Een pandoering tegen Manchester United, een glansprestatie tegen Standard én de komst van twee offensieve kanonnen. De fans van Club Brugge donderden van de ene emotie in de andere. De race naar de titel is ingezet.

Neen, zijn huiswerk was dus lang niet af, zoals Vincent Mannaert, CEO van Club Brugge, zelf ook goed genoeg wist toen hij begin juni zei dat Club klaar was voor de nieuwe competitie ‘op voorwaarde dat er niemand meer zou vertrekken’. Mannaert kent immers als geen ander de ins en outs van de transfermarkt, die in deze tijden van handelen en verhandelen steeds meer de klemtoon legt op de laatste dagen als clubs, (en spelers) geleerd door hun competitiestart, de schade opmeten en nog een laatste inspanning doen. Wie begin juni denkt dat hij klaar is, is naïef. En dat kan je van de mensen bij Club Brugge absoluut niet zeggen.

Rond 20 juni moest Mannaert al verduidelijken, toen dat citaat van het huiswerk – vaak verkort en dus verkeerd weergegeven zonder de ‘als’ – als een boemerang in zijn gezicht terugkeerde. In die periode doken de eerste geruchten op. Rond MathewRyan, rond Víctor Vázquez, die druk speurde naar een nieuwe ‘uitdaging’. Eerst was sprake van Brentford, later van de rijkere Golfstaten. Rond TomDe Sutter, rond ObbiOulare. Het werk was zeker niet af, dossiers met alternatieven moesten warm worden gehouden.

Ryan vertrok, SinanBolat en Michaël Cordier (derde keeper) kwamen. Het duurde even voor de gewezen doelman van Standard en RC Genk wedstrijdfit was, maar vorige woensdag kon hij debuteren. Met een ferme pandoering tegen United, als entree kon dat tellen. Niet dat je Bolat veel kon verwijten, maar hij ging wel zonder opvallende reddingen mee ten onder. Vanuit het niets het opnemen tegen WayneRooney en co, een cadeau was dat niet. Wellicht duurt het nog wel een aantal weken voor Bolat weer zijn niveau van voor de transfer naar Porto haalt, maar als het lukt, heeft Club, dat de doelman huurt, een goeie zaak gedaan. Zeven miljoen geïnd voor de Australiër, en relatief weinig gespendeerd aan een vervanger, wiens definitieve komst pas volgend jaar moet worden gebudgetteerd. Financieel was er dus ruimte om elders te versterken.

De match tegen United – gevolgd door een logische uitschakeling, want een gehandicapt Club Brugge kon alleen dromen van een stunt – was ook de laatste van Tom De Sutter, vorig seizoen goed voor 17 goals: 10 in de competitie, 4 in de beker, 3 Europees. Met een prachtige goal zorgde hij tegen Anderlecht mee voor de bekerwinst, maar de play-offs vielen tegen. Eén doelpuntje slechts, helemaal op het einde tegen Charleroi. Fysiek was het op. Het seizoen voordien was dat ook al het geval. Na een sterk eerste deel van de play-offs was het ook toen in de beslissende fase over. De Sutter zou Club geen kampioen maken en mocht vertrekken toen Bursaspor belangstelling toonde.

Nicolás Castillo was geen alternatief, je haalt niet elk jaar een Carlos Bacca uit Zuid-Amerika. Castillo was de revelatie van de start van vorig seizoen. Tegen het einde van de transferperiode, na zes competitiewedstrijden en vier Europese duels (weliswaar in de EL) was zijn rapport qua cijfers zeer positief: 3 Europese goals, 5 in de competitie. Castillo leek gelanceerd. Niet dus: moeilijk karakter, nukkig ventje. Later uitgeleend aan Mainz, waar hij zich niet kon doorzetten vanwege een blessure. Bij zijn terugkeer werd hij nooit meer opgevist en trainde hij apart. Hij had het gehad met Brugge, zij met hem. Frosinone is zijn nieuwe bestemming.

Bleef aanvallend alleen Oulare over. Niet de fitste van de hoop – hij stond zondag tegen Standard al na een half uur te hijgen, alvorens een prachtige goal uit zijn sloffen te toveren – en ook (nog) niet de meest professionele. Er zijn hem nog wat jeugdzonden te vergeven. Ook aan vader Souleymane was werk. Maar daarmee werk je geen druk najaar – Europees, beker en competitie – tot Nieuwjaar, af. Er was dus ruimte voor nieuw offensief talent.

SPITSEN

Zondag werd de komst van twee nieuwe aanvallers afgerond: Leandro Pereira én Jelle Vossen, dé verrassing van de transferzomer.

Pereira (24) is de vervanger van De Sutter. Een Paulista, uit de regio van São Paulo. Groot, 1m90. Opgeleid in het regionale voetbal in de staat, bij een club die een samenwerking heeft met eersteklasser Paranaense. Daarna zijn weg gebaand, rustig, in 2014 aanvaller geworden bij Chapecoense, dat na 40 jaar als vicekampioen in tweede klasse de promotie naar eerste had afgedwongen. Daar viel hij toch op. Dat vonden ze ook bij Corinthians, dat onderhandelingen aanknoopte. Uiteindelijk trok hij naar Palmeiras, de concurrent in São Paulo. Zes goals maakte hij daar al in het nieuwe seizoen, maar na een paar mindere prestaties verdween hij begin augustus naar de bank en nu naar Europa.

Club nam zondag ook Jelle Vossen (26) over van Burnley. Blauw-zwart was al jaren geïnteresseerd in Vossen, maar nooit vielen de kaarten goed. Een rechtstreekse transfer binnen België ligt gevoelig, ook bij Gent polsen naar Thomas Foket als mogelijk alternatief op rechtsachter, stuitte snel op een njet. Via een ommetje langs Burnley lukte het met Vossen wel. De modale Engelse tweedeklasser stelde Vossen in de eerste drie wedstrijden van het nieuwe seizoen nog wel telkens een uurtje op, maar daarna niet meer. Scoren lukte Vossen niet. Vorig seizoen, in Middlesbrough, doofde het ook langzaam uit, waarna zijn huur niet werd omgezet in een definitieve overeenkomst. Vossen wilde absoluut weg bij Genk, en kan nu, gerijpt door een buitenlands avontuur in wellicht voor hem een verkeerde competitie, zijn carrière in Brugge verder zetten. In vergelijking met Pereira heeft Vossen het voordeel van direct rendement.

Voor een stuk de keuze van zijn hart. In Genk ligt het gevoelig, bleek al uit de eerste reacties, maar als kind was Jelle Vossen fan van Club. In 2007 gaven zijn ouders dat al toe in een gesprek met dit blad. Een beetje meegesleurd door pa Rudi, die geen match van Club op tv miste en het karakter en de mentaliteit van blauw-zwart loofde. Pa’s eerste verplaatsing met Club Luik was naar het Club van EdiKrieger, RogerDavies en BirgerJensen. Die wedstrijd bleef hem altijd bij, zijn enthousiasme stak ook de zoon aan. Pas toen die voor Genk tekende, keerde dat.

WEELDE

Afgelopen maandag legde Club de kaarten op tafel. Spitsen van 24 en 26 met wat bagage (en nog doorverkoopmogelijkheden), dat is wat anders dan NikolaStorm en TuurDierckx, tot voor zondag ’topschutter’ met twee goals. Standard sukkelt, Genk bouwt, Anderlecht en Gent (vorig seizoen vrijgesteld van Europees en fris begonnen aan de play-offs na een korte ‘vakantie’) zoeken. De Buffalo’s zullen straks ook moeten leren omgaan met Europese verplaatsingen en (al dan niet zware) nederlagen: Club is op papier favoriet.

Offensief is er weelde, al was die er vorig seizoen ook. Negenenzestig keer scoorde Club Brugge in de reguliere competitie vorig seizoen, ruim beter dan de tweede, KV Kortrijk (55) en de latere kampioen AA Gent (52). In de play-offs kwamen er nog 16 goals bij, ondanks de blessures in het offensieve compartiment. Dat Club de titel niet pakte, had minder met goals te maken, al keek men in de analyse wél naar de centrumspitsen, die het op beslissende momenten lieten afweten. Club had gewoon geen killer.

Het is eerder verdedigend dat toen het schoentje neep. Niet in de reguliere competitie – waar Club ook nog eens de beste verdediging had met 28 tegengoals – wel in de play-offs. 16 tegengoals, alleen Kortrijk slikte er meer. Statistici weten het al langer: het loont meer om de nul te houden dan om zelf veel te scoren. Vooral die efficiëntie achterin kostte blauw-zwart de titel. Aan talent lag het nochtans niet. Thomas Meunier, Bjorn Engels, Brandon Mechele, Oscar Duarte zelfs, er is kwaliteit, zeker voor de Belgische top. Maar de lichamen speelden een rol: Meunier viel uit, Engels speelde al een jaar niet, en Duarte heeft altijd wel iets. De Costa Ricaan sukkelt nu met zijn achillespees en zijn adductoren, en dat gaat ten kostte van zijn wendbaarheid. Tegen Manchester United en Standard kostten zijn foutjes goals.

Club, zo constateerden de trainers in de andere dug-out tijdens de maand augustus, heeft nog altijd een defensief probleem. Nog altijd geven voetbalploegen liever veel geld aan spitsen (hogere doorverkoopwaarde) dan aan verdedigers. Het werd niet blootgelegd door Standard afgelopen zondag, eerder wél door Manchester United en Zulte Waregem. Te veel (gedwongen) personeelswissels, Europees dit seizoen al 9 goals tegen (weliswaar in de zwaardere kwalificaties voor de CL), en 6 in de competitie, vorig seizoen rond deze tijd (mét Engels, vier keer in de basis) in de competitie ook al 7 tegen in 6 competitiewedstrijden. Er is werk voor de defensie.

Net als een jaar geleden kan Club begin september beginnen te bouwen, nadat het eerste doel, de Europese kwalificatie, werd gehaald. Nu met 10 op 18 na een moeilijke zomer, vorig seizoen met 9 op 18 op hetzelfde moment. Nu met 7-1 tegen Standard als slotakkoord op de laatste speeldag van augustus, toen met een 2-2 tegen Anderlecht. Toen moesten FelipeGedoz, Ruud Vormer en JoséIzquierdo worden ingepast en Lior Refaelov, De Sutter en Oulare fysiek op niveau worden gebracht. Nu geldt dat laatste voor Refaelov (opnieuw), Gedoz (door te veel wedstrijden vorig seizoen overbelast), Izquierdo en OuIare, terwijl Vossen en Leandro Pereira moeten worden ingepast (en Hans Vanaken nog zoekt naar zijn ideale plaats).

Trainer zijn is eeuwig herbeginnen, met steeds nieuwere opties. Met dit voordeel: jongens als Vanaken en Vossen zijn fysiek veel regelmatiger. Misschien (wellicht) haalt dat het in de long run. Afspraak in de play-offs, na – op basis van de loting toch – opnieuw uitzicht op Europese overwintering. Vandaar de sterkte van de kern.

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

Als kind was Jelle Vossen fan van Club Brugge.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content