Frankrijk kon nog eens winnen.
De in ongenade gevallen Raymond Domenech zal er zich wellicht in verkneukeld hebben dat Laurent Blanc, zijn opvolger als Frans bondscoach, zijn eerste twee wedstrijden verloor. Eerst vriendschappelijk tegen Noorwegen met 2-1 en vervolgens met 0-1 in de EK-kwalificatiepoule tegen Wit-Rusland. De verplaatsing naar Bosnië-Herzegovina beloofde dan ook niet veel goeds, temeer omdat het opbouwen van een nieuwe ploeg na het woelige WK geen sinecure lijkt. Tegen Wit-Rusland moest Frankrijk het bijvoorbeeld doen zonder spelmaker: Franck Ribéry en Yoann Gourcuff waren geschorst, Samir Nasri geblesseerd.
Tot ieders verrassing leverden les Bleus in Bosnië echter een ijzersterke prestatie. Met een 0-2-zege zetten ze de wederopstanding in. Vooral het onverzettelijke middenveld, met Abou Diaby, Alou Diarra en Yann Mvila, sprong in het oog. De andere sleutels voor het succes lagen grotendeels in het vertrouwen dat Blanc aan bepaalde spelers schonk.
Alou Diarra nam de aanvoerdersband over van Florent Malouda en bedankte daarvoor met een dijk van een wedstrijd, waarin hij met enorm veel inzet de Bosnische spelmaker ZvjezdanMisimovic belette om de lijnen uit te zetten.
Centraal achterin kiest Blanc al drie wedstrijden voor hetzelfde duo: Adil Rami van Lille en Philippe Mexès van AS Roma. Die laatste kon vroeger nooit overtuigen bij de nationale ploeg, maar toonde dat het vertrouwen van de nieuwe bondscoach hem duidelijk goed doet. Dat geldt ook voor Rami die zonder al te veel problemen Edin Dzeko in zijn achterzak stopte.
Vooraan zou Karim Benzema, die nochtans bij veel waarnemers ook niet op veel krediet meer kon rekenen, enigszins onverwacht wel eens de oplossing op lange termijn kunnen zijn. Nadat in de eerste wedstrijden bleek dat Loïc Remy, Jimmy Briand en Jérémy Ménez op internationaal niveau nog te groen achter de oren zijn, haalde de spits van Real Madrid tegen Bosnië-Herzegovina het slot van de grendel en zorgde hij voortdurend voor gevaar.
Laurent Bonnart (ex-Marseille) en François Clerc (ex-Lyon), die tot de bekendste werkloze Franse voetballers behoorden, vonden dan toch onderdak bij respectievelijk AS Monaco en OGC Nice.
Gérard Houllier nam ontslag als nationaal technisch directeur, om te vertrekken naar Aston Villa. Dat leidde tot uiteenlopende reacties. Zo reageerde Fernand Duchaussoy, de voorzitter van de Franse voetbalbond, ontgoocheld. Daar staat tegenover dat er de jongste maanden ook veel kritiek was op het nogal wispelturige beleid van Houllier. In ieder geval is nog niet duidelijk wie hem aan het hoofd van de technische directie zal opvolgen.
Didier Ollé-Nicolle, die vorig seizoen met OGC Nice zonder veel succes als coach debuteerde op het hoogste niveau, ging nu aan de slag bij het Zwitserse Neuchâtel.
Marseillevoorzitter Jean-Claude Dassier gooide olie op het vuur in het dossier rond de transfer van Loïc Rémy. Nadat hij eerder de competenties van het medische team van Nice in twijfel trok – bij de tests in Marseille bleek Rémy last te hebben van een hartafwijking – en met een proces had gedreigd, stelde hij nu de betaling van de eerste schijf van het transferbedrag uit. Het bestuur van Nice dreigde dat aanhangig te maken bij de Franse voetbalbond, maar ontving uiteindelijk toch het bedrag in kwestie. Daarna wilde Dassier echter heronderhandelen over het percentage waar Nice nog recht op zal hebben als Marseille Rémy verkoopt. De clubverantwoordelijken van Nice antwoordden echter verontwaardigd dat een ondertekend contract altijd moet worden gerespecteerd.
Toulouse verspeelde door een thuisnederlaag tegen Saint-Etienne zijn eerste punten van het seizoen. Lille, met Eden Hazard in het basisteam, won de derby van het Noorden tegen RC Lens met 1-4.
STéPHANE VANDE VELDE
