‘Venanzi zei dat ik ging slagen’

© BELGAIMAGE - LUC CLAESSEN

Geaccidenteerd parcours, atypische carrière? Niet noodzakelijk een beletsel om het te maken, Reda Jaadi levert het bewijs. Een van de revelaties van Antwerp blikt voor het eerst terug op het bewogen begin van zijn carrière en, naar aanleiding van Werelddierendag op 4 oktober, zijn liefde voor honden.

Hij maakt deel uit van wat we de eerste nieuwe lichting van The Great Old kunnen noemen. Begin juli belandde Reda Jaadi (22) bij Antwerp, samen met de verdedigers Moustapha Bayal Sall en Dylan Batubinsika en aanvaller Zotsara Radriambololona, international van Madagaskar. Van die vier was Jaadi allicht de naam die je een paar weken later het minst verwachtte te horen als uitblinker. Nochtans is het anders: de Belgische Marokkaan is een van de spelers die door László Bölöni dit seizoen al het meeste werd gebruikt. Daarmee is hij goed op weg een van de door Standard opgeleide spelers te worden die bij een concurrent ontbolstert, al vraagt een en ander nog om bevestiging.

Het brede publiek maakte kennis met jou op 2 december 2016, toen je bij je tweede optreden met KV Mechelen scoorde. Vreemd was dat je toen nog geen profcontract had. Kun je uitleggen hoe je bij Mechelen terechtkwam?

Reda Jaadi: ‘Dat is een lang verhaal. Laat ons zeggen dat ik zin had in de uitdaging. Een mooi profcontract had ik al getekend op mijn zeventiende, bij Standard. Misschien wel het beste voor een jongere. Maar het werd daar niks en later bij Brugge evenmin. Ik dacht bij mezelf dat het tijd werd voor wat risico. Mezelf verplichten om te presteren, om te tonen wat ik écht kon. Weinig spelers zouden dat durven. Ik had andere aanbiedingen, ook als prof, terwijl ik bij Mechelen geen vast salaris kreeg. Ik vertrok daar vanaf nul, maar wel met een goed gevoel, na een gesprek met de directeur van de opleiding. Hij zei dat ik een kans zou krijgen als ik goed speelde bij de beloften. En die kans kwam er.’

Yannick Ferrera gaf jou die, maar nu zit je wel bij Antwerp. Getuigt dat van weinig dankbaarheid aan zijn adres?

Jaadi: ‘Dat vind ik niet. Yannick Ferrera heeft me uit het water gehaald, maar de coach die me écht lanceerde, blijft toch Bölöni. Vóór hem was ik nooit basisspeler in eerste klasse. Onder Ferrera mocht ik elf keer in de slotfase invallen, maar dat neemt niet weg dat ik hem daar zéér erkentelijk voor ben. Hij is me bij de beloften van Mechelen komen bekijken en gaf me een kans. Ik herinner me nog hoe dertig minuten volstonden om me bij de kern voor een oefenwedstrijd tegen Willem II te nemen. Tegen hen heb ik één helft gespeeld én gescoord. Nadien werd ik lid van de A-kern. De beslissing om deze zomer toch naar Antwerp te gaan, past wel bij mij. Ik ben ambitieus en als zo’n club me een kans geeft, kan ik die niet weigeren.’

Standard

Ambitieus ben je, en tegelijk ook impulsief: hoe leg je uit dat je op 31 augustus 2015 je contract bij Standard verbrak, terwijl je drie maanden eerder nog voor drie jaar bijtekende?

Jaadi: ‘Dat is omdat ik het voetbal voluit beleef. Ik speel niet, en zal dat ook nooit doen, voor het geld alleen. Die dag sprak mijn hart. Ik wilde absoluut voetballen en mijn gevoel was dat het bij Standard nooit zou gebeuren, ook al beloofde men mij er het tegendeel. Ik zie mezelf nog op voorzitter Venanzi afstappen om dat contract te verbreken. Hij had mooie woorden voor mij, zei dat ik moest blijven vechten want dat ik een carrière zou maken. Maar het was te laat. Ik was niet blij met wat er gebeurde. Ik had garanties gekregen van de directie, tekende als invaller, maar zat ver van de achttien. Vreemd: de voorbereiding liep uitstekend, ik was de beste tijdens de fysieke tests voor het seizoen en was de op één na beste doelschutter in de groep.’

Was je niet bang dat je hiervan nooit zou herstellen? Zonder contract vallen op 1 september was een groot risico.

Jaadi: ‘Ik weigerde zelfs om naar Real Mallorca te worden getransfereerd! Mijn makelaar Karim Meijati had er contacten. We hebben lang gepraat met de technisch directeur van de club, Miguel Angel Nadal, oom van de tennisspeler, maar ik was niet overtuigd. Ik vond een transfer naar het buitenland een te groot risico op mislukken. Dan liever verder hard werken aan wat anders in België. Harder dan ooit, onder begeleiding van ex-atleet Damien Broothaerts. Wij gingen overal lopen. In de parken van Brussel, op voetbalvelden. Ik zal je misschien verrassen, maar zo slecht ging het in die periode niet met mij. Ik wist dat het allemaal in orde zou komen. Soms kreeg ik het moeilijk, maar ik had vertrouwen in mijn kwaliteiten. Daarom ook nam ik het risico om in februari voor Brugge te tekenen. Het probleem daar was dat ik in een ploeg terechtkwam die goed draaide en later ook kampioen werd. Een stem in dat debat kreeg ik niet.’

Voor je met Standard brak, had je ook al korte passages bij Dessel (van januari tot juni 2013) en Visé. Hoe komt het dat je nooit in tweede klasse bent doorgebroken?

Jaadi: ‘Toen ik voor Visé tekende, was er zelfs belangstelling van Celtic Glasgow, maar Jean-François de Sart liet me niet vertrekken. Die beslissing kon ik moeilijk verwerken, en mijn transfer op de laatste dag van de transfermarkt naar een ploeg die niet draaide, paste niet bij mij. Dessel was een ander verhaal. Ik debuteerde er tegen Oostende, Stijn Vreven stelde me op als spits. Twee keer scoorde ik. Ik was verrast, maar zei niks. De week erop zag Vreven, die tevreden was over mijn debuut, op training dat ik eerder een middenvelder was dan een spits. Middenvelders had hij voldoende en het resultaat was dat hij me de rest van de tijd links liet liggen. Ik was zijn transfer niet, wel die van de voorzitter, en hij rekende niet meer op mij.’

Je terugkeer naar Standard liep niet zoals verwacht.

Jaadi: ‘Neen. Ik kwam terecht in de C-kern, met een tiental jongens van wie de ploeg af wilde. Jongens als Milec, Moris of Zjoekov. Ik was nog jong, had zelfs nog niet bij de beloften gespeeld. De beloftetrainer van toen (Patrick Van Kets, nu bij STVV, nvdr) zei dat hij me wél kon gebruiken. Ik geloof dat ik alleen al in de eerste ronde een keer of twintig scoorde. Dat viel op bij andere ploegen, wat resulteerde in dat contract bij Standard. Guy Luzon liet me daarop spelen in de beker en nam me in het tweede deel van dat seizoen op in de kern. Ik neem geen enkele coach in Luik iets kwalijk, maar het probleem van de jeugd van Standard is dat de ploeg het zeer moeilijk heeft om ze te lanceren. Vijf jaar geleden tekende ik er mijn eerste profcontract, maar een echte kans kwam er nooit. En wat kan je meer doen om die te krijgen dan 20 goals maken?’

DOOR MARTIN GRIMBERGHS – FOTO’S BELGAIMAGE – LUC CLAESSEN

‘Ik ben ambitieus en als zo’n club als Antwerp me dan een kans geeft, kan ik die niet weigeren.’ – Reda Jaadi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content