Nadat hij voor vier jaar bijtekende, zakte Elyaniv Barda weg. Eerst was hij lang geblesseerd, vervolgens zocht hij zijn beste niveau onder de vorige trainer. ‘Maar ik voel me vrijer nu.’

Een nieuw appartement – met een kamer extra voor zijn tweede dochtertje – heeft Elyaniv Barda inmiddels al betrokken en een nieuwe uitdaging vond hij ook, zij het geen luxueuze. “De ploeg, Genk, weghalen van de onderkant in de rangschikking”, zal hij meermaals herhalen, “blijft het belangrijkste. Iedereen moet in de spiegel kijken en beseffen wat híj verkeerd heeft gedaan.”

Laten we teruggaan naar januari 2009: je tekent een nieuw contract, je blesseert je, raakt net fit voor de bekerfinale en speelt tot nu toe een onopgemerkt seizoen.

Elyaniv Barda: “We begonnen met een nieuwe trainer, een nieuw systeem, nieuwe ideeën en zoals iedereen ken je ups en downs. Maar ik denk dat ik mijn best ben blijven doen, ook op training, om mijn goede vorm terug te vinden. Ik ben blij dat de nieuwe trainer mij nu veel vertrouwen geeft. Dat is iets wat ik voordien erg miste. Hoe hij met mij praat op training en in de wedstrijd… ik voel dat hij achter mij staat. Maar ik ga over de vorige trainer niks slechts zeggen – heb ik ook niet gedaan toen ik niet speelde. Híj maakte een keuze en die moet je aanvaarden, ook al ben je het er niet mee eens. Ik zat twee maanden op de bank en dat had ik niet erg gevonden als de ploeg het dan beter deed, maar dat was niet het geval. Het werd alleen erger.”

Je zei daarover in de pers dat je uit een periode kwam waarin je veel kon leren. Wat heb je dan op de bank geleerd?

“Veel over mijzelf, dat je soms de dingen in een ander perspectief moet zien. Dat het niet uitmaakt waar je speelt, áls je maar speelt. Twee maanden nauwelijks spelen, dat was heel moeilijk. Ook aan de rust gewisseld worden, zoals in Mechelen, dat ben ik niet gewoon, zelfs al speelde ik niet altijd goed. Na die wedstrijd zou de trainer een paar wijzigingen aanbrengen in de ploeg, maar het bleef bij mij alleen.” ( lachje)

Hein Vanhaezebrouck liet nadien optekenen: ‘Ik stel vanaf nu alleen jongens op die zwoegen. ‘ Dus de conclusie is duidelijk: jij werkte niet hard genoeg.

“Heeft hij tegen mij niks over gezegd. Hij heeft niet één keer met mij gepraat om uit te leggen wat hij anders wou zien in mijn manier van spelen. Dus als hij vond dat ik niet de vechtersmentaliteit had, had hij mij dat wel verteld, denk ik. Ik heb op mijn manier alles gegeven – ook op training. Maar we speelden in een voor mij nieuw systeem, met vijf achteraan en drie centrale verdedigers, een 5-3-2 of een 3-4-3, noem het hoe je wilt, maar in dat systeem is voor míjn echte positie geen plaats. Dus als ik speelde, was het altijd op een positie die ik niet gewoon was. Ik stond nooit in de spits, maar de ene keer links, de andere keer rechts.”

Wat beschouw je als je echte positie?

“Mijn positie is centraal, in de spits of erachter. Tegen Gent begon ik op rechts, maar niet echt tegen de lijn. Ik kon veel van positie wisselen met Buffel en Ogunjimi. Dat maakt deel uit van het vertrouwen dat de trainer mij geeft: ik ben vrijer in de wedstrijd.”

Thomas Buffel verklaarde in een krant dat het geen kwestie van systeem was, maar van efficiëntie.

“Misschien wel, ja. Het kan een beetje aan het systeem liggen, maar je kan het daar niet op steken. Iedereen moet in de spiegel kijken en zien waar hij zelf in de fout is gegaan. Onder Ronny Van Geneugden speelden we bijna elke week een ander systeem; spelers moeten zich nu eenmaal ook kunnen aanpassen.”

Bij de nationale ploeg lijk je wel gemakkelijker te scoren.

“Telkens als ik terugkwam van de nationale ploeg, had ik gescoord. Ik kreeg almaar vragen waarom het ginder wel lukte en hier niet. Bij de nationale ploeg sta ik dieper in een 4-4-2. Maar ik ga hier niet klagen, want elke trainer is overtuigd van zijn beslissingen en verandert dingen omdat hij wil winnen.”

Heeft de eerste helft van dit seizoen je doen nadenken over je toekomst bij de club?

“Ik kan niet liegen en neen zeggen. Dus: uiteraard, ja. Als international kan je je niet permitteren om lang op de bank te zitten. Mijn carrière is belangrijk, maar ik ben ook niet vergeten dat ik in de nationale ploeg geraakt ben door Genk. Genk is belangrijk voor mij, de club heeft mij veel gegeven. Dus ik dacht aan mijn toekomst, maar ik zag geen reden om een drastische move te maken. Ik heb in januari een nieuw contract getekend voor vier jaar en ik heb gezegd dat Genk mijn thuis is. Het is mijn eerste en enige Europese club, mijn kinderen gaan hier naar school en beginnen Nederlands te spreken, dus ik voel me goed hier.”

Vandaar dat je in de wandelgangen hoort zeggen: Barda heeft het goed, lucratief contract getekend voor vier jaar bovendien, die heeft geen honger meer om nog te presteren.

“Ik vind dat heel oncorrect. Ik wil nog altijd groeien als speler en proberen hogerop te geraken, met Genk of in een betere competitie. Dus waarom zou ik er niet meer voor gaan? Ik heb punten in mijn contract staan, dus ik moet óók veel punten pakken, want als we geen punten halen, is mijn contract niet goed meer.”

Wat verandert er onder Vercauteren waardoor Genk straks beter zal eindigen?

“Het systeem onder andere en we trainen op een andere manier, met veel wedstrijdjes in hoog tempo. Hij maakt ons ook rustiger. Soms zag je spelers – hoe zeg je dat – gespannen, niet helemaal vrij spelen.”

Vanhaezebrouck praatte nogal graag.

( lachje) “Dat zijn jouw woorden. Als je rustiger naar een wedstrijd toeleeft, gaat het soms beter dan wanneer je de druk voelt om alles correct te moeten doen. Pierre ( Denier, nvdr) was al begonnen met ons meer mentale rust te geven. Hij heeft mij dit seizoen gezegd: ‘Train hard, je tijd komt nog.’ Dat heb ik onthouden en gedaan.”

door raoul de groote en jef kerremans

Mijn beste positie is centraal, in de spits of erachter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content