Elke tweedeklasser heeft zo zijn eigen problemen en oplossingen. Schulden, bouwval, fusieruzie, buitenlanders op de loer of een roerig verleden. Maar sommige kunnen toch promoveren. Aflevering twee van een driedelige reeks: het Waasland, Antwerpen en de Kempen.

Terwijl geruchten over omkoperij en/of poging tót de competitie in tweede klasse ontsieren en de kloof tussen de toppers en de bodemploegen immens is, zijn het Lierse, Bergen en United die om de titel strijden. Wie het niet wordt, zal voor de promotie moeten spelen in de barragewedstrijden waarin Roeselare het opneemt tegen drie tweedeklassers.

Promoveren geeft clubs weer een toekomst, want “tweede klasse is het weeskind van het voetbal”, zoals iemand de reeks omschreef, een reeks waarin de Vlaamse clubs ten noorden van de E40 de boven- en de onderkant van de rangschikking bevolken: twee kandidaat-promovendi met Lierse en United, twee mindere goden op zoek naar houvast met Waasland en Turnhout en twee voormalige grootheden in verval met Beveren en Antwerp.

Tijd voor de grote mensen

United en Lierse hebben wat Vlaanderen betreft de beste ploegen in tweede klasse. Philip Haagdoren, assistent-trainer van United en oud-speler van Lommelse SK, zoals de club vóór de fusie met Overpelt heette, en Eric Van Meir, assistent-trainer en oud-speler van Lierse, analyseren hun ploegen.

Wat is jullie sterkte?

Philip Haagdoren: “We hebben een manier van spelen gevonden die de groep ligt – een systeem waarin iedereen op een manier kan spelen die bij zijn kwaliteiten past – en van daaruit zijn we gegroeid. Franky Van der Elst is daarin een belangrijke factor, dat kan je niet wegsteken. In tweede klasse wordt vaak gekozen om de bal van achteren uit te trappen, maar wij proberen toch voetballend op te bouwen. Niet dat het altijd vloeiend loopt, maar het gaat toch aardig met zeer degelijke wedstrijden. Met Pinxten, Sengier, Noukeu of Stassin hebben we bovendien ervaring achterin en met Ketting en Brouwers voorin scorend vermogen.

“Ketting is een balvaste spits die sterk is met het hoofd en in de zestien. Hij vangt heel veel ballen op en heeft ook werkkracht. Zijn talent ligt niet in de diepte, maar hij is altijd aanspeelbaar, zelfs in moeilijke omstandigheden. Meestal houdt hij de bal nog goed bij ook. Brouwers is meer de man die de ruimte opzoekt, vanuit het middenveld komt en als hij met het gezicht naar doel staat, heel scherp kan afwerken.”

Eric Van Meir: “Met de komst van Aimé Anthuenis heeft iedereen opnieuw zijn kans gewaagd. Na bepaalde jaren met een trainer – en dat is geen verwijt naar Herman ( Helleputte, nvdr) – dachten sommigen dat hij hen niet moest en kreeg je een bepaalde gelatenheid. Met de trainerswissel zag je het niveau stijgen, zag je dat er meer echte concurrentie is, waardoor de ploeg ook meer aan elkaar hangt. We spelen een beetje op z’n Sint-Truidens. Het is meer in blok, maar minder attractief. Wat ons vorig jaar ontbrak in vergelijking met STVV is dat zij de ploeg hadden en wij de spelers. Toen Thiebaut zei dat hier geen groep was, had hij daar ook gelijk in, maar dat is nu hersteld. Na de match in Doornik waren de spelers, ook de bankzitters, voor het eerst aan het zingen in de bus. Ik denk dat dat vijf jaar geleden was.

“Statistisch gezien zijn Cavens en Radzinski heel belangrijk voor ons, een sleutelduo: ze zijn verantwoordelijk voor meer dan zestig procent van de goals. Jurgen is de perfecte passeur en Thomasz heeft ervaring, loopacties … Je moet eigenlijk geen fantastische nummer tien zijn om hem weg te sturen. Als je het spelletje een beetje begrijpt, kan je hem per wedstrijd drie, vier keer alleen voor de keeper zetten.

