Zelden haalt het nationale elftal van Andorra, vrijdag tegenstander van België, het nieuws. Zo zelden dat het maandag een bijzondere verjaardag viert: op 13 oktober 2014 is het tien jaar geleden dat de dwergstaat zijn tot dusver enige interlandzege boekte.

26 maart 2014. Nieuwsgierig reist een verslaggever van een Spaanse krant naar het Estadio Luis Suñer Pico. Normaal werkt Alzira hier zijn thuiswedstrijden af, een ploeg uit de Spaanse derde klasse. Vandaag is dit stadionnetje het toneel van een wel heel speciale wedstrijd: een officiële interland. De belangstelling is zero, de verslaggever telt 23 geïnteresseerden. Daarbij één moeder die komt supporteren voor haar zoon, de doelman van de bezoekers. Het is het enige dat amateuristisch aandoet, al de rest is op en top professioneel. Rond het terrein staan acht camera’s, er is een overvloed aan bewegende reclameborden, er zijn ballenjongens en de wedstrijd begint met officiële hymnes. Er is ook een aandachtige FIFA-waarnemer. De wedstrijd komt in Azië rechtstreeks op tv voor 30 miljoen potentiële toeschouwers, want de aftrap wordt gegeven tijdens primetime daar. Wie Azië zegt, zegt gokmaffia en dus is dit een potentieel verdachte match. De bezoekers winnen, via een strafschop. Een terechte, laat daar geen twijfel over bestaan.

De bezoekers: het nationaal voetbalelftal van Indonesië. De ’thuisploeg’: het nationaal voetbalelftal van Andorra. Dat er dus weer niet in slaagt om de donkere reeks te doorbreken. Geen zege meer sinds 13 oktober 2004.

Etentje

Het is een wat vreemde eend in de voetbalbijt, het nationale elftal van Andorra. Een verzameling amateurs uit een dwergstaat. Omkneld door bergen, op de grens tussen Spanje en Frankrijk in de Pyreneeën. Land van rugby, skiën en bergsporten. En een klein beetje voetbal. Het aantal beschikbare velden is er zo schaars dat de voetbalbond de trainingsuren van de clubs moet coördineren. Geregeld levert dat grote spanningen op.

Toen we de bond contacteerden voor dit verhaal, klonk er luid gezucht. Vanwaar al die belangstelling uit België? Gingen we hen wel serieus nemen of werd het een uitlachstuk, over hun veredelde amateurisme? Daarin hadden ze geen zin.

Veel dieper dan Andorra kun je ze niet zoeken op de wereldranking. Binnen Europa staat alleen San Marino lager. En nu ze er ook mogen voetballen, straks wellicht ook Gibraltar. Bij de FIFA vertaalt zich dat voor Andorra in plaats 203 (op 208). Sinds 1996 voetballen ze mee tijdens kwalificaties voor EK en WK. Eén keer werd er dus gewonnen, tegen Macedonië. 1-0 werd het, voor 200 getuigen. Na die historische zege ging de groep een hapje eten. ’s Anderendaags was het weer werkdag. Die zege viel in het begin van de kwalificatiecampagne voor het WK in 2006. Macedonië was toen écht wel de schlemiel, want ook thuis kwam het niet verder dan een gelijkspel tegen Andorra. Dat overkwam ook Finland in Andorra. Vijf punten in één kwalificatiereeks, het zou nooit meer gebeuren. Meer nog, sindsdien volgden alleen nederlagen.

Estadi National

In 1998 speelde Andorra binnen een paar maanden twee keer tegen… de wereldkampioen. Eerst, in de aanloop naar het WK, tegen Brazilië, de kampioen van 1994. Een paar maanden later was Frankrijk de tegenstander, de kersverse winnaar van 1998. Op bezoek in de ministaat konden de Fransen slechts in de slotfase afstand nemen. Het is van dat soort herinneringen dat ze het moeten hebben.

Andorra is niet alleen op voetbalvlak een buitenbeetje, ook politiek. Ze gebruiken er de euro, maar slaan er geen eigen munten en zijn evenmin lid van de Europese Unie. De officiële taal is het Catalaans en politiek hebben ze zelfs twee staatsleiders: de ene is de Franse president, de andere de bisschop van de Spaanse stad La Seu d’Urgell. Beiden zijn geen koningen en evenmin ingezetenen van Andorra, maar mogen zich binnen de monarchie die de dwergstaat officieel is, coprins noemen. Al is hun functie vooral symbolisch, vanwege de afstand.

