Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

SV Roeselare trok vorige week Dennis van Wijk aan als trainer-technisch directeur. De Nederlander was van 2003 tot 2006 al hoofdtrainer op Schiervelde. Hij promoveerde toen met de club naar de eerste klasse en realiseerde daar het eerste seizoen het behoud. Daarna trainde hij Willem II, KV Oostende en Sint-Truiden. Momenteel was hij scout voor West Bromwich Albion. Wat wordt de impact van de trainerswissel?

Koen De Vleeschauwer (37) voetbalde de voorbije drie seizoenen bij SV Roeselare, één jaar onder Dennis van Wijk en twee onder Dirk Geeraerd. Hij kent de trainers en de club en heeft er een mening over. “Van Wijk is geen slechte keuze”, vindt De Vleeschauwer, die na veertien seizoen eerste klasse nu bij derdeklasser Oudenaarde speelt en daarnaast werkt als salesmanager voor de voetbalschoenen en -kledij van het merk Patrick. “In deze situatie is Roeselare niet gebaat met een rustig type. Sommigen zullen schrikken. Zijn aanpak en methodes zijn op het randje, maar hij kan ermee voor een schokeffect zorgen. Van Wijk roept en tiert, verwijt en scheldt soms. Dat kan aanslaan of tegenslaan, maar het is hoe dan ook nodig dat er op tafel geklopt wordt. Misschien is hij ondertussen, met zijn ervaring in Nederland en bij Sint-Truiden, ook al wat geëvolueerd.

“Van Wijk is nog temperamentvoller dan Geeraerd. Het verschil is: hij flapt het eruit. Geeraerd is venijniger in zijn opmerkingen. Sarcastischer. Het bleef meer hangen en het werd door sommigen ook minder goed geaccepteerd. Ik hoor wel dat hij dit seizoen ondanks de slechte resultaten niet impulsief maar poeslief was.

“Geeraerd traint zeer tactisch. Niet alleen ik vond dat er meer nood was aan de intensiteit en de scherpte van partijtjes vier tegen vier. Van Wijk kan een ploeg fysiek klaarzetten voor het weekend. Zijn manier van spelen is ook directer, een beetje op z’n Engels. Ik geloof er wel in.”

Het was geen goede optie om de kern helemaal te vernieuwen en het was ook niet de enige optie, vindt De Vleeschauwer. “Zeker in een seizoen waarin er vier clubs kunnen zakken, is het een groot risico om een nieuw team te bouwen”, zegt hij. “Ze hadden meer inspanningen moeten doen om de groep samen te houden en er vier echte versterkingen bij te halen. Oké, veel spelers hadden vorig seizoen akkefietjes met Geeraerd. Er zijn toen vanuit de groep signalen gegeven naar het bestuur dat het zo niet verder kon, maar mits een goede dialoog waren die problemen volgens mij niet onoplosbaar. Wim De Coninck streek op het einde veel plooien glad, hij zat daarvoor zelfs eens twee uur bij mij thuis. Toen we ons met zeges tegen Sint-Truiden en Germinal Beerschot redden, was iedereen weer tevreden. Maar toch hoorde ik links en rechts dat al diegenen met wie Geeraerd wat ruzie had gehad aan de kant geschoven zouden worden. De optie in mijn contract werd niet gelicht, El Araichi kon bijna gratis naar Moeskroen, Smits vloog naar de B-kern et cetera. Van Wijk nam Smits er meteen weer bij.

“Er werd geopteerd om met De Coninck nieuwe spelers binnen te halen, maar wellicht was er onvoldoende kapitaal om voldoende kwaliteit aan te trekken. Bovendien: Roeselare is altijd trots geweest op zijn vechtersmentaliteit, misschien beschikt het nu over iets te weinig zulke spelers.

“Wij voelden het aankomen. Wat we voorspelden, is uitgekomen.”

CHRISTIAN VANDENABEELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content