“Ik denk dat de laatste weken door de blessures van Cavens en Radzinski ook gebleken is dat we minder afhankelijk kunnen zijn van hen: we speelden korter op mekaar. Want het werd met de snelle diepgang van Thomasz voor middenvelders en verdedigers soms moeilijk om aan te sluiten, waardoor je een heel langgerekte ploeg kreeg. We creëren wel minder kansen, maar we geven er van de andere kant ook minder weg.”

Wat is jullie zwakte?

Philip Haagdoren: “We zitten met een beperkte kern, aangevuld met jongelingen die tot vaste waardes moeten kunnen doorgroeien. Maar we kunnen eigenlijk geen negentig minuten een wedstrijd bepalen. Het zijn altijd fases. Na Nieuwjaar kwamen we vaak verdiend 1-0 voor en dan laten we het zakken en komt de tegenstander terug. Dan moet je weer dat tandje bijsteken. Maar zeggen: nu zetten we de wedstrijd op slot, dat lukt ons nog niet. We moeten het ook als groep doen. Er steekt niemand echt boven uit van wie je kan zeggen: we geven hem de bal en hij lost het op. Dat heeft ook zijn voordeel, natuurlijk: we weten dat van elkaar en je bent niet afhankelijk van één speler.”

Eric Van Meir: “We spelen soms te ver uit elkaar, dan is er te weinig samenhang tussen aanvallende en verdedigende acties. En we pakken veel te gemakkelijk doelpunten. Dikwijls individuele fouten en positionele fouten. We hadden de beste aanval, altijd die drang naar voren, maar we móésten ook vaak drie goals maken om te winnen. Scoorden we maar twee keer, dan was het vaak 2-2.”

Is de ploeg klaar voor eerste klasse?

Philip Haagdoren: “We kunnen finan-cieel niet doen wat we willen. We kunnen de ploeg wel een beetje versterken, maar of die dan sterk genoeg is, dat weet ik niet. In elke linie zal er wel iets bij moeten komen. Vijf, zes gerichte aankopen. De kern iets breder maken toch. Tja, we zijn niet met de ambitie aan het seizoen begonnen om mee te doen voor eerste klasse, maar op den duur is dat wel gekomen. Nu leeft het geloof dat we tot de laatste snik moeten proberen om de promotie te bewerkstelligen. We trainen alleen om 17.30 uur en twee keer in de week om 14 uur. Dus we zijn geen profploeg meer. Als we zouden promoveren, zou dat bekeken moeten worden.”

Eric Van Meir: “Ik denk dat wij ook over veel spelers beschikken die eerste klasse waardig zijn en er hebben gespeeld, ook in het buitenland. Radzinski, Cavens, Nedzipi, Thiebaut, de Egyptenaren, Kujovic, … Dat is ervaring, aangevuld met een hoop jonge leeuwen zoals De Witte, Dreesen, Frans, die het niveau van eerste klasse gaan halen en die belangrijk zijn in hun gretigheid. Dus ik denk niet dat er veel zal moeten veranderen als we zouden promoveren, behalve een paar ervaren spelers binnenhalen in de as van het veld. Type Timmy Simons vóór de verdediging, een goede centrale verdediger die leiding kan geven en misschien ook een spits van het type- Wesley Sonck, die ervaring heeft en complementair kan zijn met Radzinski of Cavens. Wij trainen als profs, twee keer per dag, dat statuut hebben we nooit verminderd. We gaan ook op hotel voor een wedstrijd. Het enige wat nog moet gebeuren, is zo snel mogelijk naar eerste klasse gaan. Het is tijd om weer bij de grote mensen te zitten.”

Verdoemd & Flopperdeflop

In tegenstelling tot de wolf van het Waasland steekt het fusiespook in de streek iets vaker de kop op. Red Star Waasland, FC Nieuwerkerken Sint-Niklaas, Beveren, Lokeren: allemaal hebben ze elkaar al het hof gemaakt. Nu Beveren onderaan staat in tweede en Nieuwerkerken Sint-Niklaas in de betere middenmoot van derde A klinkt in de coulissen steeds nadrukkelijker dat het er nu wel eens van zou kunnen komen. Al denken ze daar bij Red Star Waasland anders over. Red Star Waasland staat er – Lokeren buiten beschouwing gelaten, want eerder Durmestreek dan Waasland – qua sportief klassement op dit moment het beste voor: het behoort tot de betere middenmoot in tweede klasse.

