Zoals Venus en Serena Williams het vrouwentennis domineren: is dat nog wel normaal? De vraag stellen staat gelijk met de deur openzetten voor geruchten, vermoedens, verdachtmakingen, beschuldigingen. Eén en hetzelfde woord komt daar telkens in terug. Doping. Hun fysieke voorkomen voedt de roddels, dat is waar. Maar het is lichtzinnig en gevaarlijk om de zussen Williams in een kwaad daglicht te stellen puur en alleen op basis van het simpele gegeven dat ze overheersen in het vrouwentennis.

Venus en Serena Williams – als de leeftijd de volgorde bepaalt; Serena en Venus als het klassement op de wereldranglijst de pikorde uitzet – zijn twee uitzonderlijke tennisters. Geen enkele apotheek bevat een product dat twee meisjes vanzelf naar de eerste en de tweede plaats van de WTA-ranking katapulteert. Geen enkel middel verbetert talent of karaktersterkte. Het is stom om dit te geloven, zoals het even idioot is de zussen Williams twee pretentieuze meisjes te noemen.

Eén van hun belangrijkste concurrenten, Justine Henin, heeft dit goed begrepen. Ze zegt: “Veel mensen houden niet van de Williamsen omdat ze de indruk geven voor niets of niemand respect te hebben. Maar dat is niet waar. Ze vegen gewoon hun voeten aan alles wat men over hen zegt en denkt. Dat steken ze geen moment in hun hoofd. Precies dat maakt hen zo uitzonderlijk.”

En onaantastbaar. Nog nooit zagen we tennisters op het hoogste niveau bezig die zo zorgeloos tegenover hun toekomst staan. Stress? Het is alsof de zussen Williams daar zelfs nog niet van hebben gehoord. Natuurlijk stappen ze een tenniscourt op met slechts één ambitie: winnen. Maar het feit dat ze hun nederlagen ontdramatiseren, en hun overwinningen eigenlijk al even zeer, geeft ze extra bescherming. Hun relativeringsvermogen sorteert hetzelfde effect als een harnas.

Op de wereldranglijst worden de zussen momenteel door zeshonderd punten gescheiden. Serena, de jongste dus (21 jaar op 26 september), voert het klassement aan en dat beantwoordt aan de logica zelve. Ze raast als een wervelwind door het seizoen, ruimt onderweg zonder mededogen alle tegenstand op. Zelfs als die tegenstand Venus Williams heet: in de finales van Roland Garros en Wimbledon nam ze telkens de maat van haar oudere zus. Alle andere speelsters hinken hopeloos achterop en men ziet niet goed in hoe deze trend de volgende maanden, en zelfs jaren, kan worden omgebogen.

En dus heeft Richard Williams – de fantasierijke vader, die tegenwoordig niet meer zijn fotoapparaat met een kanon van een zoemlens te voorschijn tovert – gelijk gekregen. Toen zijn oudste dochter in 1998 het toernooi van Miami won (haar tweede titel, eerder in dat jaar zegevierde ze in Oklahoma City), riep hij luid uit: “Bekijk dat meisje’! Binnenkort is ze nummer één van de wereld!” Toen iemand vermetel opperde dat Martina Hingis, op dat ogenblik de koningin van het circuit, zich als de belangrijkste concurrentie zou opwerpen, reageerde vader Williams diep beledigd. “De belangrijkste rivale voor Venus wordt mijn tweede dochter, Serena.”

Vier jaar later is die voorspelling werkelijkheid geworden. Niet kwaad voor een man van wie men blijft beweren dat hij geen bal van tennis snapt, al was het wel deze Richard Williams die Venus en Serena leerde tennissen op de openbare courts van Compton, een grauwe buitenbuurt van Los Angeles.

Gezamenlijk totaliseren Serena en Venus Williams momenteel zeven Grand-Slamtitels en vier finales. Ze wonnen vier van de laatste vijf Grand-Slamtoernooien. Alleen Jennifer Capriati kon roet in het eten gooien. Dat gebeurde in januari op de Australian Open, en het gebeurde niet toevallig daar. De Australian Open wordt allicht nooit het favoriete jachtterrein van de Williamsen. Het toernooi komt te vroeg voor hen, hun voorbereiding is op dat ogenblik ontoereikend, ook al omdat ze zich na afloop van een tennisseizoen volop overgeven aan diverse vormen van ontspanning.

Het vrouwentennis zal zich de volgende tijd (maanden, jaren) moeten optrekken aan de vroeg hoe Serena en Venus onderling de strijd om de eerste plaats zullen uitvechten. Want aan finales tussen Williams & Williams zal de tennisliefhebber in de toekomst geen gebrek hebben. De aantrekkingskracht daarvan daalt, de rek lijkt nu al uit het elastiek.

Maar wie beëindigt het seizoen als eerste? Het is een interessante kwestie. Toen Venus in februari naar de kop doorstootte, verklaarde ze – na haar overwinning in het toernooi van Antwerpen: “Eens je in het profcircuit zit, hoop je niet meer om nummer twee of drie te worden. Nee, je gaat voor die eerste plaats.” Ook als je voor die eerste plaats door je bloedeigen zuster wordt geblokkeerd? Je jongere zuster bovendien? De oudste zus laat zich wel eens op beschermend gedrag betrappen. Venus: “Wanneer ik tegen Serena speel wil net zo graag winnen als tegen een ander meisje. Maar een overwinning tegen Serena doet me wel minder plezier.”

Florent Etienne

“Bekijk dat meisje! Binnenkort is ze nummer één van de wereld.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content