RC Genk won nog eens. Het scoorde vier keer en dat was nog maar één keer eerder gebeurd dit seizoen, ook al tegen Dender. Er hadden er ook acht in kunnen gaan. Voor een team dat de teleurstellende prestaties aaneenrijgt en pas zijn trainer zag opstappen, viel daar wel een positieve boodschap aan op te hangen. Interim-hoofdcoach Pierre Denier koos opvallend voor de kritische noot.
Denier is geen man van het bochtenwerk. Op vrijdag stond hij de pers een eerste keer te woord, nadat Ronny Van Geneugden er de avond voordien de brui aan had gegeven. Dat slechts weinigen recht van spreken hadden, zei hij toen, verwijzend naar het bekerdebacle van dinsdag tegen Lierse. Dat was scherper dan Van Geneugden zich ooit over zijn falende spelers had uitgelaten. Geen onvertogen woord was er ooit uit zijn mond gevallen. Hij kocht er niets voor. Meteen na het teleurstellende gelijkspel tegen Lierse arriveerden er sms’en bij journalisten van in de loop van het seizoen vertrokken ex-spelers, over een nu toch wel onvermijdelijk ontslag, zeker? Zo dachten er vast nóg.
Van Geneugden liet het zover niet komen. Het avontuur als hoofdtrainer had net een jaar geduurd. Zijn overname van de ontslagen Hugo Broos werd geen onverdeeld succes, maar kon nog aan de erfenis worden toegeschreven. Vorige zomer had hij een hand in alle transfers en drukte verder zijn stempel op alles en iedereen rond de ploeg. Medewerkers noemden zijn aanpak vernieuwend en de voorbereiding verliep voorspoedig. Toen het kampioenschap begon, sloeg de motor niet aan.
Van Geneugden, daarover zijn de meningen eensluidend, heeft de job zwaar onderschat. Als jeugdcoördinator en beloftetrainer was hij jonge jongens gewoon die ontzag toonden. Dat volwassen profs dat niet automatisch doen, was nieuw voor hem. De keuzes die hij moest maken, misten de duidelijkheid die voetballers graag hebben. Er zijn zeker goede (sportieve) redenen te bedenken om niet verder te willen met Wouter Vrancken en Wim De Decker, maar de heftigheid waarmee zij nadien uithaalden naar hun ex-trainer, doet vermoeden dat op het communicatieve en relationele vlak tekort is geschoten.
Wie overtuigd is van zichzelf en niet meer openstaat voor afwijkende meningen, roept weerstand op. Van Geneugden gaf geen duimbreed toe op zijn rechtlijnigheid. Jarenlange medewerkers schoof hij zonder pardon aan de kant. Zelfs zijn trainers fronsten soms de wenkbrauwen, hoezeer ze hem ook hoogschatten wegens zijn ideeën en betrokkenheid. Om dezelfde reden ligt een terugkeer naar de Genkse jeugd allerminst voor de hand. Velen weten bovendien dat er een razend ambitieuze hoofdcoach in hem schuilt. Toen Denier vijf jaar geleden van de ontslagen Sef Vergoossen overnam, kreeg hij Van Geneugden als assistent naast zich. Binnen de kortste keren had die – 35 nog maar – het commando naar zich toegetrokken.
Zaterdag maakte Van Geneugden nog één keer zijn opwachting in de perskamer van de Cristal Arena, geflankeerd door Jos Vaessen en Harry Lemmens. In zijn binnenste liet hij niet kijken. Toen hij vorige zomer pas was bevestigd in het hoofdtrainerschap, bleek Vaessen toch nog Louis de Vries, de zaakwaarnemer van de dan al druk om zich heen kijkende Glen De Boeck, te hebben ontvangen. Zogezegd om van diens opdringerigheid af te zijn. In de club wist niemand ergens van.
Het is dat parallelle circuit, bestaande uit één man en zijn emoties, dat in het doorlichtingsrapport van Sef Vergoossen ook als belangrijkste klacht van het Genkse management staat genoteerd. Keer op keer doorkruist Vaessen met zijn eigengereide optreden het uitgezette beleid. Willy Reynders knapte erop af. Toen vorige week de De Boecklobby weer op gang kwam, stapte ook Van Geneugden op. Hij komt zeker terug. Tweede- en derdeklassers zat in Limburg voor een honkvaste trainer die zijn carrière voortaan langs lijnen van geleidelijkheid wil uitbouwen en bereid is te leren uit zijn fouten. Zijn voetbalkennis staat niet ter discussie. S
door JAN HAUSPIE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier