Als Nederland en België het WK voetbal in 2018 willen organiseren, zullen ze zich moeten schikken naar de FIFA. De wereldvoetbalbond heeft heel wat noten op zijn zang. Zo eist de FIFA dat alles wat met het WK te maken heeft, wordt vrijgesteld van belasting.

Wij zijn geschoffeerd. Het is onaanvaardbaar dat de fiscus in een organiserend land tientallen miljoenen aan belastinginkomsten misloopt, afkomstig van tv-rechten, premies en tickets.

Voetbal staat toch niet boven de wet! Ieder moet zich aan regels houden, of het nu over personen gaat dan wel over organisaties in het volleybal, muziekconcerten of kleine en grote voetbaltoernooien.

Uiteraard willen de sportbonden – terecht – dat de overheid instaat voor de veiligheid van spelers en supporters, voor vlot verkeer van en naar manifestaties, voor uitzending op televisie enzovoort. Dan is het logisch dat wettelijk vastgelegde taksen, btw en belastingen correct betaald worden. Het is handig van de FIFA: geen belastingen betalen, maar wel verwachten dat openbare omroepen fortuinen betalen om de wedstrijden te mogen uitzenden en dat regionale en stedelijke overheden de lade opentrekken om nieuwe voetbalstadions te financieren. De uitgaven zijn weer eens voor de overheid, de profijten komen bij de FIFA terecht. Supporters moeten hun belastingen toch ook correct betalen? Waarom de voetballers en de FIFA-bonzen niet?

De eis van de FIFA is tevens een schending van het gelijkheidsbeginsel. Mocht de voetbalsport zich in een problematische (financiële) situatie bevinden, dan zouden er misschien nog gronden zijn om een uitzondering te vragen. Maar dat is hier uiteraard niet het geval, we spreken wereldwijd over de grootste sportbond, met de grootste omzet en dus heel veel inkomsten. Wat moeten de organisatoren van kleinere toernooien denken, van andere sportmanifestaties? Waarom krijgen zij geen fiscale vrijstelling? Zij hebben het meestal veel meer nodig dan het mondiale voetbal.

Daarnaast willen we dat de fiscale afspraken die in het kader van de OESO zijn geregeld en die dubbele belastingheffingen vermijden voor internationale artistieke en sportieve arbeid, voor iedereen gelden. Al is dit afsprakenkader verre van perfect – wij vinden ook dat het moet worden bijgesteld – het biedt een bescherming aan de sporter.

De uitzonderingssituatie die de ‘arme’ voetbalwereld opeist, is ingegeven door plat winstbejag. Wij zijn gechoqueerd door deze geldhonger. De voetbalbond is machtig, blijkbaar machtiger dan de Nederlandse en Belgische overheden. Hij durft de wet te stellen. En daarom moet een internationale sportbond, die meent de wet te moeten spellen in een land dat een groot toernooi wil organiseren, worden teruggefloten door internationale instanties. De Europese Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen en een ‘njet’ uitspreken. Het toekennen van fiscale voordelen mag niet het beslissende criterium worden voor de toekenning van de organisatie.

Ondertussen dreigen de Lage Landen de WK-organisatie mis te lopen. Wij vragen daarom dat de Belgische en Nederlandse overheden zich niet laten chanteren en krachtig reageren tegen zo veel onredelijk winstbejag. En dat de voetbalbonden van beide landen evenveel moed aan de dag leggen. Iets meer dus dan de Braziliaanse en de Zuid-Afrikaanse bonden en overheden, die blijkbaar (deels) zijn ingegaan op deze vraag.

BART CARON, VLAAMS VOLKSVERTEGENWOORDIGER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content