De creatieve oplossingen en de technische inbreng bij geel en rood zullen dit jaar voor een belangrijk deel uit de sloffen van Antun Dunkovic moeten komen. De kwieke Kroaat probeert duels zoveel mogelijk te vermijden, zowel op als naast de grasmat.

Tijdens de winterstop van vorig seizoen kwam de 26-jarige Dunkovic over van NK Croatia Sesvete. Aan het eind van het seizoen tekende de middenvelder een contract voor twee jaar bij KV. Het was Milan Ruzic, de voormalige spelverdeler van AA Gent, die zijn landgenoot in de belangstelling van de Maneblussers bracht. De aanpassing in België was niet evident en zijn kennis van het Engels beperkt, maar ondertussen kan Dunkovic zich goed uit de slag trekken. In Zivica Kanacki, ex-trainer van KV Mechelen en nog steeds aanwezig in het hart van de club, vond hij een steun en toeverlaat. Een half jaar verbleef hij op een studio van een KV-fan uit Sint-Katelijne-Waver, maar sinds kort heeft hij zijn eigen appartementje. Terwijl Dunkovic zijn eigen leven op de rails krijgt, lijkt dat voor zijn club veel minder het geval. De Kroaat liet zich er al enkele keren kritisch over uit. Zelfkritisch vooral, ondanks een paar puike prestaties. Dunkovic : “Als mijn eigen prestatie oké is, maar we verliezen, hoe kan ik dan zeggen dat ik goed gespeeld heb ? Dat is nutteloos en dom. Als ik goed gespeeld heb en we winnen, dan pas heb ik recht van spreken.” Hij wikt en weegt zijn woorden, gaat grote uitspraken uit de weg : “Over andere spelers wil ik het niet hebben. Wanneer ik kritisch ben voor het team, dan bedoel ik daarmee alleen dat we te weinig punten pakken. Het seizoensbegin was slecht voor ons. Drie gelijke spelen uit zeven matchen is veel te weinig en één van die draws haalden we dan nog tegen Moeskroen terwijl we 0-2 achterstonden. Daar staat wel tegenover dat we tegen Anderlecht en Brugge twee of zelfs vier punten hadden moeten halen in plaats van één. Scoren is een probleem : we krijgen kansen, maar we maken ze niet af. Bovendien kunnen we niet op de nul spelen. In elke wedstrijd krijgen we wel een goal tegen.”

Dunkovic speelde een belangrijke rol in de remonte van KV gedurende de tweede helft van vorig seizoen en hij toonde zich een doorslaggevende speler bij het winnen van de eindronde. Hij mag zich dan ook verheugen in een aanzienlijke populariteit bij de supporters, die altijd houden van creatieve spelers die hun truitje willen natmaken. Dunkovic : “Ik speel graag voetbal, ik geef alles op het veld. Dat spreekt de supporters aan. Ik zie ook vaak wat andere spelers niet zien en ik geef dikwijls de laatste pass.” Wat zijn sterkste punten zijn, daar wil de Kroaat zelf niet op antwoorden. Zijn beoordeling laat hij liever aan anderen over. Bijvoorbeeld Kanacki : “Antun brengt creatieve oplossingen aan op de helft van de tegenstrever. Met een doorsteekpass kan hij iemand voor doel brengen. Als hij in de wedstrijd zit, speelt de hele ploeg meestal goed. Hetgeen hij wel nog meer zou moeten doen, is de bal opeisen bij stilliggende fases. Vanaf dertig meter op doel poeieren zoals Van Zundert, dat kan hij niet, maar met zijn techniek heeft hij een perfecte vrijschop over zestien, achttien meter in de voet. Hij zou dan ook meer moeten zeggen : ‘Deze neem ík !’ Maar dat doet hij niet. Dat ligt niet in zijn karakter.”

Klein maar dapper

Met zijn 1m66, zijn techniek en zijn vista, doet Dunkovic wat aan Pär Zetterberg denken, al kent hij die alleen van naam. Het stoort hem trouwens dat hij telkens vragen moet beantwoorden over zijn gestalte. In Kroatië kreeg hij al voortdurend te horen : te klein, fysiek niet geschikt voor topniveau. Zelf zit hij daar totaal niet mee, hij heeft er zeker geen complexen over. Met zijn vrienden van vroeger speelde hij zelfs geregeld een partijtje basketbal. En was de grote Diego Maradona ook geen onderdeurtje ? Dunkovic : “Op de positie waar ik speel, is het niet zo belangrijk dat je 1m80 bent. Ik probeer vlug te denken, vlugger dan mijn tegenstanders, en snel te spelen. Zo kan ik duels vermijden.”

