Rara. ‘Een lange man met een snor !’ Michel Preud’homme en Fi Vanhoof lachen wat af als ze herinneringen ophalen aan hun gezamenlijke tijd bij KV Mechelen. Zaterdag moet Malinwa naar Standard.
M ichel Preud’homme (48) heeft zijn arm stevig om Fi Vanhoof (65) geslagen. Wanneer fotograaf Michel Gouverneur ruim zijn tijd neemt en maar blijft klikken, roept Preud’homme hem treiterend toe of hij hem echt niks mooiers in de handen had kunnen stoppen. Beide vrienden lossen hun greep en gieren het uit.
Het is een waardig slot van een heerlijke ochtend. Van Keerbergen tot Mechelen is het maar een kwartier rijden en Preud’homme ging dan ook graag in op de uitnodiging om zijn vroegere trainer te ontmoeten in het stadion waar hij zich tussen 1986 en 1994 naar de wereldtop keepte. Het klinkt al gauw klef een weerzien hartelijk te noemen, maar dit weerzien ís hartelijk. De lachbuien zijn zo gul als de herfstzon die royaal binnenstroomt in het charmante bureau van Vanhoof, onder de hoofdtribune. Preud’homme kijkt goedkeurend in het rond en laat zich de koffie inschenken door de Mechelse sportief directeur. “Mooi bureau, Fi.”
De ontmoeting is omgekeerd aan wat zaterdag te gebeuren staat, want dan gaat KV Mechelen op bezoek bij Standard. Voor Preud’homme wordt het de tweede keer dat hij tegen zijn ex-club zal coachen. Ook de eerste was in Luik en er hangt een anekdote aan vast. “Ik had nog nooit een wedstrijd gewonnen waar ik voor de aftrap bloemen of een trofee in ontvangst had genomen. Dat wisten ze in Mechelen. Ik zat al op de bank toen plots clubdokter Jaspers met een stevige ruiker voor mijn neus stond. (lacht) Maar wij wonnen wel, met 2-0.”
Dat was tijdens zijn korte debuutperiode als trainer. Nadien werd Preud’homme technisch directeur van Standard en in die rol speelde hij een cruciale rol in het voortbestaan van Malinwa, nadat het nog voor halfweg het seizoen 2002/03 in vereffening was gegaan. Vanhoof : “Michel heeft ons toen uit de penarie geholpen. Ik ben al bedelend heel België afgelopen en Standard heeft ons vijf spelers gegeven.”
Preud’homme retourneert de lof : “Michel Preud’homme mag voorstellen wat hij wil, als Standard er niet op ingaat, gebeurt er niks. Ik vind dat jullie Fi nooit genoeg in the picture hebben gezet. Hij is de grote architect van de terugkeer van KV Mechelen.”
Unieke droom
Behalve de zes en een half jaar dat hij bij Benfica werkzaam was, heeft Preud’homme Mechelen nooit losgelaten. In zijn geel-rode periode huwde hij een Vlaamse en ging hij in het bosrijke Keerbergen wonen. Daar woont hij nog steeds. Van alle collega’s uit zijn KV-tijd zag hij Vanhoof het vaakst. Vooral op de kleine Malinwa, waar zijn zoon Guilian nu bij de Mechelse U15 speelt.
“Hij is 1,85 m groot en zal volgens de dokters 1,95 m worden”, zegt de vader. “In het moderne voetbal heb je dat nodig. Hij heeft heel veel op techniek en passing gewerkt. In Portugal was zijn opleiding op dat vlak niet zo goed. Hij kan nog altijd geen drie man dribbelen, maar misschien kan je met zulke spelers ook niets meer doen in het moderne voetbal. We zien wel.”
Toen hij technisch directeur was van Standard, kwam hij vaak kijken naar zijn zoon, maar daar heeft hij de tijd niet meer voor. “Ik wist dat Mechelen heel goede jeugd had, maar toen ze in vereffening gingen, heeft Standard geen enkele speler weggehaald. Nochtans hebben veel managers er mij aangeboden. Standard had kunnen zeggen : we geven u vijf spelers, maar in ruil moeten uw beste tien jeugdspelers naar ons komen. We hebben dat niet gedaan, Standard wilde niet profiteren. Veel andere clubs deden dat wel.”
“Michel kende onze spelers misschien het best van allemaal en toch is hij er afgebleven”, moet Vanhoof iets van het hart. “Eén ploeg is er hier twaalf of dertien komen halen. Genk, juist. Defour, Ogunjimi, Hubert … Maar daar kom ik niet meer op terug.”
