Een ware machtsontplooiing lijkt het als een televisieploeg bij een stadion neerstrijkt. Zondagavond waren 85 mensen twaalf uur in de weer om elke flits uit Anderlecht-Roeselare uw huiskamer binnen te loodsen. Een blik achter de schermen. Letterlijk.

De perfectie bestaat niet, maar we houden er wel van. Dat is het lovenswaardige motto dat Raoul De Weger vooropstelt. Hij is de man die verantwoordelijk is voor de productie van de 306 voetbalwedstrijden die het televisiebedrijf Woestijnvis elk seizoen in beeld brengt in opdracht van teledistributeur Belgacom TV.

Zondag 26 november, 15.10 uur

Iets minder dan drie uur voor de wedstrijd tussen Anderlecht en Roeselare is het Constant Vanden Stockstadion nog naakt en leeg. Enkele jonge kerels van de televisieploeg sleuren met zwarte koffers waarin onder meer schermen opgeborgen zitten. Tussen hen neemt De Weger het woord. “Wij onderscheiden vier soorten matchen ,” zegt hij, “A-, B-, C- en D-wedstrijden. Daarin worden respectievelijk 6, 11, 13 en 19 camera’s gebruikt. Vanavond heeft een C-wedstrijd plaats, waarbij door ons 80 à 85 mensen gemobiliseerd worden.”

Alle richtingen wijst De Weger uit als hij overloopt waar de camera’s opgesteld staan. De belangrijkste twee bevinden zich in een nok van tribune 1, ongeveer ter hoogte van de middenlijn. “Camera 1 neemt tijdens de match constant een totaalbeeld. Ongeveer 75 procent van wat u in de huiskamer ziet, is afkomstig van die camera. Camera 2 staat daarnaast, maar werkt met een lange lens en neemt voortdurend ingezoomde beelden. Die kunnen gemixt worden met die van camera 1, om voor wat afwisseling te zorgen.” Ook de elf andere camera’s kunnen daarbij helpen.

15.39 uur: gemoede- lijke bedrijvigheid

Elke kabel van elke camera leidt naar één zelfde plek ; de regiewagen, een grote vrachtwagen die geparkeerd staat naast het stadion. Onder een partytent die vlakbij is opgesteld, schept een vrouw aardappeltjes en kaaskroketten op kartonnen bordjes voor de tientallen medewerkers van de televisieploeg, die rond haar staan en zich straks kloek moeten tonen tijdens het kwijten van hun taak.

In de regiewagen is het nog relatief rustig. Er heerst een gemoedelijke bedrijvigheid. Krap is het er ook. Tussen de ongeveer twintig zitplaatsen met zicht op een arsenaal aan schermen, knoppen, joysticks en microfoons, loopt enkel een smalle gang.

‘Het heiligdom’, noemt De Weger deze plaats. “Hier onderscheiden we vier delen, die elk met een speciale deur kunnen worden afgesloten van de rest. In de audioregie komt alles wat het geluid betreft samen. De master dient voor de regie tijdens de wedstrijd. De medewerkers in het derde deel van de wagen houden zich voornamelijk bezig met wat vóór de match, tijdens de rust en na de wedstrijd getoond wordt. En in het achterste gedeelte, de beeldtechniek, draait het om alle mogelijke instellingen van de verscheidene camera’s in het stadion. Daar wordt ervoor gezorgd dat het groen van het gras dat camera 1 toont, hetzelfde groen is als hetgeen we door de lens van camera 7 zien.”

Bij de vraag naar de waarde van de vrachtwagen, lacht De Weger. “Onbetaalbaar”, luidt zijn oprechte antwoord. Als hij over een bedrag nadenkt, kreukelt zijn voorhoofd enkele seconden in diepe fronsen. “Meer dan tweeënhalf miljoen euro”, schat hij uiteindelijk. Een vrachtwagen en Nicolás Frutos, hetzelfde prijskaartje. Vreemd.

