Als voetballer en als persoonlijkheid zijn ze elkaars tegenpool, maar dat maakt hen juist complementair, zegt Lamine Traore over zijn samenwerking met Vincent Kompany. ‘De Boeck, Tihinen of Vincent : ik pas me aan iedereen aan.’

Als hij op het eind wordt bedankt voor het interview, tikt Lamine Traore (22) met zijn gebalde vuist op de borst, daar waar zijn hart klopt, en zegt : “Het was een genoegen om dit voor u te kunnen doen.” Dezelfde beweging had hij één keer eerder tijdens het gesprek gemaakt, toen het over zijn geboorteland ging, Burkina Faso. Als veertienjarige jongen trok hij naar Planète Champion, een voetbalschool in de hoofdstad Oua-gadougou, geleid door een Fransman. Weg van zijn ouders, een kind nog maar. “Afrikanen blijven Afrikanen : we willen toch altijd de liefde van onze ouders zien. Dat mis ik hier wel een beetje. Maar verder is het me goed vergaan.”

Bijna vijf jaar is Lamine Traore (contract tot 2006) in België. Eind 1999 streek hij neer op Anderlecht nadat Werner Deraeve hem in Guinee had gespot op het Afrikaans landenkampioenschap voor spelers tot zeventien jaar. Hij was niet alleen gekomen, maar van zijn landgenoot Ousseini Zongo, een aanvallende middenvelder, is ondertussen geen spoor meer in Brussel : hij voetbalt nu in Oostenrijk. Deraeve, directeur van het jeugdcentrum in Neerpede, noemt Traore zonder verpinken “een crème van een jongen”.

Goed, braaf, rustig, dankbaar : het zijn de adjectieven die vallen. “De complete tegenpool van Vincent Kompany“, zegt hij. “Vincent zal altijd dominant zijn, zelfs al speelt hij naast iemand van veertig jaar. Lamine daarentegen laat zich niet altijd respecteren voor wat hij is. Je hoort hem zelden, nooit heb je problemen met hem, maar toch heeft hij persoonlijkheid. Hij wéét wat hij wil, maar blijft altijd correct en zal nooit iemand kwetsen. Lamine is iemand met wie je een serieuze babbel kan hebben. Een erg Europese Afrikaan, gedisciplineerd en toegewijd, geen speelvogel.”

“Ik ben niet iemand die het leven ingewikkeld maakt”, antwoordt de speler op de lof. “Een mens hoort te leven naar zijn mogelijkheden en zijn kwaliteiten, er zijn grenzen die je beter niet overschrijdt. Je moet niet het onmogelijke willen waarmaken, maar doen wat mogelijk is, in de zin van : wat goed is voor jezelf en misschien ook voor je naasten. Dat is de beste filosofie. Ik neem het voetballer-zijn serieus, ik sol niet met mijn carrière. Je kan je wel eens laten gaan, passons, maar niet ten koste van je werk. Het werk gaat voor alles, daar ben je honderd procent op geconcentreerd. Da’s logisch ook, want het is waar je van leeft.”

Hij woont intussen samen met zijn vriendin. In Burkina Faso kwam hij niets tekort – hij voetbalt niet zoals zovele andere Afrikanen om zijn familie te onderhouden. Zijn levenswijsheid stak hij op bij Planète Champion. Een voetbalschool, maar kleiner en minder gestructureerd dan de Académie van Jean-Marc Guillou in Ivoorkust. “Ik was nooit in de Académie, maar zag wel al beelden op televisie. Het is niet te vergelijken. Van halfacht tot twaalf uur zaten we op school, niet in het Centre de Formation zelf, maar op enkele kilometer daarvandaan. ’s Namiddags trainden we. Noem het gerust une école éducative. Ik heb er enorm veel geleerd. Elke ochtend, wanneer je opstond, was er een beurtrol voor allerlei karweien. Schoonmaken en zo, vóór je naar school vertrok. Dat heeft me in positieve zin getekend. We deden er een pak levenservaring mee op, verruimden er ons wereldbeeld door. Het was meer dan voetbal alleen.”

De rust waarmee hij praat en die van hem afstraalt, staat in schril contrast met de transformatie tot beenharde verdediger die Lamine Traore op een voetbalveld ondergaat. “In het dagelijkse leven ben ik beheerst – zen, zeg maar – maar voetbal is niet om te lachen. Ik hou van stevige duels. Iedereen voetbalt volgens zijn kwaliteiten. Zo doe ik op het terrein alles wat in mijn mogelijkheden ligt om de tegenstander het scoren te beletten. Ik laat me niet doen.”

Het maakt hem complementair, zegt hij, met Vincent Kompany. Die is technisch sterk en ook wat frivool. Maar dat hij zich zonder meer gemakkelijk aanpast aan een dominante persoonlijkheid, vindt hij een bewering te ver. “Het hangt er ook van af wié iets zegt. Trouwens, ik praat net zo goed : Vincent praat, ik praat. Maar dat hij mij vaker dekking verleent dan omgekeerd, is logisch aangezien ik meestal het duel aanga. Bij de invallers hebben we vaak samengespeeld. We verstonden elkaar erg goed en kennen elkaars kwaliteiten. Toen ik in de ploeg kwam, heb ik me dus niet veel zorgen gemaakt.”