Hoe dit komt? Wel, Andorra is een laatste restant van de Spaanse Marken, de bufferstaatjes die door Karel de Grote werden gesticht om de opmars van de islam af te stoppen. Spanje én Frankrijk moeten er samen voor defensie zorgen.

Ze zijn met zo’n 85.000, waarvan slechts een derde zich echt Andorrees mag noemen. Ze leven vooral van toerisme, de verkoop van elektronica en kleding (vandaar de enorme files aan de Spaanse grens op zaterdag), en ook wel een beetje van het witwassen van zwartgeld. Toen de Spaanse Guardia Civil de Russische maffia in Lloret en omstreken op de hielen zat, leidden heel wat sporen van witwaspraktijken naar dit fiscale paradijsje.

Maar er wordt dus ook gevoetbald. Met wisselend succes. Er is een eigen competitie, met acht teams in de Primera Divisió (er zijn er twee) die mekaar in een reguliere competitie bekampen en daarna in play-offs. Er is een beker, er wordt ook meegedaan aan Champions League en Europa League. Deze zomer zorgde FC Santa Coloma zelfs voor een stunt door FC Banants (Armenië) uit te schakelen. De goal van de kwalificatie viel in blessuretijd en werd gescoord door de mee opgerukte doelman. Santa Coloma is dé topploeg uit Andorra, ook omdat de beste ploeg, FC Andorra, in de Spaanse (lees: Catalaanse) regionale competitie uitkomt.

Veldbestorming

Internationaal was het lang wat sukkelen. Niet alleen om te winnen of te scoren, ook wat de thuishaven betreft. Voor grote duels, tegen onder meer Nederland en Engeland, week Andorra uit naar Barcelona, naar Montjuic of het Mini Estadi in de buurt van Camp Nou. Kleinere landen, zoals België – Wesley Sonck behoedde er de Belgen in oktober 2002 met de 0-1 voor een afgang – werden in het eigen Andorra la Vella ontvangen.

Sinds begin september zijn alle problemen van de baan, is er een heus Estadi National. De geboorte van dat stadion was een jaren durende calvarietocht, met veel discussies over financiering. Het probleem was dat de rugbyspelers het veld verder wilden blijven gebruiken. Dat leidde indertijd tot veel grasmatschade, in die mate zelfs dat Santa Coloma in 2010 een Europese match met forfait verloor, omdat het veld onbespeelbaar was.

Na veel onderhandelingen en met jaren achterstand kwam daar een einde aan. Er is nu een stadion voor de twee veldsporten, op kunstgras. Geen hybride grasmat zoals de UEFA wilde (de Europese voetbalbond wilde die zelfs cofinancieren), maar eentje van louter kunstgras. Jaarlijks te keuren, maar ze zou acht jaar goed blijven, verzekeren de bondsmensen. Daarop mag Koldo Álvarez, jarenlang doelman van de nationale ploeg en nu de bondscoach, zijn spelers trainen. Allemaal amateurs, uiteraard.

In september kwamen ze nog dicht bij een stunt. Op de eerste speeldag van de kwalificaties voor dit EK ontving Andorra Wales. Het was vlak voor de Madrileense derby en Realcoach Carlo Ancelotti ging vooraf Chris Coleman, de bondscoach van Wales, opzoeken. Of hij GarethBale niet wilde selecteren, Ancelotti was wat bang voor een blessure. Coleman eiste ’s werelds duurste voetballer toch op. Gelukkig voor hem, want pas in de slotfase boog Bale voor Wales met twee goals een achterstand om in winst.

Die match krijgt overigens nog een staartje. De spelers van Andorra schopten die avond nogal wild om zich heen en organisatorisch bleek de voetbalbond niet in staat de bestorming van het veld door Welshe fans te voorkomen. Straks, in Brussel, zal het zover niet komen, maar de Duivels zijn gewaarschuwd.

DOOR PETER T’KINT

In september kwam Andorra dicht bij een stunt. Pas in de slotfase boog Wales een achterstand om in winst.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content