Als je in elke wedstrijd één keer scoort en geen goal tegen krijgt, sta je aan de leiding. In die hoedanigheid reist KV Mechelen dit weekend af naar Club Brugge.

Het is de dag voor de wedstrijd van het jaar, de derby tegen Lierse, maar op Malinwa gaat het er gemoedelijk aan toe. Of trainer Marc Brys nog even op de foto wil met een paar fans? “Tuurlijk”, zegt Brys, en slaat lachend de arm om de jonge fan. Een voor een hebben zijn spelers hem dat bij het verlaten van het veld voorgedaan.

Aan de ingang van het spelershome is het één dag voor die belangrijkste wedstrijd van het jaar geen spitsroeden lopen tussen de camera’s. KV Mechelen staat wel aan de leiding, maar er staat slechts één journalist op Marc Brys te wachten. Van druk heeft Brys hier nog niets gemerkt. Een plaats in de middenmoot moet het zijn waar KVM op mikt, weet hij, en daar wil hij voor gaan.

De zege tegen Lierse en de negen op negen veranderen daar niets aan, ook al springt hij bij het affluiten een halve meter omhoog, legt hij met de spelers een ereronde af, en is zijn stem hees (“dat moet wel als je verbaal tegen Anthuenis moet opboksen vanaf de zijlijn”): “Mijn conclusie na deze match is dat we negen punten meer hebben dan Lierse.” Achter hem wordt, bijna een uur na affluiten, nog gezongen in de kleedkamer.

Nieuwe Drogba

Op training is het dezer dagen aangenaam toeven achter de kazerne. “Alles goed?”, vraagt een supporter wanneer assistent-trainer Urbain Spaenhoven – overgekomen van Rupel-Boom – het veld betreedt. “Zie je niet dat we stralen?” vraagt die met een brede grijns.

Maar al gauw maakt Spaenhoven zich kwaad, terwijl Brys toekijkt. Het is niet omdat KV Mechelen op kop staat, dat er slap getraind moet worden. De nieuwe assistent-trainer is niet tevreden met wat hij ziet. “Meer kwaliteit alstublief”, roept hij. “Om het in het Vlaams te zeggen: het trekt op geen kloten!” Peter Maes is wel weg, maar dat is geen reden om gemoedelijk te gaan trainen.

Aan de rand van het veld babbelen de fans met de Nederlandse makelaar van de grote, sterke, Nigeriaanse targetspits die test. Een ruwe diamant, met de potentie om een type Drogba te worden, klinkt het. Een sterke kerel. “Heeft vanochtend wel acht croissants opgegeten!”

Maar technisch directeur Fi Vanhoof staat niet met geld te wapperen om nieuwe spelers aan te trekken. De Nigeriaanse speler wordt uiteindelijk niet aangeworven. KV Mechelen moet elke euro drie keer omdraaien, zegt Vanhoof. Wat hem betreft, is de kern compleet. Vroeger dan andere eersteklassers was KV klaar met zijn huiswerk. Simpel is dat niet, benadrukt hij, voor een club die op twee jaar tijd zijn vier beste spelers verloor: de twee miljoen euro die men vorig jaar voor Nana Asare en Björn Vleminckx kreeg, zitten in een spaarpotje. Dit jaar vertrokken Koen Persoons en Jonas Ivens. Toch is dat met de komst van Jonathan Wilmet, Bjarni Vidarsson, Seth De Witte en Boris Pandza opgelost zonder dat het de club veel geld kostte: met de transfersom van Ivens kocht KV Mechelen Bosnisch international Pandza en hield er nog geld aan over.

Eigenlijk is het simpel: KV Mechelen hééft gewoon geen geld om spelers te kopen. De technisch directeur wijst op de voetballers op het trainingsveld. Allemaal gratis gekomen, behalve Olivier Renard, Vidarsson en Pandza. Niet dat Malinwa helemaal geen middelen heeft. Anders zat Vidarsson nu bij Lierse, dat hem ook graag wilde, maar van de speler hoorde dat die bij Mechelen meer kon verdienen dan op het Lisp.

Wat Mechelen deugd zou doen, zegt Vanhoof, is het doorbreken van een speler uit eigen jeugd. Hij wijst op Jonas Laureys die samen met jeugdinternationaal Tom Pietermaat meetraint met de kern. Zij hebben potentieel, nadat de vorige talentrijke lichting van Malinwa ( Steven Defour, David Hubert, Marvin Ogunjimi) bij het failliet in het seizoen 2002-2003 door Genk weggehaald werd. Na hen brak niemand meer door vanuit de eigen jeugd.

Nood aan regels

De verslaggever is één minuut te laat voor een korte babbel met Kenny Van Hoevelen. Was hij een speler geweest, dan had hem dat ongeveer vijf euro gekost, zegt Van Hoevelen. Brys heeft een huishoudelijk reglement ingesteld waar boetes aan vastgeplakt werden, waarvoor de bedragen door de spelers zelf vastgesteld mochten worden. Als hij die regels overtreedt, moet ook de trainer dokken, en nog wel het dubbele tarief. Het is hem al een keer overkomen, geeft Brys toe.

“Je merkt dat de trainer een politieman is geweest”, glimlacht doelman Olivier Renard. “Hij is zeer strikt, Peter liet ons los. Als het training was om drie uur, kwamen we soms om twee na drie op het veld. Nu staat iedereen er om drie uur stipt.”