Is het een voor- of nadeel om te ‘debuteren’ naast een speler die nog jonger is dat jij ?

Lamine Traore : “Of het nu De Boeck, Tihinen of Vincent is, een jonge of een oudere speler : ik pas me aan iedere situatie aan. Als de meer ervaren spelers er niet bij zijn, wat kan je daar dan aan doen ? Je moet verder, je aanpassen. Dat leer je. Vincent is wel jonger dan ik, maar zo oud ben ik zelf nu ook weer niet. We zijn allemáál jong. Soms zeggen we wel eens tegen elkaar : we zullen ze eens laten zien wat we kunnen.”

Ben je vertrokken nu ?

“Het gaat goed op dit moment. Dit is mijn echte debuut, maar ik mag er niet te lang bij blijven stilstaan. Ik moet waakzaam blijven. In het voetbal kan het van de ene op de andere dag omslaan. Je moet er dus op letten altijd jezelf te zijn, rustig te blijven en je niet te laten gaan. Je altijd concentreren op je doel.”

Je kwam in het elftal door blessures bij Hannu Tihinen en Glen De Boeck, meer dan om je kwaliteiten misschien : stoort dat je?

“Op basis van hun kwaliteiten kunnen álle spelers hier spelen, of ik het nu ben of een ander. Het is jammer dat zij geblesseerd zijn, want dat wens je een ploegmaat nooit toe. Maar voor mezelf was het goed, want zo werd ik de eerste keus van de trainer.”

De Boeck is weer fit en straks keert ook Tihinen terug. Verwacht je dat een van hen je plaats weer zal innemen ?

“Weet je, ik probeer gewoon mijn best te doen. Wie er uiteindelijk speelt, behoort tot de tactische keuzes van de trainer. Wat ik er ook van mag denken, dat maakt niet uit. Het hangt ook van mezelf af, van mijn prestaties. Als ik het beste geef van mezelf en mijn wedstrijden op topniveau speel, zal dat ook meespelen bij de keuze.”

Ben je tevreden over je prestaties ?

“( Blaast en glimlacht.) Ça va. Laat anderen hun waardering over mij maar uitspreken, dat doe ik zelf niet.”

Heb je zwakke punten ?

“( Lacht.) Zoals iedereen, maar ik laat het aan jullie over om ze te vinden.”

Technisch ben je geen kraan en ook tactisch heb je naar verluidt nog te leren. Werner Deraeve zegt : “Zolang hij het simpel houdt, zal Lamine goede wedstrijden spelen.”

“Klopt. Een verdediger is een verdediger, vind ik : iemand die zo eenvoudig mogelijk speelt. Bal afpakken, bal afgeven. Eén toets, hooguit twee toetsen. Geen vanzelfsprekende kwaliteit, hoor. Ik hou alleszins niet van dribbelen.”

Is het toeval dat vooral verdedigers het vanuit de Anderlechtjeugd schoppen tot het eerste elftal ?

“Dat weet ik niet. Het is niet evident om bij Anderlecht op het middenveld of in de aanval te spelen. Dat is de top van de top. Maar als verdediger volstaat het om onverbiddelijk te zijn, karakter te tonen en dan kan je er komen.”

Van wie heb je het meest opgestoken op Anderlecht ?

“Van Franky Vercauteren. Mijn achting voor hem is erg groot. Wie hem niet kent, zal zeggen : hij heeft het niet goed met me voor, geeft alleen maar kritiek. Maar eigenlijk is het het tegendeel : als hij praat, is daar reden toe en is het omdat hij iets in je ziet. Hij maakt je wakker, quoi. In het begin begreep ik dat allemaal nog niet goed. Ik dacht : waarom heeft hij het altijd maar tegen mij – waarom, waarom ? Maar naarmate de tijd vordert, leer je te begrijpen dat die gast niet tegen je praat omdat hij daar zin in heeft, maar omdat hij wil dat je beter wordt.”

Praat Broos veel met je ?

“Veel ? Bah, ça va. Ça va.”

Weet je precies wat hij van je verwacht ?

“( Kreunt.) Ik weet – ik dénk dat ik weet wat hij van me verwacht. Ik probeer gewoon het beste van mezelf te geven op de training en in de wedstrijd.”

Ben je tevreden over de weg die je in vijf jaar België hebt afgelegd ?

“Mja. Maar weet je : in het leven kan je nooit honderd procent tevreden zijn. Ik heb hoogten en laagten gekend. Maar ik moet toegeven : meer hoogten dan laagten.”

Heb je een carrièreplan ?

“Daar wil ik op dit moment niet te veel aan denken. Eerst wil ik stevig met mijn wortels in de grond staan ( glimlacht). Ik hoop dat ze stilaan stevig vastzitten, maar dat zien we wel in de maanden die komen.”

door Jan Hauspie

‘Ik ben niet iemand die het leven ingewikkeld maakt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier