Het klinkt vreemd na zo’n overdonderend seizoen: volgens Lewis Hamilton is Sebastian Vettel niet onklopbaar. De wereldkampioen van 2008 vindt dat Fernando Alonso intrinsiek sneller is dan de Duitser. Alleen, zegt hij, valt de auto van Vettel niet te verslaan. En Bernie Ecclestone, de goeroe van de formule 1, roept dat het met de verpletterende overmacht van Vettel snel ten einde kan zijn. Misschien volgend jaar al. Dan komen er voor de motoren nieuwe regels, de achtcilinder wordt ingeruild voor een zescilinder, een technische revolutie in dit wereldje. Daar kunnen, zo hopen velen, Ferrari en Mercedes van profiteren om de kloof te dichten. Bij Red Bull maken ze zich daarover weinig zorgen.

Velen in de formule 1 zitten duidelijk verveeld met de dominantie van Sebastian Vettel, die afgelopen zondag resulteerde in een vierde opeenvolgende wereldtitel. Ook in de GP van India declasseerde hij opnieuw de concurrentie. De cijfers spreken klare taal: Vettel won dit seizoen 10 van de tot dusver 16 verreden wedstrijden. Hij kwam in zijn carrière 116 keer aan de start van een GP, won er 36 en pakte 43 keer de polepositie.

Sebastian Vettel, met zijn 64 kilogram voor 1,76 meter een van de lichtgewichten, jaagt op records en droomt er in alle stilte van die van zijn mythische landgenoot Michael Schumacher van de tabellen te vegen. Die won 91 grote prijzen. De achterstand van 55 overwinningen lijkt onoverbrugbaar, maar als Vettel zo blijft domineren, is niets onmogelijk. Ook de zeven wereldtitels die Schumacher behaalde, kunnen dan overtroffen worden. Die was 32 jaar toen hij voor de vierde keer wereldkampioen werd, Vettel is er nu 26.

Toch heeft Sebastian Vettel niet het aura van Schumacher. Hoewel hij buiten de wedstrijden onbevangen en ongecompliceerd is en hij in interviews altijd zinnige dingen vertelt, ontbreekt het hem aan het charisma van de grote tenoren uit het wereldje. Vettel beroert het publiek niet echt. Het heeft vreemd genoeg ook te maken met zijn suprematie: in vele races dit seizoen zat amper spanning. Winnaars worden doorgaans gevierd, maar Vettel werd de voorbije maanden geregeld uitgefloten. De nijd over de ogenschijnlijk speelse manier waarop hij van de ene zege naar de andere snelt, is zeer groot. Ook zijn attitude na verloren wedstrijden leidt tot irritatie: heel lang was Vettel na een nederlaag nauwelijks aan te spreken. Hij moest als het ware leren met de glimlach te verliezen. Dat gaat hem moeilijk af.

De overmacht van Sebastian Vettel zit hem niet alleen in de auto. De Duitser hoort bij die zeldzame rijders die de ingenieurs zeer waardevolle tips kunnen geven met betrekking tot het afstellen van de wagen. Hij voelt zijn Red Bull goed aan en kan haarfijn uitleggen hoe de auto zich gedraagt. Dat heeft te maken met intelligentie, maar ook met zijn interesse in het werk dat het team verricht. Na iedere wedstrijd trekt Vettel zich met de ingenieurs terug om alles tot in de kleinste puntjes te analyseren. Hij vindt dat een onderdeel van zijn job. Zijn bezetenheid is extreem.

Maar Sebastien Vettel is er de afgelopen jaren vooral in geslaagd zichzelf beter te controleren. Als hij vroeger een paar plaatsen verloor, kon hij dat niet snel genoeg rechtzetten. Hij wou altijd tot op de limiet gaan. Nu kan hij meer temporiseren. Hij werd ook daardoor sneller dan ooit.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content