Vijf Belgen – eigenlijk zes, of nee: zéven – werden kampioen in de Russische tweede klasse. Sport/Voetbalmagazine zag Krylja Sovetov Samara zijn laatste wedstrijd met 3-0 winnen en coach Frank Vercauteren op Russische schouders gaan. Trots: ‘We hebben ons hier op de kaart gezet. Ik kijk enorm uit naar de Premjer-Liga.’

Jos Daerden bijt in een appel en vertelt. Hoe ze afgelopen zondag na de krappe 1-0 tegen SKA Energiya met de Belgische kliek nog op restaurant waren gegaan. “Doen we altijd.” Bleek de televisie er op het voetbal afgestemd te staan. Leider Anzji werkte zijn wedstrijd van de voorlaatste speeldag af. Lichte opwinding maakte zich meester van het Belgische gezelschap toen het de tussenstand in de gaten kreeg: 0-1. Frank Vercauteren vond het maar niks. Op zijn vraag ging het toestel uit, waarna de blikken naar de iPhones verhuisden. Anzji stelde gelijk, maar verder kwam het niet. Een gebalde vuist, een schouderklop. Krylja Sovetov Samara stond onverwacht op kop en had plots zijn titellot in eigen handen. Met winst op de laatste speeldag was het kampioen.

Het zou nog mooier worden die zondagavond. Na Krylja en Anzji begon toen Tosno aan zijn op één na laatste wedstrijd. Het nummer drie uit de rangschikking. Als dat ook punten liet liggen, kon Krylja onmogelijk nog uit de top twee tuimelen. De nummers een en twee uit de Russische tweede klasse promoveren rechtstreeks naar de Premjer-Liga. Drie en vier spelen barrages. Vercauteren had nu ook genoeg van het iPhonegedoe. Besloten werd de toestellen in te leveren bij Lucille, zijn vriendin die speciaal voor de laatste thuismatch van manlief was afgereisd. De spanning aan tafel steeg met de minuut. Tot het verlossende nieuws doorsijpelde: Tosno was op 0-0 blijven steken. Schouderklopjes werden knuffels. Ontlading. De promotie was een feit en de avond werd nog mooi.

Ervaring in Oekraïne

Daerden vertelt het terwijl we door de chauffeur van de club over met kraters bezaaid asfalt naar het stadion worden geslalomd. “Samara heeft de slechtste wegen van heel Rusland”, moppert hij en wijst en passant op gasleidingen die in gele buizen als rekstokken over wegen en door tuinen lopen. Daerden trekt als spion naar de laatste training van de tegenstander van morgen, het al tot degradatie veroordeelde Chimik. Door een ultieme ingreep van de Russische bond speelt dat zijn ’thuiswedstrijd’ niet in Dzerzjinsk, maar in Samara. De officiële uitleg luidt dat door een manifestatie in Dzerzjinsk er onvoldoende politie beschikbaar is in de stad om ook de veiligheid in het stadion te garanderen. En dus wordt alles omgedraaid. Alsof Anderlecht op de slotspeeldag moet winnen in Lokeren om kampioen te spelen, maar dat wegens kermis op Daknam in het eigen Vanden Stockstadion mag proberen te doen, waarna dichtste achtervolger Club Brugge zich daar goedschiks bij neerlegt. In Rusland kan het.

Daerden zette midden juni 2014 zijn krabbel als assistent-coach van Krylja. Een week na de aanstelling van Vercauteren en Bart Caubergh, de conditietrainer met wie Vercauteren eerder bij RC Genk en Al Jazira werkte. “Ik had Frank een bericht gestuurd toen ik las over Russische interesse voor hem. Ik schreef dat ik bereid was mee te gaan, dat ik ervaring had in Oekraïne en de taal sprak. Ik kreeg een keurig antwoord. We spraken af in Leuven en raakten het snel eens. De volgende dag zijn hij en Bart naar Rusland vertrokken. Ik heb me een week later bij hen gevoegd op het oefenkamp in Duitsland. Ik voel me niet te goed voor een job als T2. Met Sef Vergoossen, Co Adriaanse en Michel Preud’homme deed ik het al eerder. Frank durft een T1 naast zich te nemen. In Al Jazira was het Hugo Broos, nu ben ik het. Top vind ik dat. We hebben wel moeten wennen aan mekaar. Dat heeft een tijd geduurd, want we kenden elkaar niet. Ondertussen is alles veel makkelijker voor mij. Ook voor hem, denk ik.”

