Onze laatste ‘vergeten voetballer’ in de reeks troffen we aan de rand van het oefenveld in Anderlecht. Daar liep Peter Rufai, de voormalige doelman van onder meer Beveren en Lokeren, stage in het kader van zijn trainerscursus.

Leergierig was Peter Rufai al van klein af. In die mate zelfs dat zijn leergierigheid niet alleen een deel van zijn carrière als doelman maar ook zijn huwelijksleven hypothekeerde. “Voor mijn trainers was het vaak een raadsel waar ik nu en dan uithing”, zegt hij. “Af en toe verdween ik voor een paar dagen. Hierbij wil ik het mysterie dan ook graag onthullen : ik was voortdurend aan het studeren. Ik volgde cursussen allerhande, van eerste hulp bij ongevallen tot marketing and business.” Tot het einde van het seizoen liep hij stage in het kader van zijn trainerscursus. “Eerst bij Germinal Beerschot, daarna bij Anderlecht.”

Intussen woont Rufai, die tot Belg is genaturaliseerd, weer in ons land. “Ik doe dat voor mijn zoon van negen. Mijn vrouw, die ik hier vanaf mijn eerste dag bij Lokeren leerde kennen, en ik leven gescheiden. Ook hier lag mijn overdreven ijver en mijn voortdurende uithuizigheid aan de basis van mijn problemen. Ik besef nu wel dat je geen twee zaken tegelijk evengoed kan doen. En ja, als ik mijn trainersdiploma behaal en ik bij wijze van spreken aan de andere kant van de wereld aan de slag kan, zijn mijn koffers zo weer gepakt.”

Als zestienjarige leek hem een carrière bij Tottenham Hotspur weggelegd maar de Nigeriaanse voetbalbond stak daar na een aardig nummertje chantage een stokje voor. “Samen met Stephen Keshi trok ik naar London om er te studeren maar er lag ook een overeenkomst klaar voor een proefperiode bij de Spurs. Vanuit ons land werden we echter teruggeroepen voor enkele wedstrijden met de nationale ploeg. Die oproep kwam echt wel bijzonder ongelegen maar we konden niet anders dan daarop ingaan. Als we niet gingen, werden we door de bond levenslang uit de nationale ploeg verbannen. Dus keerden we terug en schoten er onze voetbaltoekomst in Engeland bij in.”

In plaats van Engeland kwam Rufai in Benin terecht, waar Lokeren hem wegplukte maar op Daknam brak hij nooit echt door. “Ik had een stevige concurrent aan Dany Dhondt. Ook hier speelde mijn leergierigheid me parten. Ik was te veel met allerhande cursussen bezig, waardoor ik me onvoldoende op het voetbal concentreerde en in België niet echt naam maakte. Maar ik wist wat ik kon, ik kende mijn kwaliteiten als doelman en wist dat ik ooit wel de top zou halen. Bij Beveren trof ik Geert De Vlieger en ook op de Freethiel brak ik ondanks de goeie begeleiding van keeperstrainer René Coel niet door. Je kan zeggen dat mijn Europese loopbaan pas echt begon in Nederland bij de Go Ahead Eagles uit Deventer. Toch beschouw ik België als mijn thuisland.”

Na zijn doortocht in de lage landen trok Rufai zuidwaarts, naar Spanje en Portugal, waar hij zich bij grote en kleine clubs in de kijker speelde. Van Deportivo La Coruña in Galicië tot het nietige Barcelos in de buurt van Braga, Portugal. Na zijn actieve carrière begon hij zich te bekommeren over de opleiding van jonge keepers in Spanje en richtte daarom de Escuela clinic de porteros op. “Ik wilde iets teruggeven voor de kansen die ik in Europa heb gekregen. Er is veel te weinig aandacht voor de fundamentele aanpak van jonge doelmannen. Op mijn tocht door Spanje zag ik ooit een keepertje van zeven op een keiharde grond naar een bal duiken die zijn trainer hem vanop amper anderhalve meter afstand toegooide. Ik kon mijn ogen niet geloven. Zo maak je een jonge doelman al heel vroeg kapot. De school is nu tijdens de zomermaanden open voor aspirant-doelmannen. Intussen trachten we met diverse afdelingen heel het land te coveren.”

Ook toen hij in het zuiden van Europa voetbalde, bleef Rufai studeren. “Ik vloog voortdurend heen en weer tussen Spanje en Londen, waar ik me op diverse vlakken wilde bijscholen. Momenteel tracht ik me naast mijn trainerscursus ook te vervolmaken in de technische aspecten van de informatica. En nu ik terug in België ben, heb ik me ook voor een cursus Nederlands ingeschreven. Door mijn verblijf in Zuid-Europa spreek ik naast het Engels ook al vloeiend Spaans, Portugees en ook een mondje Frans. Nederlands kan er dus best wel bij. Want ook in België wil ik wat doen voor kinderen die graag voetballen maar die zich om welke reden dan ook niet bij een club kunnen aansluiten of die er wegens niet voldoende talent te weinig of helemaal niet aan de bak komen. Daar ben ik momenteel volop aan het werken. Vaak zijn jongeren ontmoedigd omdat ze nauwelijks of nooit mogen meespelen. Ik wil die jongens samenbrengen en toch van het voetbal laten genieten. Ik krijg momenteel een veld ter beschikking in Brasschaat maar er is verder nog niks officieels aan. Dat moet allemaal nog uitgewerkt worden. Misschien moet ik Jean-Marie Pfaff maar eens contacteren.”

door Stefan Van Loock

‘Ik was te veel met allerhande cursussen bezig, waardoor ik me onvoldoende op het voetbal concentreerde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content