, passeerde zelfs eerst nog langs het Regenboogstadion van SV Zulte Waregem, waarmee hij twee seizoenen geleden ei zo na kampioen werd. De voorbije zomer, toen niemand – en hij zeker niet – het nog verwachtte, stond Club Brugge dan toch voor zijn deur. Eindelijk een transfer naar Brugge, de stad die hij in februari 2002 – negentien jaar jong en beroofd van zijn voetbaldromen – moest verlaten.

Club Brugge (1987-2002)

Davy De fauw is vijf jaar wanneer hij een aansluitingskaart bij Club Brugge tekent. Een rustige en bescheiden jongen, merken zijn trainers op, maar tegelijk ook mondig. “Al van in de jeugdcategorieën was ik kapitein. Niet dat ik me toen bewust als een voortrekker opwierp, maar ik coachte wel veel”, getuigt hij in Sport/Voetbalmagazine.

Een goede voetballer, maar niet uitzonderlijk, vindt Kevin Roelandts. “Davy was iemand op wie je altijd kon rekenen, die altijd zijn wedstrijd speelde, maar toch niet iemand van wie je zei: ‘Die kan hier een serieus potje sjotten.'” En toch: Nederlandse jeugdscouts, die bijna dagelijks aan de zijlijn van de Belgische velden staan, noteren de naam van de frêle verdediger in hun boekjes.

“Ik was negentien, speelde in Brugge bij het B-team en trainde af en toe mee met het eerste elftal, maar Trond Sollied heeft nooit een woord tegen me gezegd. Er was niet het minste contact. Ik twijfelde na verloop van tijd aan mezelf. Mijn ouders hadden veertien jaar met mij op en neer gereden van Aalter naar Brugge, ik had alles voor mijn sport gedaan, maar een doorbraak bleef uit. Omdat ik niet bij het A-elftal geraakte, ben ik maatschappelijk assistent beginnen te studeren. Ik had nooit het signaal gekregen dat Brugge op me rekende en zocht naar een alternatief buiten het voetbal.”

De twijfels blijven, tot Frank Rijkaard – trainer van Sparta – in de winter van 2001 op een beloftewedstrijd van Club Brugge wordt gespot. Rijkaard, winnaar van de Champions League als speler van AC Milan (1989 en 1990) en Ajax (1995), komt voor… De fauw. “Ik kon het amper geloven. Toen Club hoorde dat Sparta geïnteresseerd was, bleek het plots op een contractverlenging aan te sturen. Ik heb toen gedacht: niet met mij.”

Sparta (2002-2006)

Negentien jaar en onzeker, maar de eerste kennismaking met Rijkaard boezemt vertrouwen in. “Ik vergeet mijn eerste stappen op het oefenveld van Sparta nooit meer. ‘Dave’, zei Rijkaard, ‘ik geloof helemaal in jou. Hier zal je het maken.’ Dan sta je naast iemand die ooit tot de beste spelers van de wereld gerekend werd en die vriendschappelijk zijn arm om je schouders legt. Een kippenvelmoment.”

Geen maand na zijn vertrek bij de Clubjeugd is De fauw basisspeler in de Eredivisie. “Ik debuteerde tegen Willem II. De tweede match was meteen tegen Feyenoord. Mijn rechtstreekse tegenstander was Leonardo, een behendig dribbelaartje. Ik zag alle kanten van het veld en wíst dat het niet goed was, maar Rijkaard zei: ‘Leer uit je fouten, volgende week speel je opnieuw.’ Dat is de Nederlandse filosofie.”

Op Het Kasteel, de thuishaven van Sparta, bloeit hij helemaal open. “Nederlanders zijn socialer, meer open, dan Belgen. Dat verrast hen altijd als ik dat zeg, maar ik ben bij Sparta heel goed opgevangen. Ik ben onder Rijkaard als rechtsachter ook rustiger aan de bal geworden. Vroeger wou ik heel snel de bal kwijt zijn, nu denk ik: laat ze maar komen. Een beetje bluffen, dat kunnen Nederlanders ook goed.”

Het voetballeven in Rotterdam is hard, zeker omdat Sparta jaar na jaar tegen de degradatie vecht en de kritiek van de supporters vaak genadeloos is. Wanneer de club in 2002 uit de Eredivisie tuimelt en De fauw inmiddels kapitein is, neemt hij nog meer verantwoordelijkheid op. “Ik leerde er mijn mening ventileren. Dat móést ook, anders word je tussen die mondige Nederlanders weggeblazen. Ik kreeg vroeger geen woord over mijn lippen, nu zeg ik alles vanuit het hart. Dat zie je ook op het veld: tijdens de match moet je gewoon brutaal zijn. In Rotterdam had je dat heel erg: constant schelden.”

In de lente van 2006, wanneer Sparta onder Adri van Tiggelen opnieuw in de Eredivisie speelt, staan de clubs in de rij. “Ik denk dat mijn toekomst in Nederland ligt, want niemand in België kent me. Hier voetbal ik meer op mijn gemak.” Het wordt Roda JC, de club uit Kerkrade, al jaren een subtopper op het hoogste niveau.

Roda JC (2006-2011)

In het gemoedelijke Limburg, waar Huub Stevens de sportieve lijnen uitzet, schrikken ze aanvankelijk van de mondige Belg. “In Kerkrade moest ik afkicken van dat Rotterdams lawaai. Roda is toch meer Belgisch, serieuzer ook. Je moet hier alleen met voetbal bezig zijn, zoals bij de topclubs in België. Ze hebben mensen in dienst die alles voor je regelen. Mijn ouders komen van Aalter naar de wedstrijd kijken en krijgen achteraf eten van de club.”

De fauw wordt door de lezers van Voetbal International twee seizoenen na mekaar voor het Elftal van het Jaar genomineerd, maar in België blijft hij een nobele onbekende. “In Nederland kennen negen op de tien mensen me, in België is dat een op de tien. Ik krijg regelmatig de vraag waarom ik niet in het nationale elftal speel. Wat kan ik daarop zeggen?”

Raymond Atteveld, de opvolger van Huub Stevens, is lovend over de Oost-Vlaming: “Hij was eerst een aanvallende rechtsback, maar we hebben hem in het centrum gezet om van achteruit te voetballen. Hij is offensief ingesteld met oog voor de ruimte. Een van de pijlers van de ploeg.”

Maar op 7 december 2007 stort de wereld van De fauw in. Bij een 0-4-voorsprong op het veld van PSV haalt Atteveld hem een kwartier voor het einde naar de kant. “Ik vroeg me af waarom, hij wisselde me zelden. Ik dacht dat hij tijd wilde rekken en ging héél traag naar de zijlijn. Ik had de week voordien nog een standje gekregen, omdat ik na een wissel in de 85e minuut te snel van het plein was gelopen. Maar toen de trainer blééf molenwieken, begon ik voor het eerst te denken dat er iets mis was.”

Zijn vader Jaqui is in de tribune onwel geworden, Atteveld wil dat de aanvoerder zijn moeder bijstaat. “Die hartstilstand van mijn vader was het meest benauwende moment van mijn leven. Gelukkig waren er meteen twee tot drie dokters in zijn buurt om hem te reanimeren. Ik kon toen alleen maar roepen: ‘Pa, niet opgeven, blijven leven.’ Maar liefst 22 minuten gaf hij geen enkele reactie, pas toen we aan het ziekenhuis stopten, kregen we de melding dat hij weer ademde. Nog nooit reageerde ik zo opgelucht, terwijl ik daar zat in mijn voetbaltenue. Ik heb zes nachten bij mijn vader in de kliniek geslapen. Mijn ouders doen alles voor me, ze rijden soms 400 kilometer om een uitmatch tegen Heerenveen te volgen. Als het slecht afgelopen was, geloof ik niet dat ik snel weer op een voetbalveld had gestaan.”

Harm van Veldhoven leidt de club in de lente van 2008 naar de bekerfinale – in De Kuip is Feyenoord te sterk -, een jaar erna loopt het in Kerkrade voor geen meter. Roda kan pas via de nacompetitie het behoud in de Eredivisie verzekeren, volgens de media heeft De fauw dan al een akkoord met Sparta, zijn ex-club. “Onzin, ik heb hier nog een contract tot 2012”, klinkt het.

Club Brugge scout de verdediger intensief, maar concreet wordt het nooit. Ook RC Genk meldt zich, maar knapt af op de transferprijs. Een paar maanden voor zijn dertigste verjaardag, in zijn vijfde seizoen in Kerkrade, staat De fauw toch open voor een nieuw avontuur. “Blijven waar ik ben, is een optie. Terugkeren naar België sla ik evenmin af, maar bovenal is het een droom om ooit eens in de Bundesliga te spelen.” Huub Stevens polst namens PSV, er is interesse van Borussia Mönchenladbach, maar De fauw keert na bijna tien volle seizoenen terug naar België. “Toen de materiaalman van Roda JC bij mijn afscheid spontaan begon te huilen, deed dat me toch iets.”

SV Zulte Waregem (2011-2014)

Darije Kalezic verrast en geeft de Oost-Vlaming in Waregem meteen de aanvoerdersband. “Als je als Belg in Nederland jarenlang kapitein kan zijn, dan wil dat toch iets zeggen.” Eddy Van den Berge, de assistent-trainer: “Davy spreekt vlot Nederlands, Engels en Frans waardoor hij met elke speler een goed contact heeft en wordt door zijn uitstraling, palmares én prestaties door iedereen als leider aanvaard.”

Zulte Waregem gaat met Darije Kalezic een moeilijk seizoen tegemoet. Kalezic, die het grootste deel van zijn carrière in Nederland voetbalde en er ook als trainer debuteerde, verkijkt zich op de Belgische competitie. De fauw: “Nederlandse trainers denken in de eerste plaats offensief, de meeste Belgische coaches vertrekken vanuit een defensief concept. In Nederland wordt een verdediger in eerste instantie op zijn voetballende kwaliteiten beoordeeld, terwijl ze in België verlangen dat je je tegenstander lamlegt. Het was voor mij een soort tijdreizen: ik moest meteen terugdenken aan mijn tijd als jeugdspeler bij Club, waar ik ook vanuit de organisatie moest spelen.”

Wanneer Essevee in december 2011 met een degradatieplaats flirt, haalt het Francky Dury terug en wordt De fauw opnieuw rechterflankverdediger. “In Nederland heb ik ook centraal in de verdediging gespeeld, maar in het Belgische voetbal, waar de nadruk op de harde, fysieke duels ligt, past de rechtsbackpositie beter bij mij.”

Dury loodst Zulte Waregem naar de veilige zone, het seizoen erna zelfs naar een onverhoopte tweede plaats na Anderlecht, dat de West-Vlamingen pas op de slotspeeldag van zich af kan houden. Junior Malanda, Thorgan Hazard en Franck Berrier zijn de sterren van het team, maar in het Topfootklassement van Sport/Voetbalmagazine staat na de reguliere competitie een verrassende naam bovenaan: Davy De fauw, 31 jaar, geen minuut gemist.

Bij de start van het nieuwe seizoen is de spelersgroep in shock: niet De fauw, maar Thorgan Hazard wordt de nieuwe kapitein. Een beslissing van Patrick De Cuyper, toen nog de sterke man aan de Gaverbeek, maar Hazard geeft de aanvoerdersband terug. “Davy bewijst elke dag weer dat hij een goede kapitein is.”

Een goede kapitein, wat doet die eigenlijk? “De individuele gesprekken met de spelers zijn belangrijk, maar ik spreek ook de groep toe. Voor elke match een peptalk in de kleedkamer en daarna nog eens net voor de aftrap. Niet lang, vijftien seconden: details waar we op moeten letten, zaken die mijn ploegmaats kunnen motiveren… Op het veld durf ik spelers ook op hun fouten te wijzen. Af en toe heel direct, zeker tijdens een wedstrijd, maar op training vaak met een kwinkslag omdat sommige jongens je opmerkingen zo rapper aanvaarden. Al lachend kun je ook de waarheid vertellen, hé.” Zulte Waregem plaatst zich opnieuw voor play-off 1, waarin het vierde wordt, maar ziet zijn sterkhouders een na een vertrekken. Ook De fauw, die op vrijdag 20 juni een contract voor twee seizoenen bij… Club Brugge tekent.

Club Brugge

Meer dan twaalf jaar na zijn vertrek uit Brugge trekt de Oost-Vlaming opnieuw het blauw-zwarte shirt aan. Gehaald om het vertrek van Tom Høgli op te vangen, klinkt het officieel, maar het Clubbestuur houdt ook rekening met een mogelijk vertrek van Thomas Meunier. “Ik had een goed gesprek met Michel Preud’homme“, vertelt de Oost-Vlaming op de website van Club. “Mijn polyvalentie is een grote troef.”

DOOR CHRIS TETAERT

“Omdat ik niet bij het A-elftal van Club Brugge geraakte, ben ik maatschappelijk assistent beginnen te studeren.”

“Toen de materiaalman van Roda JC bij mijn afscheid spontaan begon te huilen, deed dat me toch iets.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content