Daerden voelt zich in zijn sas bij Krylja. Terug in de wagen rakelt hij zijn tijd bij Metalurh Donetsk op. Daar in Oekraïne leerde hij zijn huidige vrouw Anja en haar dochter kennen. Haar ouders wonen er nog altijd, in een verscheurd land. “Ik heb de nieuwe luchthaven van Donetsk nooit gezien. Nu is ze platgebombardeerd. Toen we op het eind van de winterstop met Samara in Moskou de kwartfinale van de beker tegen CSKA speelden, belde Anja me. De papa van haar dochter was doodgeschoten. Stond gewoon voor een verkeerslicht. Eenenveertig jaar.”

Bij de gouverneur

In de basa is het ondertussen tijd voor de avondlunch. Op het bewaakte complex wonen en trainen de staf en de spelers van Krylja. Ieder heeft er zijn eigen kamer, sommigen hebben ook een appartement (zoals ex-Genkspeler Jeroen Simaeys) of huis (zoals Vercauteren) net buiten het complex of in de stad. Twee voltijdse ploegen van elk zes vrouwen houden afwisselend de keuken draaiende. Alles is aanwezig op het domein: van oefenveld over sporthal tot zwembad. Comfortabel, maar zonder luxueus te zijn. Ook Vercauteren is ondertussen terug van zijn bezoek aan de gouverneur. Sinds de promotie officieel is, houden de plichtplegingen niet op. De gouverneur van de oblast – zeg maar: de provincie waarvan Samara de hoofdstad is – is de machtigste man in de club die drijft op overheidsgeld. Voorzitter is de lokale minister van Sport.

Vercauteren heeft aan de laatste training voor het titelduel met Chimik moeten verzaken en informeert bij Caubergh naar hoe die is verlopen. De sfeer is ontspannen. Met de voortijdige zekerheid over promotie is het doel al bereikt. Toch valt in elk gesprek de uitdrukking ‘kers op de taart’. Wanneer pak en das weer zijn ingeruild voor sportkleding, voorziet de coach zichzelf van koffie en vertelt over zijn allereerste gesprek met de minister in Nice. “Ik zag een club met mogelijkheden en ambitie. Na Sint-Petersburg is Samara de meest voetbalgekke stad van Rusland. Ik speel liever in tweede klasse met een club die iets kan bereiken dan voor de twaalfde plaats in eerste klasse, zoals vorig seizoen met KV Mechelen. Dat interesseert mij eigenlijk niet. De ambitie van in het begin hier was: we móéten promoveren. Ze zouden daar alles aan doen en mij er ook de middelen voor geven. Het perspectief om na dat ene jaar in de Premjer-Liga te kunnen spelen sprak mij enorm aan.”

De uitdaging was simpel: “In een land met zo veel potentieel iets neerzetten. Heel veel trainers zouden nu in mijn plaats willen zijn. Er komen nu eenmaal niet veel buitenlanders binnen in Rusland. Ik ben dus bevoorrecht.”

Betonrot op ijzer

Wedstrijddag. Wanneer de spelersbus van de basa afdraait, staan enkele tientallen luidruchtige fans hun helden met claxons en vlaggen op te wachten. Onder politiebegeleiding gaat het door de file naar het stadion. De plek ademt Oost-Europese tristesse. Mooie nostalgie tegelijk. Een hoofdgebouw met sporthal en kleedkamers achter een van de doelen en drie onoverdekte, door betonrot aangetaste tribunes op verroeste ijzeren constructies. Onder de tribunes is het één groot rokershol: nergens anders in het stadion mag er worden gerookt. In een van de hoeken een groot bord met hoe het nieuwe stadion eruit zal zien. Samara is een van de steden waar tijdens het WK 2018 in Rusland zal worden gevoetbald. Over drie jaar verhuist Krylja.

Het bezoek uit België is beperkt gebleven. Buiten Sport/Voetbalmagazine zijn ook de ouders van Bart Caubergh van de partij, tantJosiane en nonkPierre voor de intimi. We krijgen plaatsen in het vipvak, net voor het handvol overdekte stoelen voor de gouverneur, de minister en hun gevolg. Cauberghs vriendin Deborah is er niet, opgehouden door de stroompanne in Zaventem. En Lucille had net speciaal de laatste thuiswedstrijd bijgewoond. Dacht ze, tot de Russische bond aan het improviseren sloeg. Glenn, een van Vercauterens vier zonen, is er wel. Hij werkt sinds kort als kinesist voor WS Bruxelles en reist zijn vader geregeld achterna. Hij was erbij toen Krylja op stage was in Abu Dhabi en Turkije. Als kinesist, een lacune in de begeleiding bij Russische clubs. “Ze zien hem al niet meer als mijn zoon, maar als lid van de staf”, zal Vercauteren later zeggen.

Kort voor de aftrap klimt Balder Berckmans hoog boven in de tribune. Berckmans werkte voor Jan Van Winckel bij Al Ahli in Saudi-Arabië. Vercauteren betrok hem in oktober als kinesist en revalidatietrainer bij zijn staf. Glenn zit iets hoger dan wij in het vipvak, naast scout Maxim Lyapin – Belgen zes en zeven in het Belgisch-Russische succesverhaal. Lyapin verhuisde als twaalfjarige met zijn ouders naar België en bracht zijn tienerjaren hoorbaar door in Roeselare.

Samen op een selfie

De wedstrijd heeft weinig om het lijf. Vercauteren mist twee spitsen en zijn ploeg scoort zo al moeilijk. Gemiddeld anderhalve goal per wedstrijd. Qua publieksopkomst wordt een nieuw seizoensrecord gevestigd: 14.500 toeschouwers. Daarmee is het stadion niet eens half gevuld, maar de akoestiek is wonderbaarlijk. Bij een zwoele temperatuur en onder een dreigende hemel wordt het 3-0 – correctie: 0-3. Nadson valt in kort voor het einde, Simaeys komt niet van de bank af. Buiten beide ex-Genkenaren telt de selectie nog vier buitenlanders: een Macedoniër, twee Wit-Russen en nog een Braziliaan. Meer dan drie mogen er nooit tegelijk op het veld staan.

De festiviteiten blijven sober. Luide muziek, ereronde van de spelers, medaille van de gouverneur. In een bescheiden wolk van kleursnippers wordt de kampioensbeker in de lucht gestoken. Vercauteren gaat op de schouders, Caubergh en Daerden samen op een selfie. Supportersgezang rolt van de trappen, maar verder blijft het rustig. Een halfuur later is het stadion al leeg. Een klein groepje jonge fans ontsteekt nog vuurwerk aan de spelersbus, maar nog voor die vertrekt, is van hen geen spoor meer. Nergens een kraam met drank of eten.

De volgende ochtend gaat Caubergh bij zijn ouders aan het ontbijt zitten. Niet eens met kleine oogjes. Het kampioensfeest had niet de allure van dat met Genk vier jaar geleden. “Dit hele jaar is een avontuur geweest”, zegt hij. “Het niveau en de uitstraling: alles was tweede klasse. Slechte stadions, slechte velden, slechte hotels. Maar het was een once in a lifetime ervaring waarover ik de rest van mijn leven kan vertellen. Als fitnesscoach heb ik een schat aan informatie opgedaan. Eén grote periodiseringspuzzel was het. Super!”