Maar hoe zat dat nu ook alweer met die ontstaansgeschiedenis?

Melchior Roosens, voorzitter van Red Star Waasland sinds 1993: “Wij waren Red Star Haasdonk en speelden op De Ster, wat door de fusie Sint-Niklaas’ grondgebied is geworden, maar wij zijn het Haasdonk blijven noemen. Maar voor de veiligheid zijn we moeten komen spelen op het veld van Sint-Niklaas. Dat heeft in eerste klasse gestaan, maar is twee of drie keer failliet gegaan en dan door Lokeren overgenomen. Nu heten we Red Star Waasland en spelen we nog altijd op het veld van het vroegere Sint-Niklaas, maar Nieuwerkerken is ondertussen het nieuwe Sint-Niklaas geworden.”

Kortom, iedereen heeft al eens ‘Sint-Niklaas’ gespeeld, behalve Beveren, dat is altijd Beveren gebleven. Zijnde: een doorn in het oog.

“Toen er in het verleden al eens over een fusie werd gepraat, hadden wij De Ster op het oog als nieuwe locatie: je moet voor supporters bij een fusie iets nieuws kunnen brengen. Maar de burgemeester van Beveren zei: ik heb grotere tanden dan Willockx, dus ik bijt mij vast in de nieuwe tribune voor Beveren. Maar ze staat daar in die woonwijk niet op haar plaats, hé. Als ze ooit nog in eerste terechtkomen, zullen er ik-weet-niet-hoeveel ruiten sneuvelen. De stad gaf hen ook een lening die ze in 2014 pas moeten beginnen terug te betalen. Ze wijzen altijd naar schulden uit het verleden, maar de voorzitter is al twee, drie jaar bezig en het verbetert ook niet, hé. Tja, als Lemmens ( Erwin, doelman, nvdr) hier komt praten en dan naar daar gaat omdat hij ginder maal drie verdient … We zijn dit jaar al twee spelers kwijt die kwamen zeggen dat ze elders meer kunnen verdienen.”

De conclusie van de voorzitter is duidelijk.

“Waasland is niet leefbaar in tweede klasse. We hebben gemiddeld 1200 supporters en dat is veel te weinig, dus er moet iets gebeuren. Het probleem is dat ze bij de gemeente aan wafelijzerpolitiek doen: er zit een ploeg in derde die hetzelfde krijgt als wat een in tweede krijgt. Híj heeft bovendien al twee kunstgrasvelden en wij maar één. Wij hebben met ons stadion een eigen vermogen dat geen enkele andere club heeft. Maar we hebben er enorm veel kosten aan. Daarom hebben we een studie aan de stad gevraagd om het eens op te knappen.”

Toch maar beter een fusie proberen dan?

“Een fusie, daar moeten we niet over praten, dat is verdoemd in het Waasland. Ze wíllen er wel allemaal over praten, tot puntje bij paaltje komt.”

* * *

KFC Turnhout zou je gezien zijn stedelijke achtergrond een mooie club toedichten, maar het verleden van de ploeg laat zich schetsen door een opeenvolging van misgelopen romances.

Marcel Hendrickx, sinds vorig jaar voorzitter van Turnhout en oud-burgemeester, somt ze op: “Er zijn een aantal onfrisse dingen gebeurd in het verleden en daar moeten we nu nog altijd mee afrekenen. PfaffBoermans is een zwarte periode in de geschiedenis van Turnhout. Er zijn bedrijven die normaal benaderd zouden kunnen worden voor sponsoring maar die in het verleden, tot tweemaal toe zelfs, in de zak gezet zijn.

“Geen verwijt aan iemand, maar we zaten ook met zware spelerscontracten: contracten van het niveau van eerste nationale toen we nog in derde speelden.

“We zijn een tijd in onderhandeling geweest met Plopsaland. Studio 100 zou de club overnemen en als een van hun activiteiten beschouwen – het zat prachtig ineen. Dat was natuurlijk dé optie en ze waren enthousiast. Gert ( Verhulst, nvdr) stuurde in die tijd al eens een mailtje: ‘Wat heeft mijn ploegske gedaan?’ Maar uiteindelijk is dat in de raad van bestuur geflopt omdat Fortis zijn vetorecht gebruikt heeft.