16.17 uur: repetitie

In tribune 1 komen televisiecommentatoren Bart Raes en Wim De Coninck aan. Zij klimmen naar het platform waar zij de wedstrijd zullen volgen, een sobere constructie van anderhalve meter op zes meter, gevuld met staanders met tl-lampen, enkele bureaustoelen, schermen, camera’s en massa’s kabels. Een beetje verstopt staan ook een paar elektrische vuurtjes. Allemaal zaken die geplaatst zijn door de basisploeg die vanmiddag al om halftwaalf is aangekomen in het stadion en pas vanavond rond halftien weer zal vertrekken. Hun verplaatsing meegerekend, zijn al die mensen ongeveer twaalf uur bezig om alles voor de uitzending in orde te brengen.

Raes geeft onmiddellijk aan dat de voorzieningen voor hem en De Coninck veel te dicht opgesteld staan bij die voor de Franstaligen, die op hetzelfde platform huizen. Dat zou de kijker thuis kunnen storen en dus bouwt hij samen met een medewerker het zaakje wat om.

Nadien beginnen Raes en De Coninck aan hun repetitie. Met zijn tekst op zijn schoot, leest Raes de intro die hij heeft voorbereid. Terwijl de Roeselarespelers het stadion binnensijpelen, oefenen ze met zijn tweeën de dialoogjes in die ze straks zullen voeren.

De Coninck probeert even later het toestel uit dat hij tijdens de rust en na de wedstrijd gebruikt om op het scherm aan de hand van tekeningen zaken duidelijk te maken. “Dat is de Hotshot”, legt Raes, die ook hoofdredacteur is bij Woestijnvis, trots uit. “Speciaal door ons ontworpen. De toestellen die al op de markt waren, voldeden niet honderd procent aan wat wij wilden. Dit is het beste van verschillende werelden samengebracht.”

De Hotshot is een platte, rechthoekige doos met een scherm waarop wedstrijdfases getoond kunnen worden. Er is een tiental voorgeprogrammeerde functies voorzien, waarmee De Co- ninck, die via een touchscreen kiest wat hij wil, bijvoorbeeld een stippellijn kan tekenen om de looplijn van een speler te visualiseren.

18.13 uur: commentaar en analyse

De eerste belangrijke fases in de match. Terwijl Raes vooral de wedstrijd volgt om voor de kijker commentaar te geven, houdt De Coninck, die een apart scherm voor zich heeft, zich bezig met het opnieuw bekijken van betekenisvolle wedstrijdsituaties. De microfoon die hij gebruikt voor de gewone commentaar en die hij net als Raes vlak bij zijn mond houdt, kan hij ook gebruiken om te praten met iemand in de regiewagen. Als hij op een speciale knop drukt, horen de kijkers noch Raes wat hij zegt.

De Coninck is volop bezig met de analyse van het eerste doelpunt van Ander- lecht als Roeselare de vroege 1-0-achterstand al ophaalt. Hij heeft het niet live gezien en moet op het scherm van Raes, dat het beeld geeft dat de kijker thuis ook krijgt, de herhaling volgen.

“Commentaar geven, dat is niets,” had De Coninck vooraf gezegd, “maar ondertussen ook die analyse maken, dat vergt de grootste inspanningen.” Voortdurend is hij bezig om in overleg met de mensen in de regiewagen te beslissen welke wedstrijdfases in welke volgorde tijdens de rust getoond zullen worden. “Zet dat op nummer één, dat op twee.” Dat schrijft hij ondertussen ook op een papiertje voor Raes.

Betwistbare fases waarin sprake is van vermeend hand- of buitenspel bestudeert De Coninck diep voorovergebogen. Hij vraagt het beeld herhaaldelijk opnieuw op en laat het soms seconden lang stilzetten. Met een half oog volgt hij ondertussen wat live gebeurt. Hij staat Raes vooral tijdens de herhalingen een beetje bij met livecommentaar.

18.48 uur: gekakel

In de regiewagen wenst regisseur Serge Bergli iedereen ‘een goede tweede helft’. Hij zit met zijn blik gericht op liefst 39 schermen, waarvan hij er ongeveer vijftien intensief moet volgen. Acht mensen zitten in dit mastergedeelte van de vrachtwagen opeengepakt. Bergli is de piloot van het vliegtuig. Hij spreekt met een stem die sterker en doortastender klinkt dan die van de anderen. Kort en krachtig geeft hij orders. De rode draad in de niet aflatende stroom van mededelingen blijken de nummers die hij uitspreekt. Die geven aan van welke camera het beeld getoond moet worden aan de kijker.