Zes tijdzones doorkruisen

Voor het leggen van zijn puzzel maakte Caubergh gebruik van het programma dat zijn grote Nederlandse voorbeeld Raymond Verheijen gebruikte bij het Zenit Sint- Petersburg van Dick Advocaat toen dat in 2008 de UEFA Cup won. “In de winterstop hadden we zeven weken voorbereiding. In maart herbegonnen we met drie wedstrijden op een week. We pakten vier op zes en ontvingen vervolgens Anzji. We wonnen met 1-0: een kantelpunt. Het tweede kantelpunt was de 1-0 tegen Orenburg. Een doelpunt in de 93e minuut. Daar sloegen we de kloof met de vijfde plaats. Van de dertien wedstrijden na de winter wonnen we er elf. We verloren geen enkele keer en incasseerden slechts één tegendoelpunt. We hadden bijna geen blessures en speelden vrijwel altijd met de sterkste ploeg. In die zin doet deze prestatie mij hard denken aan het titeljaar met Genk. Toen hadden we ook amper blessures. Bij Al Jazira zijn we buiten gegooid toen we tweede stonden en nog in beide bekers zaten. Hier stonden we bij de winterstop maar net binnen de doelstelling: de top vier. De laatste wedstrijd toen was kantje boord. Maar Frank heeft de tijd gekregen om zijn werk af te maken. En hij hééft het afgemaakt.”

Voor de kortste verplaatsing was het team vijf uur onderweg. Voor de verste vierentwintig uur, met doorkruising van zes tijdzones. Dat was toen er in Sachalin moest worden gevoetbald, tegen de grens met Japan, en vervolgens in Vladivostok. Op de verplaatsing naar Sint-Petersburg na verliep elke reis via een tijdrovende tussenstop in Moskou. Aankomen in Sachalin gebeurde om negen uur ’s ochtends wanneer de biologische klok van de spelers op twee uur ’s nachts stond. Wanneer eten, trainen, slapen: die puzzel moest Caubergh leggen. Beide duels werden met een clean sheet gewonnen, ondanks het kunstgras die naam onwaardig. Een derde kantelmoment, want alle rechtstreekse concurrenten lieten punten liggen. Terug thuis kreeg iedereen twee dagen vrij van Vercauteren.

Eén keer moest met de bus worden gereisd. Voor het duel met Tosno. Caubergh: “We vlogen eerst naar Sint-Petersburg. Daar volgde een rit van vier uur in een bus zonder airco bij vijfendertig graden. We verbleven in hetzelfde hotel als de tegenstander. De wedstrijd begon met een kwartier vertraging omdat er geen brandweer was. Het veld was niveau derde provinciale en er zat tweehonderd man. En dat allemaal voor een match in tweede klasse! Daarom zeg ik: het was een avontuur, maar je maakt het liever geen tweede keer mee. Zonder promotie waren we niet gebleven.”

Uit de comfortzone

De hele zondag na de kampioensmatch gaat voor Vercauteren op aan individuele gesprekken met zijn spelers. “Ik ben heel blij met de keuze die ik heb gemaakt”, blikt hij op het eind van een lange dag terug op een bewogen jaar. “Ik heb hier kunnen werken zoals ik wilde. Iets wat ik misschien niet echt had verwacht. We hebben hier zaken geïntroduceerd die helemaal nieuw waren. Dat heeft veel overtuigingskracht van ons gevraagd. We maakten komaf met het junkfood van de luchthavens en zorgden ervoor dat de spelers vooraf gezond aten op de basa. Het was ook geen groep. We hebben ze moeten leren om samen aan tafel te zitten en voerden het verplichte ontbijt in. Anders kwamen ze toch maar tien minuten voor de training in hun slaapkledij naar beneden en staken snel iets in hun mond. Gelukkig luisteren ze goed: de trainer is hier nog de baas. Als je iets vraagt, doen ze het.”

