Met meer geluk dan wijsheid plaatste RC Genk zich voor de Champions League. Een succes met een keerzijde, want zijn nationale doelstellingen staan onder druk. De prijs die de titelverdediger straks betaalt voor zijn Europese avontuur zou wel eens groot kunnen zijn.

Vijf speeldagen ver en RC Genk zit op het tandvlees. Dat Europees midweekvoetbal de ploeg punten zou kosten, was verwacht. Niet dat het er zo snel zoveel zouden zijn. Tegen KV Mechelen kon de titelverdediger opnieuw niet winnen. Voor de vierde keer op rij al. “Ik wist dat het moeilijk zou worden, maar toch dacht ik dat we de drie punten zouden pakken vandaag”, klonk trainer Pierre Denier zorgelijk meteen na de troosteloze 0-0.

Genks enige overwinning dateert al van de openingsspeeldag toen Beerschot werd verslagen met 3-1. Een simpele zege die volgde op een moeizaam afgedwongen 2-1 tegen Partizan Belgrado. Nadien volgden drie gelijke spelen en een nederlaag. Niet één keer kreeg de landskampioen daarbij minder dan hij verdiende.

Het gelijkspel tegen KV Mechelen volgde op de euforie na de kwalificatie voor de Champions League ten koste van Maccabi Haifa. Een opsteker die dus geen verlengstuk kreeg in de Jupiler Pro League. Dat gebeurde ook al niet na de uitschakeling van Partizan een ronde eerder. Genk keerde toen met 0-0 terug uit Lier, wat gezien het wedstrijdverloop een flinke meevaller was. Afgelopen zaterdag mocht Genk noch KV Mechelen aanspraak maken op meer.

Ook in Belgrado was de ploeg van (toen nog) Frank Vercauteren met een gelijkspel goed weggekomen. Partizan had zich net als een week eerder in de Cristal Arena de betere getoond van de Belgische landskampioen, maar werd uitgeschakeld door een lullige bal op de arm van een van zijn verdedigers. Jelle Vossen zette de strafschop om met dezelfde koelbloedigheid waarmee hij dit ook in de heenwedstrijd had gedaan.

Strafschoppen bepaalden ook het resultaat tegen Maccabi Haifa. Niet alleen in de beslissende elfmeterreeks, maar ook in de reguliere negentig minuten van zowel het heen- als het terugduel. Virtuele strafschoppen dan wel, want de bal ging níet op de stip. Tot twee maal toe weigerde de scheidsrechter een elfmeter in het nadeel van Genk te fluiten. In Haifa legde hij de bal na een foutieve tackle van Khaleem Hyland ten onrechte buiten de zestien, en vorige week in Genk sloot Howard Webb, de man die vorig jaar de finale van het WK in Zuid-Afrika floot, de ogen voor een haakfout van Thomas Buffel. De Israëliërs voelden zich bekocht en dat zou omgekeerd niet anders zijn geweest mocht het Genk zijn overkomen. Een late bal op de paal voedde hun frustratie.

Tweeëntwintig spelers

Van vier helften tegen Partizan en Maccabi lag Genk er drie onder. Opgeteld bij de kwalificatie voor de Champions League geldt opnieuw wat ook al opging voor het Genkse kampioensseizoen: het zit de Limburgers zeker niet tegen. “Héél zeker”, geeft Pierre Denier zonder aarzelen toe. “Het geluk zat aan onze kant. Toen we kampioen werden, hadden we er alles uit gehaald. Dat wist Frank ook. In april al heeft hij aangegeven dat we ons goed moesten versterken.”

Van blessures had de selectie onder leiding van Vercauteren ruim anderhalf jaar niet te lijden. Van schorsingen evenmin. De kern was krap, maar het elastiek werd nooit op de proef gesteld. Kevin De Bruyne was langdurig onbeschikbaar toen hij door klierkoorts werd geveld, maar hij was de enige. Slechts één keer moest Vercauteren met Vossen én Marvin Ogunjimi twee basisspelers missen. Dat het tot de eerste confrontatie met Maccabi duurde voor meerdere spelers tegelijk wegvielen, mag een klein wonder worden genoemd. De Bruyne en Ogunjimi waren geblesseerd, Anele en Anthony Vanden Borre geschorst. Elke trainer krijgt ermee te maken, maar voor Genk was het nieuw. De selectie bleek er niet op berekend.

Tot december is Genk nu verzekerd van Europees voetbal. Tel daarbij de beker van België en de krappe kern en het is duidelijk dat de spelers diep in hun krachten zullen moeten tasten. Denier: “Ongerust maak ik me niet, maar we moeten wel wakker blijven. Tot Kerstmis blijven we met dit zware programma zitten. Nu we een plaats in de Champions League hebben afgedwongen moeten we ons wapenen. Er zijn financiële mogelijkheden, het is aan de club nu om te handelen. Ze moet iets doen met die tien of twaalf miljoen euro. Dan zullen we ook beter gewapend zijn voor de competitie. Als we daar vijfde of zesde worden, is ons doel bereikt. Ik zie het niet zo zwart in.”