Op momenten waarop er speciale acties gebeuren op het veld, zoals doelkansen, opstootjes of stilstaande fases, lijkt Bergli simpelweg te tellen in een verkeerde volgorde. Seconde na seconde kiest hij een nummer. “Vier, elf, zes, vier, drie, vier.” Loopt het spel gewoon door, dan vindt hij tussen het kiezen van de juiste beelden door de tijd om via de intercom instructies te geven aan zijn cameramensen : ” David, de spelers van Anderlecht die zich opwarmen, dichter !”, ” François, geef mij het publiek van Roeselare !”

Op kantelmomenten in de wedstrijd schakelt Bergli nog een versnelling hoger en ratelt hij aan één stuk door. Op enkele zeldzame momenten kan zijn spraakvermogen zijn denkvermogen zelfs niet bijbenen en lijkt hij verstrikt te raken in zijn woorden.

Alsof er door hem alleen nog niet genoeg informatie verspreid wordt, laten ook de vier mensen die achter hem zitten, constant van zich horen. Zij volgen elk enkele camera’s en moeten checken of een van hun camera’s de actie die net gepasseerd is, zo goed in beeld gebracht heeft dat er een herhaling van gegeven kan worden. Doorgaans geven ze zelf luidop aan als ze iets in de aanbieding hebben : “Ik heb de fout van Vanden Borre“, “Ik heb de kans van Vanderbiest“, “Ik heb een aardige beweging van Mpenza“. Bergli selecteert razendsnel in zijn hoofd en zegt wat hij wil zien.

Soms gebiedt de regisseur zijn manschappen iets te zoeken. ” Deschacht ligt op de grond, laat eens zien waar die gevallen is !”, “Ik denk dat er handspel was van Monteyne, kijk eens !” En af en toe reageert niemand na een belangrijke fase. Dan vraagt de regisseur zelf : “Heeft iemand de fout op Goor ?” Soms blijft het na een dergelijke vraag angstwekkend stil, alsof de vraag verloren is gegaan in het gekakel. Maar altijd weer komt een van de vier jongens, die nooit panikeren en constant met grote ogen naar het scherm voor zich kijken, net op tijd met de oplossing voor de dag. Er heerst in de regiewagen een gecontroleerde chaos.

Bergli kiest aan de hand van letters welke zaken herhaald worden en wacht daarvoor telkens op een moment dat er niet gevoetbald wordt. Het livespel heeft absolute voorrang. Als een herhaling gegeven wordt, roept hij : “Nu B !” en geeft hij met zijn hand aan als die herhaling weer van het scherm moet, zoals ook radiopresentatoren doen bij het afkondigen van een nummer. Gebeuren er veel belangrijke dingen na elkaar, dan stockeert Bergli die in zijn hoofd en wacht hij tot de bal uit het spel is om ze te tonen. “Nu B, daarna D, dan C.”

Nergens wordt meer op het ritme van de wedstrijd geleefd dan hier. Menigeen die thuis, in een rustige huiskamer, tijdens de wedstrijd vertelt over stress op de werkvloer, zou na een uurtje op de stoel naast Bergli, midden in de hectiek van de regiewagen, inzien dat het er hier minstens even erg aan toegaat.

Ook hoe cruciaal de wil is om in een professionele omgeving de steek die iemand anders laat vallen, onmiddellijk op te rapen, wordt op weinig andere plaatsen zo duidelijk geïllustreerd als hier. Blind vertrouwen moet je in de ander kunnen hebben. “Voetbal in beeld brengen is teamwork”, had De Weger eerder op de dag gezegd. “Als die ene persoon, die achter de cameraman loopt om ervoor te zorgen dat die niet struikelt over de kabels, zijn werk niet doet, loopt het mis. Haal hier één persoon weg en de ketting valt helemaal uit elkaar.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content