‘Van die prachtige Assubeltruitjes word ik nog altijd blij’

© koen bauters

Acteur Geert Hunaerts debuteerde in 1987 in de film Crazy Love van Dominique Deruddere, maar ontdekte de liefde voor Club Brugge al in 1978 op amper zesjarige leeftijd. ‘Mijn probleem blijft dat ik bij een doelpunt niet kan blijven zitten.’

‘Een Antwerpenaar uit Mortsel – waar ik werd geboren en getogen – die supportert voor blauw-zwart, dat komt niet vaak voor, hé. ( lacht) Bij ons had dat een specifieke reden: Jan Ceulemans. Mijn vader was supporter van Lierse. Zijn liefde ging in de loop der tijden meer naar de Caje dan specifiek naar de club. In 1978 verruilde Sterke Jan Lier voor Club Brugge. Ik was toen zes, mijn broer Bart acht. Het was logisch dat ook wij die overstap maakten. Het moest gewoon en kon niet anders.

Ik ben in weinig zo vurig en passioneel als in voetbal.’ Geert Hunaerts

‘Onze uitstap naar het verre West-Vlaanderen betekende een pure mannenaffaire. Nu nog altijd eigenlijk. ( grijnst) Als part of our life. Dan zitten wij met vier tot vijf dolenthousiaste gasten in de wagen richting het stadion. Telkens weer worden we ingepakt door die overweldigende sfeer. In mijn jeugd was het vooral grote ogen trekken. Alles nam indrukwekkende proporties aan, die spelers bleken helden.

‘Club Brugge heeft het trouwste publiek, verspreid over het hele land. Die volkse verbondenheid is groot. Ik bewonder die West-Vlaamse mentaliteit. Durven dromen, door een constant geloof in jezelf en te vertrekken vanuit je eigen kracht. En door kalmte en nederigheid zorgen dat je de beste wordt. Pascal Plovie is het typevoorbeeld van die Brugse nuchterheid. Dat hij daar nog altijd rondloopt, daarin herken ik het langetermijndenken. Die prachtige Assubeltruitjes waar Kenneth Brylle, Willy Wellens en ons boegbeeld Jan Ceulemans in speelden… dat bezorgt me tot op vandaag een blij en opgewekt gevoel. Met Club Brugge kan alles. We are Bruges! We hebben van niks of niemand schrik.

‘In het stadion, achter doel, zou ik proberen te vliegen als het kon. Dan doe ik echt gek, spring ik alle kanten op en ben ik vaak door het dolle heen. Dat emotionele kan je eigenlijk onmogelijk onder woorden brengen. Dat gaat om puur instinct en een ongelofelijke impulsieve reactie. Ooit boekten wij eens na een kampioenenviering een hotel, omdat een terugrit naar Antwerp onverantwoord geweest was. Zo stevig waren we toen doorgezakt. Die beloning verdienden we.

‘Onze zoon Sid is tien jaar en heeft ook al dat supportershart. Mijn probleem blijft dat ik bij een doelpunt niet kan blijven zitten. Thuis cross ik dan het hele kot rond. Ik moet kunnen lopen, door die adrenalinestoot. Ik fok mezelf mentaal ook nogal op voor de grote affiches. Op een of andere manier is het sterker dan mezelf. Op je knieën schuiven voor je tv, alsof je net zelf scoorde, dat gebeurde wel al eens. Ook in het stadion spring ik dan naar beneden, zoek ik een denkbeeldige gang om ergens beneden uit te komen. Op zulke momenten ben ik blijkbaar tot zaken in staat, waarbij ik eventjes compleet mezelf niet meer ben. Ik ben in weinig zo vurig en passioneel als in voetbal.

‘In november 2016 werd ik samen met mijn broer door de club uitgenodigd voor de boekvoorstelling van ‘De Club: 125 verhalen over het Clubgevoel’ van Sven Vantomme. Een avond vol herinneringen. Ik werd daar ondergedompeld in dat heerlijke blauw-zwarte bad, wat een zalig gevoel gaf. Je hoefde daar niks uit te leggen. Want de mensen in je buurt denken en beleven dat net op dezelfde manier als jij. Wij zijn bij Club Brugge allemaal gelijkgestemden. Prachtig toch? In dit naslagwerk krijg ik altijd antwoord op mijn vragen, ook al kies ik lukraak een pagina. Het is 325 keer geslaagd en goed. Bij mij thuis mag iedereen daarin snuisteren, want het is een fantastische brok van mooi gebundelde geschiedenis.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content