Elke gemeenschap heeft nood aan regels, verdedigt de trainer zijn aanpak. “Regels zijn er om uw vrijheid te beschermen, niet om ze te beknotten. Als iedereen mag doen wat hij wil, leidt dat gauw tot ruzie en gevechten.” De eerste week observeerde de nieuwe trainer hoe de spelersgroep zich gedroeg. Bewust belde hij niet met Peter Maes, die hij nochtans goed kent, om niet vooringenomen aan zijn opdracht te beginnen. Die eerste week schrok hij flink, geeft hij toe. “Zij keken naar mij. Ik moest alles zeggen: of ze links of rechts moesten gaan. Dat was eenrichtingsverkeer, dat wilde ik niet. Ik voelde me ook niet goed bij de manier waarop het de eerste week liep. Bijvoorbeeld dat iedereen at wanneer het hem uitkwam. Nu eten we samen.”

De spelers zijn het niet eens of de samenhang nu beter is dan onder de vorige trainer. Kenny Van Hoevelen vindt dat er wel meer samenhang is: “Nu vormen we echt een groep, die samen vecht voor elke bal. We kennen onze taken bij balbezit en balverlies, vorig jaar was dat bij balverlies bij sommigen wat minder. Ze wisten wel wat te doen, maar deden het niet. We trainen nu wel anders: langer, intenser, meer gedreven. Brys is streng maar correct. Sommigen waren bang van Maes. Bij velen was dat niet de juiste aanpak, roepen en tieren. Nu wordt alles rustig gezegd.” Doelman Renard vindt niet dat de kleedkamer vorig jaar verdeeld was: “Ach, die groep was er ook vorig jaar, hoor. Peter schreeuwde wel meer, reageerde emotioneler, maar maakte er zo ook veel wakker. Maar ook Brys zegt waar het op staat, hoor.”

Fi Vanhoof is niet zo gelukkig met de opmerkingen van voorzitter Johan Timmermans. Die liet verstaan dat er onder Maes groepjes waren. Vanhoof vindt dat er op die manier afbreuk wordt gedaan aan Maes’ werk. Peter Maes heeft KV Mechelen weer op de kaart gezet, benadrukt hij nog eens. Maes’ verdienste is dat hij elk jaar een stap hoger zette, maar na vier jaar is het goed dat iemand een andere aanpak huldigt. “Maes was een trainer die heel veel eiste van zijn spelers, maar die wel meer op gevoel werkte, terwijl Brys alles veel meer onderbouwt.”

Mandekking

Dan is het tijd om over voetbal te praten.

Bij het begin van de training onderhoudt Brys zich ruim een half uur met de doelmannen, de keepertrainer en verdediger Xavier Chen. Ook dat is een verschil met zijn voorganger, zegt Renard. “Maes zei vooraf: ‘Zo spelen we.’ Deze trainer speelt liever in op de zwakke punten van de tegenstander. Maes werkte op balbezit en ik werkte met de keepertrainer. Marc Brys gebruikt vaak de keepers bij de gewone oefeningen. Dat vind ik fijn.”

Kenny Van Hoevelen: “Brys verdedigt bij stilstaande fases met mandekking, Maes deed dat in zone. Na een tijd hebben we gevraagd om weer in zone te verdedigen, maar dat wou de trainer niet. Dat was even zoeken voor ons.”

Bij de vraag over hoe hij wil voetballen, fleurt de trainer op. Nu speelt Mechelen vooral nog op gretigheid en enthousiasme. “We moeten doorgroeien naar het dicteren van onze mogelijkheden, niet over de hele wedstrijd, maar op fases. We ontwikkelen automatismen die we straks sluw moeten toepassen op de juiste momenten. Maar altijd zonder aan het enthousiasme en de gretigheid van voordien te raken. Aan je huisstijl mag je niet tornen, maar je kan er wel accenten aan toevoegen.” Hij geeft een voorbeeld: “Zulte Waregem toonde op Standard dat ze de bal niet wilden. Dus zorgden wij ervoor dat ze tegen ons de bal wel hadden.”

Week na week ziet Brys zijn team groeien. In de match tegen Lierse verraste het positiespel van zijn spelers hem. Stilaan ziet hij in de wedstrijden terug waar tijdens de week zo op getraind wordt. De manier waarop Yoni Buyens diep ging en de bal vroeg, en Julien Gorius die prompt afgemeten op hem speelt, bijvoorbeeld. Maar het kan nog beter, ook met deze spelers. Zijn voorganger wou er graag versterking bij, Brys vraagt niet om nieuwe spelers: hij zet gewoon Kevin Geudens die vorig jaar na een zware blessure amper aan de bak kwam, op een andere positie: centraal op het middenveld. “Ik vraag me niet af wat ik niet heb, maar wat ik wel heb. Ik zag dat Geudens een goeie rechtse trap voorwaarts had. Maak daar dan een wapen van in plaats van te zeuren dat je linkervoet niet zo goed is.”

Een plek bij de betere ploegen in de middenmoot acht de trainer haalbaar: “Wij hebben niet de man die alles beslist, maar we zijn een sterk collectief. Natuurlijk zijn sommige posities minder bezet, maar daar blijf ik niet bij stilstaan.”

Ook Fi Vanhoof predikt bescheidenheid in de ambities: “Onze kwaliteiten zijn organisatie en inzet. Neem die twee zaken weg en wij zijn maar een heel gewoon ploegske.”

De spelers mikken hoog. Renard: “Vorig jaar eindigden we op twee punten van play-off 1. Waarom zouden wij nu niet kunnen wat STVV en Kortrijk toen lukte?” Van Hoevelen: “Het afgelopen seizoen was er een van net niet: net geen bekerfinale en net geen play-off 1. Laat ons nu streven naar een jaar van net wel.”

door geert foutré beelden reporters

Het afgelopen seizoen was er een van net niet. Laat ons nu streven naar een jaar van net wel. Kenny Van Hoevelen

Regels zijn er om uw vrijheid te beschermen, niet om ze te beknotten.

Marc Brys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content