Zes dagen na het einde van de Tour vindt zaterdag de 34e Clásica San Sebastián plaats, de enige Spaanse eendagswedstrijd op de WorldTourkalender. Met sinds 2010 de dubbele beklimming van de Jaizkibel (7,8 km aan 5,8 procent) en de Arkale (2,7 km aan 6,3 procent) als scherprechters. Aan die formule hebben de organisatoren echter gesleuteld: de totale afstand wordt met 13 kilometer gereduceerd (van 232 naar 219) en in de ultieme finale lassen ze na de Jaizkibel/Arkale nog een lokale ronde van 16 kilometer in. Daarin de Bordako Tontorra, een smalle klim naar het meteorologisch observatiecentrum van Igeldo, 2,5 km klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage van 9 en pieken tot ruim 20 procent.

Traditioneel is de Donostia-Donostia Klasikoa – de Baskische naam – een gevecht tussen ronderenners en de klassieke specialisten die doorgaans de Tour hebben afgewerkt. Wie na drie weken koersen enigszins fris Frankrijk verlaat, heeft immers een streepje voor. Niet toevallig kwamen de laatste zes winnaars van de Clásica (Gallopin, León Sánchez (2x), Gilbert, Barredo en Valverde) uit La Grande Boucle.

Dat de renners die een ander pad richting San Sebastián volgen – vaak via de Ronde van de Waalse Gewesten/Tour de l’Ain -, niet helemaal kansloos zijn, bewezen Gianni Meersman en Greg Van Avermaet met een derde plaats in respectievelijk 2012 en 2011. Van Avermaet komt deze keer wel uit de Tour en zal zijn hoogvorm proberen te verzilveren, Meersman herhaalde zijn voorbereiding van 2012 met een stage in Calpe en de Ronde van Wallonië.

De vraag is of de nieuwe finale beiden wel past. De steile Bordako Tontorra lijkt meer op het lijf geschreven van Philippe Gilbert en Jelle Vanendert, die net als Meersman de Tour links lieten liggen. Gilbert met de Vuelta en het WK in het achterhoofd, Vanendert wil zich volop richten op San Sebastián, de twee Canadese WorldTourkoersen, (eventueel) het WK en de Ronde van Lombardije. “Mijn ploeg heeft punten nodig voor het WorldTourklassement voor teams (Lotto-Belisol stond voor de Tour op de 17e en voorlaatste plaats, nvdr) en aangezien in die eendagswedstrijden een pak meer punten te verdienen zijn dan in etappes in grote rondes, hebben we daarvoor geopteerd”, vertelt Vanendert. “Een goed klassement in de Tour behalen is voor mij immers niet makkelijk, en een rit winnen zoals in 2011 op Plateau de Beille zal me niet elke keer lukken. In het voorjaar heb ik bovendien al bewezen dat ik in de zware eendagswedstrijden makkelijk(er) kan scoren.

“Het is wel afwachten of ik na de Ronde van Oostenrijk, een stage in het Zwarte Woud en de Ronde van de Waalse Gewesten (die vorig weekend begon en vandaag eindigt, nvdr) al genoeg ritme en fond zal hebben om tegen de Tourrenners op te boksen. De nieuwe finale moet me alleszins wel liggen, want de laatste klim zal na de eerste grote schifting op de Jaizkibel de rappere mannen helemaal overboord gooien. Voel ik me toch minder, dan offer ik me op voor ploegmaat Tony Gallopin, die vorig jaar won in San Sebastián. In de EnecoTour zal ik dan verder opbouwen richting de GP’s van Montreal en Québec.”

Of dit programma, zonder Tour, ook de volgende jaren een optie is, kan Vanendert nu niet zeggen. “Dat is afhankelijk van mijn resultaten de komende weken, van het Tourparcours van volgend jaar, van de wens van de ploeg om in de Tour nog een extra vrijbuiter/klimmer in steun van Jurgen Van den Broeck in te zetten… Ik wil alleszins wel nog eens terug naar de Tour. Daarvoor heb ik er te goede herinneringen aan.”

DOOR JONAS CRETEUR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content