Voorzitter Herbert Houben erkent dat Genk zich vanaf september met een beter gestoffeerde selectie zal moeten presenteren. “Maar we gaan niet overdrijven. Het is niet de bedoeling dat we een ploeg op Champions Leagueniveau uitbouwen. Dat kunnen we toch niet. Wij kiezen voor een rustig groeiproces en willen stap voor stap sterker worden. Vergeet niet dat de Champions League slechts om zes wedstrijden méér gaat. Daar moet je je kern niet zo voor uitbreiden. Tweeëntwintig goede spelers hebben we nodig, meer niet.”

Typisch Belgisch

Meteen na de kwalificatie voor de Champions League zei Houben: “We zetten als club een grote stap voorwaarts. Dit is heel goed voor onze ontwikkeling.” Maar is dat wel zo? Vijf jaar is het geleden dat er nog een Belgische club doorstootte naar de groepsfase van de Champions League. Dat was Anderlecht. Veel plezier beleefde het daar niet aan. In zijn drie laatste campagnes behaalde het achtereenvolgens nul, drie en vier op achttien. Achttien wedstrijden, dertien nederlagen. Dan is de lol er snel af.

Van een speler wordt gemakkelijk gezegd dat hij beter geen stappen overslaat. Vaak door clubs die hun talent liever nog wat langer bij zich houden. Toegepast op het Genkse groeiproces leidt dat tot de vraag of het niet beter af was geweest met een tussenstap in de Europa League. Tegenstanders als Chelsea, Valencia en Leverkusen bieden weinig uitzicht op sportief succes. Als dat ook nog eens gepaard gaat met puntenverlies in het kampioenschap, komen mogelijk ook zijn nationale doelstellingen in het gedrang. De kans dat RC Genk straks met een kater het nieuwe jaar instapt, is niet denkbeeldig.

“Van Anderlecht werd toch wat meer verwacht dan van Genk”, ziet assistent-trainer Hans Visser een verschil. “Met name dat zij mee kunnen op dat niveau. Die druk staat er bij ons niet zo op. Natúúrlijk kijken wij ook verder. Er zullen spelers bij moeten komen, zeker achterin waar we kwetsbaar zijn als er wat gebeurt. Met het uitvallen van Joneleit is dat nog maar eens gebleken. Maar als je de Champions League niet durft in te gaan uit schrik om af te gaan, dan ben je niet geschikt voor topvoetbal. Typisch Belgisch, vind ik. Schijterig. Als Hollander zeg ik: dit is het mooiste wat er is, we gaan volop genieten en leren.”

Ook Houben ziet het zo’n vaart niet lopen. “Ik denk dat wij realistischer zijn dan Anderlecht. Zij dachten vooraf misschien dat zij een rol van betekenis zouden spelen, maar dat kan geen enkele Belgische ploeg. Dat is geen schande. Een voetballer in derde klasse moet toch niet stoppen omdat hij niet in eerste speelt? Wij gaan hier veel uit leren. Nuttige contacten leggen ook.”

Dichterbij dan PSV

Zowel tegen Partizan als tegen Maccabi was het met de hakken over de sloot. Degelijke tegenstanders, maar geen Champions Leaguekaliber. Houben: “Geen enkele Belgische ploeg zou op dit moment mee kunnen in de Champions League. In de Europa League hadden we op meer punten mogen rekenen, maar de belasting zou even zwaar zijn geweest en ook mentaal maakt het geen verschil of we nu Champions League of Europa League spelen. In beide gevallen maakten we evenveel kans op puntenverlies in de eigen competitie. Misschien was de Europa League zelfs gevaarlijker geweest. De kans om door te stoten zou groter zijn geweest en dat had ons nóg meer punten kunnen kosten.”

Visser: “Sinds Frank hier kwam, zijn we alleen maar blijven groeien. Op nationaal niveau maakten we een enorme ontwikkeling door. Op het eind van vorig seizoen al zijn de andere ploegen zich op ons gaan instellen. Bijvoorbeeld door bepaalde spelmakers van ons eruit te halen. Daar moeten we nu nog meer mee leren om te gaan, plus dat er de verwerking van twee wedstrijden per week bij komt. Dat zal ons zeker punten kosten. Dat hééft ons al punten gekost. Maar we gaan proberen ons te wapenen.

“Kijk,” besluit Visser, “ik woon in Maastricht. Iedereen op straat hier heeft het nu over Genk. Dat is nooit eerder gebeurd. Ze hebben Genk voor het eerst op tv gezien en willen nu allemaal kaarten, want het is een pak dichterbij dan PSV. Dat is alleen maar positief. Er is geen reden voor doemdenken.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Als je de Champions League niet durft in te gaan uit schrik om af te gaan, ben je niet geschikt voor topvoetbal.” Hans Visser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content