“Wadi Degla stelde financiële middelen ter beschikking die royaal waren: een renteloze lening en een sponsorcontract voor twee jaar. Maar hij heeft dat stopgezet en dan zijn we een procedure begonnen.”

Een week voor de competitie begon, waren de shirts van Turnhout nog blanco.

“Iedereen dacht: Turnhout haalt oktober niet en Turnhout haalt januari niet, maar het is april en we bestaan nog steeds. We zijn in orde met alles, alleen hebben we een niet dramatische achterstand bij leveranciers vanaf december. Er is nu een realistisch saneringsplan opgesteld.”

Andere opties houden ze af.

“We hebben het dit seizoen vier, vijf keer meegemaakt dat we gecontacteerd werden door buitenlandse investeerders om hier jonge buitenlandse spelers te posteren. Je ziet meer en meer dat dat gebeurt. Tweede nationale wordt op den duur een kweekschool voor buitenlanders. Maar ons doel is: het behoud in tweede én de club in stand houden en dat zijn zeer moeilijke opdrachten.

“Sportief moeten we makkelijk meekunnen, maar financieel zullen we een klein broertje blijven. Maar hier moet potentieel zitten om in tweede klasse voor 2000 toeschouwers te spelen en dan is het haalbaar. Toen ik voorzitter werd, sprak iedereen mij aan over het voetbal. Dan vroeg ik of ze al eens komen kijken waren. Neen, dus. Iedereen leeft mee, maar naar een wedstrijd komen, dat lukt voorlopig niet.”

Rood & wit/blauw & geel

Antwerp speelde in 1993 als laatste Belgische club een Europese bekerfinale en Beveren speelde in 2005 nog in de UEFA Cup. Maar beide kampen nu met zodanige financiële – en in het geval van Beveren ook sportieve – problemen dat het voortbestaan in tweede klasse in gevaar komt.

Beveren trok nochtans een fraaie nieuwe tribune op – alleen lijkt de bezetting van de erin ondergebrachte kantoren te wensen over te laten.

Op de Bosuil is van nieuwbouw geen sprake: van het stadion gaat grandeur uit en de lichtmasten zijn nog altijd met voorsprong ’s lands mooiste, maar het zijn er door een kleine tornado wel maar drie meer en de tribunes takelen steeds nadrukkelijker af.

De twee clubs die ooit in Europese wedstrijden wervelden, spartelen nu in een draaikolk misschien wel tevergeefs tegen de vergetelheid.

Leeft het clubgevoel nog bij de supporters?

Bram Broeckx, secretaris van de supportersfederatie van Antwerp: “Er komen nog altijd nieuwe supporters bij – ik snap dat eerlijk gezegd zelf niet. Jong volk. Tja, dat Antwerpgevoel, zeker, hé. Als je hier als jonge gast binnenkomt en je hoort die sfeer, dan wil je hier niet meer weg. Voor veel mensen is de ploeg die op het veld staat ook bijkomstig, het gaat om de sfeer.

“Er was onlangs geld te kort om de licentie te halen, dus hebben we een actie georganiseerd door nu al abonnementen te verkopen voor volgend seizoen voor 175 euro, in plaats van 210 of 250 euro. Dat heeft 70.000 euro opgebracht. Fenomenaal hé. Want het is nog niet zeker of we een licentie zullen krijgen. Weer dat Antwerpgevoel. We betalen hier nochtans al zeven jaar dezelfde toegangsprijs als in eerste klasse.

“De harde kern, die door weer en wind komt, bevat ongeveer 2500 man. Hier zitten geregeld vier- tot vijfduizend toeschouwers, hé. Ook op verplaatsing brengen wij vaak een vol vak mee. De laatste jaren gaat de ploeg in de voorbereiding meestal naar Engeland of Schotland. Naar Bristol, Falkirk, Dundee, … Dan staat daar 800 man van den Antwerp te supporteren, hé. We hebben in Falkirk nog The Way to Amarillo gezongen en een polonaise gedanst op de tribune. Dat stond zelfs op YouTube en op hun forum verklaarden die van Falkirk ons gek, want we hadden verloren.