Het is de enige wat zure oprisping tijdens het hele gesprek. Verder worden alleen maar zalige herinneringen opgehaald aan de succesperiode van KV Mechelen eind jaren 1980, met winst van de beker van België, de Belgische landstitel en de Europacup voor Landskampioenen. Preud’homme verdedigde het Mechelse doel, Vanhoof was de assistent van trainer Aad de Mos. Nostalgie troef, maar vervelen doet het nooit. Journalisten die ernaar blijven vragen, worden op hun wenken bediend.
Vanhoof : “Je kunt dit gewoon niet wegcijferen uit de geschiedenis van Mechelen. Van nul in één ruk naar alles winnen : dat heeft geen enkele ploeg in heel Europa gedaan. Overal waar we kwamen, wonnen we.”
Preud’homme : “Natuurlijk is het plezant. Zoiets maak je maar één keer mee in je leven. De buitenwereld kent de successen, maar voor wie erin zat, was het nog zoveel mooier. We waren vrienden, nooit waren er wrijvingen, we gingen samen op stap en de volgende dag trainden we als beesten. Elke dag was je blij dat je hier mocht werken. Het is uniek dat alles zo mooi samenviel.”
Vier gekken
Alles was nieuw voor Preud’homme toen hij als 27-jarige van Standard, waar hij in een uitzichtloze beurtrol zat met Gilbert Bodart, naar Mechelen kwam. De taal, het kleine stadionnetje, de trainer. “Een lange man met een snor !”
Zijn lach is aanstekelijk, zijn geheugen fenomenaal. Het eerste kostuum ? Blauw met een fijne groene streep, en een gele das. De eerste resultaten ? 1-1 tegen Beerschot, een thuiszege, 0-4 op Racing Jet en 0-1-verlies thuis tegen Standard. “Daarna was de trein vertrokken. We eindigden op twee punten van Anderlecht.”
Hij dreunt het trainingsprogramma af : maandag twee keer, dinsdag twee keer, woensdag vrij, donderdag twee keer, vrijdagvoormiddag, zaterdag spelen én winnen (lacht), op stap tot vier à zes uur ’s morgens, naar huis om te douchen en propere kleren aan te trekken, zondagmorgen training, na de middag slapen, wakker worden rond halfvijf om de resultaten van de andere ploegen te vernemen, en op maandag alles van voor af aan opnieuw.
Vanhoof : “Ik heb er wakker weten worden hier in het spelershome. Die gingen niet eens naar huis.”
Preud’homme : “Spelers stonden soms zat op het trainingsveld, maar ze deden wel alle oefeningen mee, al moesten ze overgeven. Nadien, toen we ook Europees speelden, werd het rustiger.”
Het typeert het fanatisme waarop KV Mechelen dreef in die dagen. Preud’homme : “Ik ben fanatiek en De Mos was het ook. Veel spelers zijn het hier geworden. Ze móésten wel. Op training was het op het scherp van de snee (lacht).”
Vanhoof : “Wie niet volgde, vloog eruit. Men zegt : je speelt zoals je traint. Ik hield mijn hart soms vast. Hij lacht nu, maar hij was de eerste om …”
Preud’homme : “… te tackelen. (lacht) Het mooiste voorbeeld was Pascal De Wilde. Die kwam hier vrolijk toe, maar dan zette De Mos in de partijtjes balbezit Rutjes, Koeman, Clijsters en mij, de vier gekken, bewust samen. Iedere keer dat De Wilde aan de bal kwam, boem, omhoog ! De Wilde wist niet wat hem overkwam. Na twee weken deed hij zoals iedereen.”
Hij lacht. Aan de overkant van de tafel schuddebuikt een kleine man mee.
Gesprek met Berlusconi
Een beeld dat Vanhoof altijd is bijgebleven : na een toernooi in Viareggio ligt de selectie te zonnen op het strand van Pisa. Twee spelers worden het felst belaagd door de Italianen : Preud’homme en Eli Ohana. “Of zij de populairste jongens waren ? De twee playboys misschien (lacht).”
Preud’homme : “Ik had contacten met Italiaanse clubs : Brescia, Torino en Milan. Het was mijn droom ooit eens naar Italië te gaan. Toen we tegen Milan speelden, vroeg voorzitter Berlusconi aan John Cordier of hij met mij mocht praten. Hij is toen in de kleedkamer gekomen om te zeggen dat ze mij volgden. Het was de tijd van Rijkaard, Gullit en Van Basten. Je mocht in Italië met drie buitenlanders spelen, maar Berlusconi zei dat er sprake van was om dat uit te breiden naar vier en dat ik dat dan zou zijn. ‘Doe nooit een transfer zonder eerst met ons te praten, met Mechelen regelen we het wel’, zei hij. Maar verder is het nooit gegaan.”
