Sport/Voetbalmagazine volgt de Rode Duivels van dag tot dag, van aardewegen tot restaurants met vlees à volonté. En een praatje met een Braziliaanse legende.

Ook in de derde week van ons Braziliaans avontuur ontdekken we enkele bijzondere lokale gebruiken, niet verder dan een steenworp van het verblijf van de Rode Duivels.

Churrascarias

Drie weken zijn we nu in Brazilië en hoewel we vlak bij de Belgische nationale ploeg een beetje in een bubbel leven, in een uithoek van Brazilië, hebben we toch de tijd gevonden om van de lokale gastronomie te proeven. En daarvoor moet je naar de churrascarias! De churrasco is in Brazilië wat de asado in Argentinië is: de kunst van het barbecueën. Dat is in de ogen van de Brazilianen zodanig belangrijk dat huizen met een ingebouwde barbecue aan een hogere prijs verkocht worden op de vastgoedmarkt. De churrascarias dus: wanneer je in zo’n etablissement binnengaat, vragen ze je niet wat je wil eten, er is namelijk geen keuze. Vlees, vlees en nog eens vlees. Je kunt alleen nog kiezen wat je erbij wilt eten: friet, rijst, geflambeerde bananen… om de vijf minuten komen kelners langs met een hoop vleesspietsen. Ze versnijden het vlees en met een vleestang grijp je de stukken die je wilt. Er zijn allerlei soorten vlees (rund, kip, geit…) en verschillende organen (lever, ingewanden…). De kelners zijn gekleed in de traditionele outfit van de gaucho en ze blijven langs je tafel passeren zolang je het karton met de groene kant naar boven hebt liggen. Wanneer je verzadigd bent, draai je gewoon het karton met de rode kant naar boven. Het vlees is heerlijk, maar het is een plek die we niet meteen zouden aanraden aan vegetariërs.

Een rustig potje tennis

Het hotel van de Belgen had eigenlijk vol moeten zitten na aankomst van de Rode Duivels: een vleugel voor de spelers en de technische staf, een andere vleugel, die wat apart ligt, voor de FIFA. Maar de wereldvoetbalbond had kort voor het toernooi een aantal kamers afgezegd en dus moest het Paradise Golf Resort plots op zoek naar nieuwe klanten. Marc Wilmots gaf daarvoor de toestemming, zolang er maar geen Belgische supporters kwamen logeren. Sinds wij daar verblijven, zijn we wat rijke Brazilianen en Aziaten tegengekomen, maar alles was vrij rustig. De verrassing was dus groot toen we opeens twee Belgische fans tegenkwamen die de camping in Rio hadden verlaten en voor de rest van hun vakantie een kamer hadden geboekt in het Paradise Golf Resort. Niemand had hen de kamer ontzegd en dus spelen ze nu rustig een potje tennis op enkele stappen van het trainingsveld van de Rode Duivels of zeggen ze even gedag aan de spelers op de golfcourt.

Bruidssteun voor de Seleção

De steun van de Brazilianen aan de Seleção kent geen grenzen. Of het een gevolg is van doorgedreven marketing zouden we niet kunnen zeggen, maar de Braziliaanse vlag waarmee de voetballers aangemoedigd worden, is overal. We zagen in Mogi das Cruzes zelfs een exemplaar in een winkel voor… trouwkleren. Het is nochtans niet eenvoudig om de schoonheid van een bruidsjurk in te schatten wanneer er een immense geel-en-groene vlag achter hangt.

Vijf uur rijden voor Zico

Toen we vernamen dat de Braziliaanse legende Zico in de buurt van São Paulo zou passeren en dat verschillende journalisten hem konden ontmoeten, zijn we direct gaan pleiten bij de persverantwoordelijke. Uiteindelijk regelt hij een afspraak voor ons in een badplaats aan de Costa Verde, tussen São Paulo en Rio de Janeiro. Dat is slechts 97 kilometer van ons basiskamp, maar met de auto is het wel twee uur rijden, want de weg klimt door de bergen vooraleer af te dalen richting kust. Ter plekke vernemen we dat aan twaalf journalisten elk een halfuur interview beloofd werd, maar dat Zico slechts twee uur tijd heeft. Het vergt geen groot wiskundig inzicht om te begrijpen dat niet iedereen een deftig interview zal krijgen. Aangezien wij als Belg een van de kleinste media vertegenwoordigen, probeert men snel om ons af te schepen. Maar na fel aandringen schuiven ze ons dan toch tussen een Japanse collega (die wel een halfuur krijgt) en een Italiaan die in hetzelfde schuitje zit als wij. Uiteindelijk mogen we vijf minuten bij die charmante man die Zico wel is. Tijd voor plichtplegingen is er niet, de klok tikt. We hebben net de tijd om hem naar zijn mening over de Rode Duivels te vragen. Zijn antwoord: “De poule was redelijk zwak en het spel ontgoochelend, maar kun je het de Rode Duivels verwijten dat ze niet de pannen van het dak spelen als ze ervaring opdoen en negen op negen halen? Zijn ze soms minder goed dan Argentinië? Kijk ook eens naar het aantal Europese ploegen dat nog meedoet. De jonge aanvaller Divock Origi valt altijd met veel flair in. En we verwachten nog wat van Eden Hazard. Hij heeft nog niet buitengewoon gespeeld, maar hij kan de wedstrijden openbreken, zoals alleen grote spelers dat kunnen. Ik keek eigenlijk ook uit naar jullie reus Romelu Lukaku, maar die schijnt zijn WK precies wat te rateren, niet?”