Het budget voor voeding ging maal drie. Nog meer Russische gewoontes gingen op de schop. “Het was hier de gewoonte om daags voor een uitmatch te vertrekken, de hele nacht te vliegen, ’s ochtends aan te komen en na de middag te spelen. Wij hebben dat door de Bakala Academy van Peter Hespel in Leuven laten onderzoeken. Zij hebben ons gezegd: doe dat niet. Op één keer na zijn we altijd twee dagen vooraf vertrokken. Ik zou graag ons reisbudget eens willen zien.” (lacht)

Cruciaal in het succes waren de twee oefenkampen in Abu Dhabi in januari en februari. “Wij hebben daar heel zwaar op aangedrongen. Moeten pushen tot op het hoogste niveau. De roebel stond slecht en hun vrees was dat de mensen zouden denken dat we op vakantie gingen. We hebben ze uit hun comfortzones gehaald en de resultaten zijn gevolgd. We kunnen dat nu gebruiken, maar het blijft moeilijk. Dit is een conservatief land en dat had ik niet verwacht. Ik heb geleerd dat je meningen over een land verkeerd kunnen zijn. Maar omgekeerd heb ik ook een aantal vooroordelen over Rusland en de Russen moeten bijstellen. Zo heb ik in deze club veel meer warmte gevoeld dan in Portugal bij Sporting. Hoe raar dat ook klinkt.”

Op de kaart gezet

Sportief breekt er een drukke tijd aan nu. Over drie weken start de voorbereiding op het nieuwe seizoen in de Premjer-Liga al. “Voor tweede klasse hadden we een heel goede ploeg, met echt goede spelers. Beter dan wat ik bij KV Mechelen had. Maar daarvoor moesten we wel eerst zes, zeven nieuwe spelers halen. En in de winter nog eens drie. Pas dan hadden we alle posities dubbel bezet. Het probleem was dat ik vooraf geen inventaris had gemaakt. Men zei mij dat het niet te begrijpen was dat ze met al die kwaliteit waren gedegradeerd. Toen ik begon, kwam ik snel tot de vaststelling dat er wél een gebrek aan kwaliteit was. Hier denken ze nog dat iemand met een zwaar contract per definitie een goede speler is. Ondanks de titel zullen we ons nu opnieuw moeten versterken. Dat zal weer veel overtuigingskracht vragen.”

De goesting om zich te meten met de tenoren van het Russische voetbal is groot. “Dit is een voetbalstad met vijf miljoen mensen in de regio. Voor de club was deze promotie erg belangrijk. In 2018 komt het WK naar hier. De ambitie is om tegen dan boven in de Premjer-Liga mee te draaien. De luchthaven is al gemoderniseerd, er staat een nieuwe ijshockeyhal en er wordt een nieuw voetbalstadion gebouwd. Aan alles voel je dat deze stad in een groots project zit. Ik kijk enorm uit naar de Premjer-Liga. We hebben ons op de kaart gezet in een land met veel potentieel. Ik was de enige buitenlandse coach in tweede klasse, buiten een Litouwer die het einde niet heeft gehaald. Daardoor valt deze titel wat meer op. Ik heb kunnen laten zien dat ook een buitenlander hier iets kan neerzetten. Zelfs met andere methodes. Daar ben ik best trots op.” ?

DOOR JAN HAUSPIE IN SAMARA

“Ik speel liever in tweede klasse met een club die iets kan bereiken dan voor de twaalfde plaats in eerste klasse, zoals vorig seizoen met KV Mechelen.”

“Iedereen die mij al heeft gebeld, heb ik hetzelfde antwoord gegeven: ik vertrek hier niet.”

“Ik heb kunnen laten zien dat ook een buitenlander hier iets kan neerzetten. Daar ben ik best trots op.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content