‘Nooit zat het Antwerpse voetbal dieper dan nu’, het was onlangs in een Vlaamse krant de kop boven een opmerkelijk stuk. Twee pagina’s lang werd er een ontnuchterende stand van zaken gemaakt van het voetbal in de noordelijkste provincie van ons land. Cijfermatig valt er tegen de analyse weinig in te brengen. Nog nooit kon een Antwerpse club een ticket bemachtigen voor play-off 1 en van de drie huidige vertegenwoordigers in eerste klasse vinden we de hoogst geklasseerde, KV Mechelen, pas op de elfde plaats terug.

Dat terwijl de provinciehoofdstad al twee seizoenen lang van voetbal op het hoogste niveau verstoken blijft. Beerschot, sinds 2013 omgedoopt tot Beerschot-Wilrijk, probeert zich na een tweede faillissement in veertien jaar tijd terug te knokken vanuit de kelders van het nationale voetbal. Antwerp, dat een schuldenlast van ongeveer 22 miljoen euro torst, verkommert al een decennium in tweede klasse. Geen fraai beeld dus voor de stad die pretendeert een metropool te zijn. Besluiten dat het voetbal er dood is, is echter een brug te ver.

Zowel Beerschot-Wilrijk als Antwerp heeft zware tijden meegemaakt of zit nog steeds in financieel slechte papieren, maar aan de toeschouwersaantallen bij wedstrijden valt daar niets van te merken. Tien dagen geleden zaten er voor de derby tussen Beerschot-Wilrijk en de City Pirates uit Merksem 8000 toeschouwers in het Olympisch Stadion. Onwezenlijk voor vierde klasse, een afdeling waar de meeste clubs al tevreden zijn met 300 supporters. De tocht naar de Jupiler League zal nog enkele jaren in beslag nemen, maar wat betreft de sfeer zit het al snor op het Kiel.

Enkele kilometers verder in Deurne-Noord laten de Antwerpfans zich ook niet afschrikken door de donkere jaren in tweede klasse. Ondanks de sombere berichten over transferverboden, licentieperikelen en financiële problemen blijft de Bosuil aardig gevuld bij wedstrijden in eigen huis, en op verplaatsing overstemmen de rood-witte supporters de thuisaanhang. Beide clubs hebben dus een voldoende grote fanbasis om in eerste klasse mee te strijden met de top.

Er zijn bovendien nog andere factoren die erop wijzen dat het echt wel de goede kant kan uitgaan met het voetbal in Antwerpen. Naast de economische kracht van de bedrijfswereld en de haven volstaat daarvoor een avondje Match Of The Day kijken. Toby Alderweireld, JanVertonghen, Moussa Dembélé en Ritchie De Laet, allen actief in de Premier League, zijn voor een groot deel opgeleid in Antwerpen.

Alderweireld en co tonen aan dat Antwerpen geen voetbalwoestijn is. Door het sportief verval de afgelopen jaren heeft zowel de jeugdopleiding van Antwerp als die van Beerschot(-Wilrijk) rake klappen gekregen, maar op de pleintjes in de stad blijft het van het talent bulken. Het is daar waar de meest pure vorm van het spelletje beoefend wordt dat de voedingsbodem ligt voor de toekomst van het Antwerpse voetbal. De kiemen zijn al gezaaid, nu is het nog wachten op een goede oogst.

Thomas Lamm, Edegem

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content