Op de vraag of hij zijn vastberadenheid en doorzettingsvermogen van thuis uit meegekregen heeft, antwoordt hij bevestigend. Steeds beter willen worden, dat heeft hij van zijn ouders geleerd. Niet op je lauweren rusten is de boodschap. Kanacki voegt daar nog een kanttekening aan toe : “Allemaal noemen ze hun ouders als degenen die aan de basis liggen van hun wilskracht, maar Antun heeft zich voortdurend moeten bewijzen. Hij trapt nochtans al tegen een bal van de dag dat hij kon lopen. Voetbal in Kroatië was een spelletje, een bal was een stuk speelgoed. Maar de mensen zagen al gauw dat hij talent had.” Dunkovic glimlacht verlegen, maar achter die glimlach gaat veel wilskracht schuil.

Rond zijn tiende sloot hij zich aan bij de club van zijn dorp, diep in het Kroatische binnenland. Enkele jaren nadien werd hij opgemerkt door een grotere club. Hij verliet het ouderlijk huis om aan de andere kant van het land, aan de Dalmatische kust, van het voetbal zijn leven te maken. Hij speelde er onder meer bij Pomorac in tweede en nadien in eerste klasse, en vervolgens bij HNK Rijeka. Als vijftienjarige je familie en vrienden achterlaten, het viel hem bijzonder zwaar. Het eerste jaar werd hij voortdurend geplaagd door heimwee. Vaak stond hij op het punt om er de brui aan te geven en weer naar huis te gaan, maar hij zette door. Hij had zichzelf een doel gesteld en dat doel hield hem op de been. Die ervaring maakte hem sterker.

Ontworteld in een vreemd land

Over de omstandigheden waarin hij uit Kroatië vertrokken is, praat hij niet graag. Kanacki licht een tip van de sluier op : “Antun heeft in Kroatië geen drama’s meegemaakt, maar de leefomstandigheden in het algemeen zijn er niet zo goed. Het leven is er vaak moeilijk. Zelfs aanzienlijke clubs spelen soms voor 500 toeschouwers. Op de tien spelers zijn er uiteindelijk negen die ervan dromen naar West-Europa te komen. Antun is heel blij dat hij die kans gekregen heeft. KV Mechelen is een mooie tussenstap op weg naar Barcelona. (lacht)” Dunkovic beaamt : “In Kroatië zijn er maar twee clubs van tel : Dynamo Zagreb en Hajduk Split. Alle goede spelers gaan daarheen en het zijn dan ook de enige ploegen die nog kunnen wedijveren met West-Europese teams. Het algemene niveau is hoger in België. Daarom zijn er zoveel spelers die naar hier willen komen. Niet zoveel als naar Italië of Spanje, maar toch.”

Naar België komen betekende voor Dunkovic een tweede keer ontworteld worden, maar de ervaring op jonge leeftijd had hem gehard. Het maakte de aanpassing dit keer iets gemakkelijker, ook al was hij nu in een vreemd land. De rol die Kanacki daarin speelt is niet te onderschatten. Dunkovic : “Hij is als een vader voor mij. Hij stelde zijn huis open en zei : ‘Neem maar wat je wil, je hoeft het niet te vragen.’ Ondertussen voel ik me in Mechelen wel thuis.”

Dunkovic is heel erg met zijn vak bezig. De kalender van KV kent hij vlotjes uit het hoofd. Op de vraag waar zijn doelstellingen liggen, antwoordt hij kort : “Mijn doelstellingen zijn die van de club.”

Een grote prater is Dunkovic niet. Hij toont zijn kwaliteiten liever op het veld. Toch heeft hij geen hekel aan interviews, geeft hij als uitsmijter mee : “Neen, vergis je niet. Iedere speler vindt het leuk om geïnterviewd te worden en in de belangstelling te staan. Dat is bij mij niet anders. Alleen vind ik het momenteel niet erg opportuun. Ik zou liever resultaten halen dan interviews te geven. Laten we eerst maar een paar wedstrijden winnen. Dan pas kunnen we terecht in de belangstelling staan.” S

door peter mangelschots

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content