Na afloop van het onderhoud nemen we de weg in de omgekeerde richting. Omdat onze gps al snel uitvalt, met nog zowat tachtig kilometer te rijden, moeten we op eigen kompas verder. We lijken op de goede weg te zijn wanneer we in een bergdorpje een wegwijzer zien met daarop ‘Guararema’, de naam van onze slaapstad. We denken al dat we gered zijn, maar het parcours blijkt voor 20 kilometer over… een aardeweg te lopen. Als we daar lek rijden, gaat niemand ons komen depanneren. De auto hotst en botst, maar we geraken er uiteindelijk. Een trip van vijf uur om vijf minuten met Zico te praten. Gelukkig was het landschap formidabel en konden we aan de rand van de zee eten. En dat is wél een tocht van vijf uur waard!

Stropers bij de Duivels

Op een nacht werden de Rode Duivels gewekt door geweerschoten. Die bleken van stropers te komen, die wanneer de nacht gevallen was op de capibara gingen jagen. “We hebben vernomen dat ze daar ’s nachts op jagen”, bevestigt veiligheidsverantwoordelijke Serge Borlée, die zich toch ook vragen had gesteld de eerste keer dat hij die schoten hoorde. Capibara’s of waterzwijnen zijn de grootste knaagdieren ter wereld. Ze zijn eigenlijk een beschermde soort, maar ze zijn erg gegeerd wegens hun pels en hun vlees.

Wat met de stadions?

Na Mineirão in Belo Horizonte, een stadion met typisch Braziliaanse architectuur, hebben we nog drie stadions leren kennen. Ten eerste de mythe: Maracanã. Maar wist u dat in de schaduw van deze mastodont een vervallen gebouw staat dat door eenheden van de Braziliaanse politie wordt bewaakt? Alle buitenlandse supporters gaan achteloos aan dat gebouw voorbij, helemaal gebiologeerd door Maracanã. Dat het bouwvallige huis zo stevig bewaakt wordt, komt omdat het een bedreiging vormt voor en tevens de achilleshiel is van de Braziliaanse regering. Het gaat namelijk om ‘het huis van de indianen’, een soort centrum ter bescherming de rechten van de oorspronkelijke bewoners van Brazilië en een soort vergaarbak voor alle aanklachten tegen de ongelijkheid en de schending van de rechten van de inheemse volkeren. De renovatie van Maracanã had er ei zo na voor gezorgd dat de huurders van het gebouw eruit werden gezet en het huis gesloopt, maar dankzij een nooit geziene protestactie kon het toch gered worden. Het huis staat er dus nog altijd, maar tijdens de Wereldbeker mag niemand er naar binnen.

Behalve Maracanã en omgeving hebben we ook de magnifieke site bezocht van de Corinthians Arena, voorheen Itaquerão, naar de wijk van São Paulo waar het stadion werd opgericht. Het is zonder meer de plaats waar je de sfeer het beste voelt dankzij de architectuur van het stadion (en ondanks het ontbreken van twee daken). Maar ook daar word je in de nabije omgeving van het stadion snel geconfronteerd met de realiteit van elke dag. Itaquerão is een favela waar 400.000 mensen wonen en die zich na twintig jaar van prostitutie en crack beetje bij beetje aan het hertekenen is. Ook al heeft deze favela wat kunnen profiteren van de bouw van het stadion, voor de bewoners is het nog niet allemaal rozengeur en maneschijn. Het gebrek aan geld is zichtbaar, maar het mag eigenlijk niet geweten zijn. Zo worden op wedstrijddagen alle wegen tussen het stadion en de favela afgesloten, om te vermijden dat de bevolking zich te veel laat zien of dat supporters de favela gaan verkennen.

Het derde stadion is Fonte Nova in Salvador de Bahia. Het ligt in een wijk die geprangd is tussen enerzijds een favela en anderzijds een wolkenkrabber: de paradox van de Braziliaanse maatschappij ten voeten uit.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN MOGI DAS CRUZES – BEELDEN: BELGAIMAGE/YORICK JANSENS

In de schaduw van Maracanã staat een vervallen gebouw dat door de politie wordt bewaakt: ‘het huis van de indianen’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier