Na meer dan twintig jaar groen-zwart gaat Bram Vandenbussche vandaag de strijd aan tegen ‘zijn’ Cercle Brugge. De inzet is hoog: een plek in de bekerfinale. ‘Dit zijn de belangrijkste tien dagen in de geschiedenis van Roeselare.’

Nog drie wedstrijden en dan weet SV Roeselare waar het aan toe is. Zondag beslist de wedstrijd tegen Westerlo over het behoud in eerste klasse, maar vandaag moeten de West-Vlamingen al aan de bak in de halve finale van de beker tegen Cercle Brugge. Een vooruitblik met Roeselarespeler Bram Vandenbussche, die vanaf zijn zes jaar tot deze zomer voor Cercle Brugge voetbalde.

Hoe ga je om met die dubbele situatie: de strijd om het behoud én tegelijk een unieke kans om de bekerfinale te halen?

Bram Vandenbussche: “Roeselare in eerste klasse houden is de prioriteit, maar een halve finale blijft een halve finale. Voor mij is het de tweede keer op rij, want vorig jaar stond ik op hetzelfde punt met Cercle Brugge. Ik weet dus maar al te goed hoe het voelt om op een zuchtje van de finale te zijn. Na de competitiematch tegen Westerlo, enkele dagen later, weten we dan hoe we ervoor staan. Wat het resultaat in de competitie ook moge zijn – eindronde of play-off 2 – het seizoen zit er dan nog niet op. We moeten ons na dat weekend echt volledig opnieuw opladen voor de terugmatch van de halve finale tegen Cercle. Het verschil tussen hemel en hel zal dicht bij elkaar liggen. In eerste klasse blijven én de bekerfinale halen, het zou sowieso een mijlpaal zijn voor Roeselare. De komende tien dagen zijn misschien wel de belangrijkste uit de geschiedenis.”

Cercle draait de laatste weken erg goed en leeft vol vertrouwen naar de halve finale toe. Jij kent het huis: zijn ze bij Cercle niet iets té zeker van de goede afloop én het ticket voor de finale?

“De beker leeft bij Cercle natuurlijk enorm, zeker omdat de vereniging er ook vorig seizoen al heel dichtbij was. Ergens is het logisch dat Cercle tevreden is met ons als tegenstander. Het is een leuke streekderby en we zijn nu eenmaal de hekkensluiter in de competitie. Ik weet dat ze er alles aan zullen doen om in de finale te raken. Dat ze twee weken geleden voluit gingen tegen Lokeren was voor een deel om de degradatiestrijd open te houden. Dat Roeselare tot het bittere einde zal moeten bikkelen voor het behoud speelt natuurlijk in het voordeel van Cercle.”

Je bent tot op vandaag een icoon bij Cercle Brugge. Hoe raar zou je het vinden om het tot in de bekerfinale te schoppen, maar daar op de Heizel niet in het vertrouwde groen-zwart te staan?

“Helemaal niet raar. Ik speel nu bij Roeselare, dus is het logisch dat ik die kleuren draag. De overgang is al bij al heel vlot verlopen, ik ben er snel geïntegreerd. Er zijn parallellen met Cercle. Ook bij Roeselare zijn de groepsgeest en een positieve mentaliteit belangrijk. De sfeer in de kleedkamer is er aangenaam, alleen is er een infrastructuurprobleem: op Schiervelde zijn er letterlijk twee kleedkamers samengebracht. Men heeft er één ruimte van gemaakt, maar doordat er nog een stukje van die scheidingsmuur staat, heb je eigenlijk twee aparte delen in de kleedkamer. Wij zitten met de West-Vlamingen in één deel, de jongens die Engels met elkaar spreken zitten in het andere deel.”

Kliekjesvorming dus?

“Nee, dat totaal niet. We hebben een kern met veel verschillende nationaliteiten, maar ook met verschillende types spelers. Bij Roeselare zijn er een aantal frivole voetballers met een actie in huis, maar er zijn evengoed hardwerkende en lopende types. Eigenlijk kunnen we niet zonder elkaar. Wij ruimen heel veel op in de rug van de aanvallende mannen, maar zonder hen is er natuurlijk geen dreiging.”

De huidige tactiek, met twee controlerende mensen op het middenveld, speelt natuurlijk in jouw voordeel …

“Dat klopt, maar los van de tactiek ben ik gewoon blij dat ik me weer in de ploeg heb geknokt. In januari kwam ik amper van de bank, maar ik heb nooit aan mezelf getwijfeld. Als ik speelde, deed ik het volgens mijn eigen aanvoelen nooit slecht. Ondanks alles heb ik dit seizoen bij Roeselare toch al meer op het veld gestaan dan in mijn laatste seizoen bij Cercle.”

Achteraf bekeken was het dus de juiste keuze om Cercle Brugge te verlaten?

“Dat was natuurlijk een heel moeilijke beslissing. In voetbal mag je niet alleen je hart laten spreken … Als je te horen krijgt dat je ook in het volgende seizoen niet op veel speelminuten moet rekenen én dat je contract niet verlengd zal worden, dan weet je het wel. Zoiets is niet leuk om te horen, en op mijn leeftijd wil je natuurlijk zo veel mogelijk spelen, dus je moet rationeel zijn en vertrekken.

Roeselare, op een halfuurtje rijden van Brugge, werd de nieuwe uitvalsbasis. Een puur praktische keuze?

“Roeselare is inderdaad de dichtstbijzijnde eersteklasser, Club Brugge even niet meegerekend. ( lacht) Maar dat alleen gaf natuurlijk niet de doorslag. Ook de stijl van het huis ligt mij wel: mouwen opstropen en vechten tot de laatste snik. Er is hier ook een nog vrij jonge spelersgroep en ik probeer waar mogelijk wat ervaring bij te brengen. Plus: ik kende de trainer natuurlijk, want toen Dennis van Wijk Cercle trainde, speelde ik alles. Hij kan perfect inschatten wat ik kan en wat niet. Omgekeerd ben ik dan weer vertrouwd met zijn aanpak, want daarmee moet je natuurlijk wel overweg kunnen.”

Wil je ooit nog terugkeren naar Cercle Brugge?

“Als speler zal dat er wel niet meer inzitten. Eens je te horen krijgt dat je niet meer voldoet, zie ik niet in waarom dat achteraf nog zou veranderen. Maar zeg nooit nooit, misschien in een andere functie.”

Jij hebt Cercle onder Glen De Boeck zien evolueren en professionaliseren, maar je bent daar wel zelf het slachtoffer van geworden …

“Zo zie ik het niet, ik voel mij helemaal geen slachtoffer. Verandering is nooit makkelijk en heeft tijd nodig. Cercle maakte een indrukwekkende groei mee. Onder Jerko Tipuric was het motto: als we erin blijven, is het goed. Daarna kwam een periode met ups and downs onder Harm van Veldhoven, maar de professionalisering werd langzamerhand voortgezet. En uiteindelijk streek een ambitieuze trainer als Glen De Boeck neer op Cercle. Hij zei zonder veel dralen: ‘Waarom zou Cercle geen zesde of vijfde kunnen worden?’ Je moet daar eerlijk in zijn, ik zal nooit het niveau halen van een Oleg Iachtchouk. Was ik wel goed genoeg geweest, dan speelde ik nu nog bij Cercle.”

door bregt vermeulen

Ik voel me geen slachtoffer van de vernieuwings-operatie onder Glen De Boeck.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content