De Gentse zesdaagse werd weer een succes.

Met meer dan 40.000 toeschouwers in zes dagen wreef Patrick Sercu zich zondagavond na de zesdaagse van Gent tevreden in de handen. Vijf keer was het Kuipke uitverkocht, helemaal niets valt er te merken van de teruggang van dat soort evenementen in andere steden. In München bijvoorbeeld, waar 65.000 toeschouwers nodig waren om uit de kosten te komen en er 60.000 toeschouwers de kassa passeerden. In de Beierse hoofdstad overweegt men om volgend jaar de zesdaagse af te voeren.

Niets daarvan dus in Gent dat dit jaar nochtans, ondanks de aanwezigheid van Erik Zabel, niet echt een ijzerstrek deelnemersveld presenteerde. Dat bleek het spektakel en het enthousiasme niet te remmen. Al voor de start was het duidelijk dat Iljo Keisse en Robert Bartko zouden winnen en dat gebeurde dan ook. De andere ploegen stonden qua niveau een trap lager. Er werd veel verwacht van Zabel maar op de kleine en veel techniek vragende Gentse baan voelde die zich niet echt in zijn sas. In de ploegkoersen was hij de mindere van zijn teamgenoot Leif Lampater. Bruno Risi, de nummer een van het baanwielrennen, was op zich al kansloos toen hij zijn trage landgenoot Alexander Aeschbach als ploegmaat kreeg, ook al deed die vreselijk zijn best. Het viel Risi, die liefst met de Nederlander Danny Stam had gereden, aanvankelijk moeilijk om zich in die omstandigheden telkens weer op te laden, ook al omdat hij een tragische gebeurtenis in de familie met zich meesleepte: twee weken geleden overleed het jongste zoontje van zijn zus. In de finale toonde Risi bij vlagen dat hij ook op zijn 40ste de beste zesdaagserenner blijft: geen renner die zo snel een ronde kan pakken als de Zwitser.

Achteraf bekeken was het geen gek idee geweest om Risi aan Kenny De Ketele te koppelen. De Oost-Vlaming maakte indruk door de agressieve en lefvolle manier waarop hij aan de zijde van de Duitse routinier Andreas Beikirch koerste. Het komt er voor De Ketele op aan om nog meer ervaring op te doen en via een aangepast wegprogramma zijn weerstand te verhogen. Zodat hij fysiek verschillende zesdaagsen na mekaar aankan.

Die stap heeft Iljo Keisse al langer gezet. Zes dagen lang bespeelde de Gentenaar het publiek op een meesterlijke manier, bij iedere flits trilde het Kuipke op zijn grondvesten. Zelden is de sfeer in Gent beter geweest dan dit jaar. Keisse is sterker maar vooral sneller dan ooit te voren. Het gegeven dat hij telkens weer de snelste baanronde reed, is tekenend voor zijn toenemende explosiviteit. Ook in de chronorit over 500 meter vielen Keisse en Bartko niet te kloppen. Hun overwicht was verpletterend. Ook dankzij de Duitse tank Robert Bartko, die in Gent geen enkel slecht moment kende en vooral in de ploegkoersen zijn onkreukbaarheid toonde. Iljo Keisse weet wel waarom hij op dit moment geen andere ploegmaat wil dan deze kolos.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content