Hans-Peter Lehnhoff is nog altijd god in Antwerpen. Clubspeler en heel bereikbaar voor de supporters. Die kwam na de match gewoon een pintje drinken. We gaan daar nog geregeld naartoe. De eerste mei vertrekt er weer een bus van vijftig Antwerpsupporters naar Leverkusen-Hertha Berlijn. Hij is daar, dacht ik, spelersbegeleider. Na de match komt hij dan weer een pintje drinken. Iedereen hoopt natuurlijk dat hij hier ooit iets kan komen doen, hé. Bayer als sponsor binnenbrengen, bijvoorbeeld. Maar daarvoor komt hij niet goed genoeg overeen met de voorzitter. Ze zijn niet als vrienden uit elkaar gegaan, zoals veel coryfeeën die hier vertrokken zijn.”

Ingwin Daman, voorzitter van de supportersfederatie van Beveren: “Het leeft nog steeds in Beveren. Op vraag van de voorzitter baten wij het themacafé uit. Wel, bij een gewonnen wedstrijd verzetten we vier, vijf vaten méér. We zijn met een goede drie- en in een topmatch vierduizend supporters. Als je weet dat we in eerste klasse met zevenduizend waren, is er toch wel wat volk afgehaakt. Maar mocht het goed gaan, staat hier weer zes- à zevenduizend man, denk ik, want ik zie er sommigen toch terug als we eens tegen Lierse of Antwerp spelen.

“We hebben met onze supportersclub Ivoorkust gevolgd op het WK in Duitsland. Daar speelden toen veel spelers van Beveren. Via de Ivoriaanse bond hadden we het kunnen regelen dat we honderd tickets kregen voor de matchen tegen Argentinië en Nederland en vijftig voor die tegen Servië. Voor het WK in Zuid-Afrika hadden we met een maatschappij uit Beveren een spaarplan opgesteld, maar die man is overleden en het is verkeerd gelopen. We waren nochtans al twee jaar aan het sparen, een volledige reis met drie wedstrijden, waaronder die tegen Italië en Brazilië, uitgestippeld.”

Is een fusie een goed idee om jullie club van de ondergang te redden?

Bram Broeckx: “Het enige wat wij willen is dat stamnummer één, de kleuren rood en wit en de naam Antwerp behouden blijven. ( grijnst) Uiteindelijk is Beerschot uit Antwerp voortgekomen, hé. In 1901, denk ik, is er na een ruzie een deel opgestapt en hebben die een eigen club opgericht. Maar wij zijn, eind mei, al 130 jaar stamnummer één. We moeten weer gezond worden en die periode overbruggen tot we naar het nieuwe stadion kunnen. Antwerp is de enige club die mag bouwen, die een vergunning in handen heeft, op Petroleum Zuid. De Bosuil blijft iets speciaals, maar als je iets goeds in de plaats krijgt, wordt het gemakkelijker, natuurlijk. Germinal Beerschot is daar heel bang voor, want ze weten dat wij een veel groter potentieel hebben qua supporters.”

Ingwin Daman: “Wat is de meerwaarde van andere clubs die met ons zouden fusioneren? Bij Waasland zitten mensen in het bestuur die hier een paar jaar geleden zijn weggegaan. Waarom zouden we hen, die de club in de steek hebben gelaten, nu als messias binnen moeten halen? Ik denk dat er met een fusie veel supporters zouden afhaken. Als er een komt, heb ik voor mijzelf uitgemaakt, neem ik een abonnement op Ajax. Ik ben daar al vaak geweest, twee bekerfinales, Europese wedstrijden en soms zelfs al tien thuismatchen op een seizoen ben ik daar gaan bekijken.”

Volgende week deel 3: De Franse slag

door raoul de groote – beelden reporters

Het enige wat nog moet gebeuren, is zo snel mogelijk naar eerste klasse gaan.

Eric Van MeirIedereen hoopt dat Lehnhoff ooit nog iets kan komen doen voor Antwerp. Bayer als sponsor binnenbrengen bijvoorbeeld.

Bram Broeckx

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content