Ook toen de halve ploeg in het zog van De Mos naar Anderlecht uitweek, bleef Preud’homme in Mechelen. Net als Vanhoof, ook al polste de sluwe De Mos hen allebei voor een overgang.
Vanhoof : “Ik voelde mij goed hier, waarom zou ik veranderen ?”
Preud’homme : “Natuurlijk werkte ik graag met De Mos, maar ik heb het niet gedaan. Het lag te gevoelig. Ik kwam van Standard, een rivaal van Anderlecht. Veel mensen zeggen mij dat ik altijd te sentimenteel ben geweest in mijn keuzes.”
Vanhoof : “Jij bent het langst van allemaal in Mechelen gebleven : acht jaar.”
Clubtrouw zou je het kunnen noemen, maar daar houden beiden niet van. Zowel de KV-man als de Standardman, die Preud’homme in grote mate toch is gebleven, zegt wat hij nu doet ook voor een andere club in België te kunnen doen.
Preud’homme : “Waarom niet ? Wij zijn profs. Als je ergens naartoe gaat, doe je alles voor die club. Met sentiment heeft dat niks te maken. In Beveren zou ik hetzelfde doen als bij Standard.”
Vanhoof : “Je doet je job overal even gedreven. Je mag dat sentiment niet overroepen. Ik ben trainer geweest van Lokeren en ik was daar ook graag.”
‘Hé, ouwe lul !’
KV Mechelen koestert zijn oud-spelers. Vanhoof is er trots op en Preud’homme maakt het blij. Erwin Koeman ziet hij misschien nog het vaakst en het was dan ook geen toeval dat de Nederlander hem twee jaar geleden zijn Lifetime Achievement Award kwam overhandigen. Met Graeme Rutjes golft hij soms en wanneer hij Lei Clijsters tegen het lijf loopt, is het van ‘hé, ouwe lul’.
“We hebben allemaal onze job, maar we hoeven elkaar niet elke maand te zien om vrienden te blijven. Wij zíjn het gewoon. Als een van ons iemand nodig heeft, staat er direct iemand klaar.”
Dat de doelman een tweede carrière zou maken in het voetbal, had Vanhoof altijd verwacht, maar niet dat het als trainer zou gebeuren. “Niet dat hij er volgens mij de kwaliteiten niet voor had, maar ik zag hem meer in een andere functie, zoals technisch directeur of public relations.”
Zijn eerste trainersbezoek achter de (afgebroken) kazerne is pas voor eind maart 2008. Zaterdag is er eerst Standard-KV Mechelen. Vier jaar geleden werd het 0-0, met dus een halve Luikse ploeg aan Mechelse kant. Daar zou KV nu opnieuw voor tekenen, maar Preud’homme is deze keer niet zinnens cadeaus uit te delen. “Wij hebben de punten ook nodig.”
“Tegen Mechelen spelen blijft iets speciaals, ook al zal het op dit veld nog iets specialer zijn”, zegt hij. “De supporters die meekomen, blijven dezelfde. Zij waren ook míjn supporters.”
Pure concentratie
Wanneer we nog eens over het natte gras wandelen, komen de flashbacks vanzelf. Zoals de 3-0-zege voor de Europese Supercup tegen PSV. Of de Europese kwartfinale tegen AC Milan, waarvan de heenwedstrijd in het Heizelstadion werd gespeeld. “Op dit veld hadden we gewonnen”, gooit Preud’homme eruit. “Dat hadden we ook op de Heizel moeten doen”, repliceert Vanhoof. “Die bal op de paal …”
De terugwedstrijd in San Siro, na de 0-0 in Brussel, herinnert Preud’homme zich als een van zijn beste voor KV Mechelen. “Die dag voelde ik me onklopbaar. Ik zag ze van alle kanten op mij afkomen, maar we hadden zo scherp getraind en mijn concentratie was zo hoog, dat ik een fractie eerder al wíst waar de tegenstander ging trappen. Je draait je om en ziet de mensen in de tribune schreeuwen en gezichten trekken, maar je hoort ze niet. Je zweeft. Pure concentratie. Vergelijkbaar met die wedstrijd tegen Nederland op het WK in Amerika.”
Milan kwalificeerde zich uiteindelijk dankzij een buitenspeldoelpunt. Maar het zijn niet alleen de in het collectieve geheugen opgeslagen topmomenten die Preud’homme hoog inschat. “Ik weet nog een wedstrijd tegen Cercle Brugge, waar mijn prestatie ook die van Nederland-België benaderde. We wonnen met 0-1 en ik stopte een penalty. In mijn ogen een schitterende wedstrijd. Ook die zal ik nooit vergeten.” S
door jan hauspie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier