Straks keert David Brocken terug naar Noorwegen voor het tweede hoofdstuk van een voetbalsprookje.
Met veel liefde klemmen de kinderen van David Brocken zich aan papa vast. Of ze niet braaf in hun kamer willen gaan spelen ? “Neen !” Per 24 januari reist Brocken weer naar Oslo om er met zijn Noorse club Vålerengen de trainingen te hervatten. Zijn vrouw, die parttime werkt als boekhouder, blijft met de kinderen in Grobbendonk. Wat Brocken één jaar geleden nog interpreteerde als een grap, groeide uit tot een modern voetbalsprookje.
Van eerste provinciale Antwerpen belandde de Kempenaar ineens in een andere wereld. In oktober verloor Vålerengen pas in de slotseconden van de competitie de Noorse titel aan Rosenborg, dat voor de dertiende opeenvolgende keer kampioen werd. Was iedereen vorig jaar nog aangenaam verrast door de sterke prestaties van de hoofdstedelijke club, dan wordt de lat dit keer hoog gelegd. Trainer Kjetil Rekdal (ex-Lierse) hing na het seizoen wel de schoenen aan de haak maar riep al dat hij dit jaar mikt op de Noorse titel én de eindzege in de Royal League.
In die competitie nemen de eerste vier uit Noorwegen, Zweden en Denemarken het voor het eerst tegen mekaar op om de lange winterstop (de competitie vat aan op paasmaandag en stopt eind oktober) te overbruggen. Wanneer het weer te guur is, worden de wedstrijden in overdekte stadions afgewerkt. Die Royal League is een goed model voor een eventuele Beneliga, vindt Brocken.
De eerste drie wedstrijden won Vålerengen alvast : op 11 februari volstaat één punt uit bij het Zweedse Djurgårdens voor een plaats in de kwartfinales. Rivaal Rosenborg, tweede in de poule van vier, heeft nog maar vier punten. Brocken is verrast over het succes van de grensoverschrijdende competitie bij spelers, publiek, pers én sponsors : “De stadions zitten vol, de pers bericht uitvoerig en de sponsors snappen dat ze ook in de buurlanden publicitaire return krijgen. Ik zie niet in waarom ook in België en Nederland een verkorte competitie gevolgd door play-offs géén succes zou zijn.”
Soms kan Brocken nog altijd niet geloven hoe hij kort na de faling van Lommel profvoetballer af was, zich bezighield met het opzetten van een bedrijfje en wat voetbalde met Schoten in eerste provinciale toen de telefoon rinkelde.
David Brocken : “Op 31 december 2003 kreeg ik telefoon van een mij onbekende stem die mij in naam van Kjetil Rekdal vroeg of ik zin had om profvoetballer te worden in Noorwegen. Ik gooide meteen de telefoon dicht. Weer een grap van een van mijn vrienden die wel eens vaker practical jokes uithalen. Tot Kjetil me zelf terugbelde en bevestigde dat Gino Laureysen wel degelijk namens hem sprak. Of ik niet eens een week wou komen kijken, vrijblijvend ? Ik snapte dat dit mijn laatste kans was om opnieuw profvoetballer te worden. Op een zondagavond haalden ze me er van de luchthaven op, de volgende morgen trainde ik mee. Woensdag was er een indoorwedstrijd. Pas veel later hoorde ik dat de directeur van Vålerengen tijdens de rust naar beneden stapte en Rekdal zei dat ze mij zouden aantrekken. Na de tweede wedstrijd raakten we het snel eens.
“Terug thuis heb ik lang met mijn vrouw gepraat en ik won ook elders advies in. Iedereen moedigde me aan om te gaan, ook Schoten. Het eerste contract liep van januari tot eind oktober. Al gauw stelden ze voor dat contract te verlengen. Hadden we ginder een internationale school, dan waren vrouw en kinderen meegegaan. Nu komen ze tijdens de vakanties over. Ik ben dus parttime vrijgezel. Met de moderne technologie weegt dat niet zo zwaar. In mijn appartement in Oslo staat een webcam, hier thuis ook. Op die manier zien we mekaar, kan ik met vrouw en kinderen praten.”
Wat wist je bij je vertrek van het Noorse voetbal ?
“Enkel het beeld van de Noorse nationale ploeg, saai voetbal met hoge ballen naar voren. Maar al in de eerste oefenmatch en op training stelde ik tot mijn verbazing vast dat ze allemaal technisch onderlegd waren, veel beter dan ikzelf. Bij de meeste clubs zitten spelers die terugkeren uit het buitenland en op het veld of in een andere functie hun ervaring uit het buitenland overbrengen op het Noorse voetbal. Rekdal hamert erop dat er altijd van achteruit gevoetbald wordt. Nooit wijken we daarvan af.”
Je speelde nooit eerder in het buitenland. Hoe voelt dat, als Belg in een vreemde omgeving ?
“Rekdal waarschuwde me ook dat hij op me zou letten : ‘want ik weet wat het is om buitenlander te zijn.’ Tevoren had ik er nooit bij stilgestaan wat dat inhoudt. Een transfer naar het buitenland was nooit in me opgekomen. Eén keer kon ik naar Heerenveen, maar dat leek me zo ontieglijk ver. Het vooruitzicht daar te gaan wonen schrok me toen nog erg af. In stilte hoopte ik op een Belgische club, waardoor ik niet zou moeten verhuizen. Nu trok het buitenland me wel, omdat het mijn laatste kans was om prof te worden. Misschien ook omdat de mentaliteit te vergelijken is met België. Iedereen verstaat Engels. Zelf begrijp ik het Noors voor negentig procent. Ik kan het ook goed lezen, maar ik heb last met de uitspraak. Als ik iets zeg, begrijpt niemand me.
“Regelmatig word ik uitgenodigd door ploegmaats, vooral degenen die zelf in het buitenland voetbalden. Dan vraag ik me af : waarom heb ik vroeger nooit een buitenlandse ploegmaat uitgenodigd of eens meegenomen ? Niet één keer deed ik dat. Je staat er gewoon niet bij stil wat zo’n jongen in een vreemd land ervaart.”
Straks verhuis jij gewoon definitief naar Noorwegen.
“Nee hoor, daarvoor zitten mijn roots hier te diep, maar ik vind het een fantastisch land om te leven. Ik leer er bijvoorbeeld helemaal ontstressen. Daar pas besef je dat wij ons hier om niets druk maken. Ik merk het verschil als ik terug ben in België : ik draai in Zaventem de ring op en de stress maakt zich al meester van me. Hier word je geleefd, ginder lééf je. Noorse vrienden die hier op bezoek komen, zijn altijd meteen oprecht verbaasd over de gejaagdheid die ze hier overal zien. Die vragen me : in wat voor heksenketel leven jullie ? Wat hen ook meteen opvalt, is hoeveel mooie huizen hier staan en dat bijna iedereen met een Mercedes of BMW rijdt.
“Noorwegen is een heel mooi land, zonder files, met prachtige natuur. De eerste keer dat ik in een restaurant een watertje bestelde, was ik stomverbaasd dat ze een kruik aan de kraan vulden. Ik vond dat dat niet hoorde, maar je vindt er nauwelijks flessen drinkwater. Over één iets zijn Rekdal, toch een grote nationalist, en ik het wél eens : nergens is het eten zo lekker als in België.”
Is het prettig voetballen in de sneeuw ?
“Heerlijk ! Dan komt het kindergevoel weer naar boven. In januari was het min twintig, dan zie je niemand op straat. De eerste keer stapte ik naar buiten zonder muts en handschoenen, maar die heb ik me meteen aangeschaft. Meer moeite had ik met het zomerlicht. Het wordt dan nooit donker. Na een avondwedstrijd spreek je een uur later ergens af in de stad, maar wanneer je om één uur ’s nachts buiten stapt, schijnt de zon nog. Héél moeilijk. Vooral omdat ik aanvankelijk geen gordijnen had in mijn appartement. Die heb ik toen snel besteld.”
Kon je makkelijk de omschakeling maken van eerste provinciale naar het buitenland, waar je in principe een meerwaarde moet brengen ?
“Bij de onderhandelingen vroeg ik Rekdal wat hij van me verwachtte. Dat ik zou spelen zoals in zijn tijd bij Lierse, als opkomende flankverdediger, was zijn enige vraag. Mijn eerste wedstrijd was tegen Newcastle in de Europabeker. Toen het publiek na nog geen half uur al mijn naam scandeerde, kreeg ik wel kippenvel. Na de terugwedstrijd in Engeland belde Bob Peeters me op. Of ik wist dat ik na de wedstrijd in de Engelse pers uitgeroepen was tot Man van de Match ? Pas toen hij de kranten in mijn brievenbus stopte, geloofde ik hem.”
Jullie werden later bijna kampioen.
“Voor het seizoen werden we in alle krantenprognoses in de middenmoot verwacht. Ook mijn medespelers verwachtten Rosenborg met een straat voorsprong als kampioen. Maar toevallig draaide het bij Rosenborg voor geen meter. In alle geledingen was er onrust. Daar profiteerden wij van. Pas toen ze onze hete adem in de nek voelden, herpakten ze zich. Voor de laatste speeldag hadden we evenveel punten en een gelijk doelsaldo. Rosenborg won die laatste match met 4-1 toen wij nog aan het spelen waren. We stonden 3-0 voor, we moesten nog één keer scoren. In de slotseconden kwam een speler van ons alleen voor de keeper, maar die duwde met een extreme reflex die bal net uit het doelvlak, waarop de scheidsrechter affloot. Drie centimeter waren we van de titel verwijderd. Wel mogen we straks naar de voorrondes van de Champions League. De Champions League halen zou ik voor mezelf een mooie bekroning vinden.”
Blijft er nog iets hangen van het failliet van Lommel ?
“Toch wel. Het zinde me niet dat ik tegen mijn wil in de rol van woordvoerder werd geduwd, waardoor men me bekeek als lastige jongen. Het enige wat ik op de bijeenkomsten met het bestuur deed, was vragen stellen. Geen moment liet ik de voorzitter met rust, alles wilde ik weten. De anderen durfden nauwelijks vragen te stellen. Ik had de indruk dat de bestuurders nooit het achterste van hun tong lieten zien. Toen we buitenkwamen, wachtte de pers ons op en vluchtten de andere spelers weg, waardoor iedereen zich op mij stortte. Ik koos daar niet voor.
“Wat me enorm stoorde, was dat ik nergens antwoord kreeg op mijn vragen, ook niet bij de bond. Toen we voorstelden om de competitie uit te spelen en alles door de spelers te laten organiseren, wist niemand wat te zeggen. Pas na 28 telefoons zei iemand dat we iets illegaals deden en enorme risico’s namen. Waarom kan men dat niet meteen zeggen ?”
Heb je nog een deel van je geld gezien ?
“Geen frank. Het wordt een proces van lange adem. Wat ik niet snapte, was dat ze me aankochten, een contract voor drie jaar gaven en me al na twee maanden niet meer konden betalen. Dan vraag ik me af : wat is dat voor beleid ? Toen we in die crisismomenten op het secretariaat zaten, konden we onze ogen niet geloven wat er allemaal op de fax binnenrolde. De bevestiging van betaling voor een nieuw appartement voor nog een verse buitenlander ! Terwijl we failliet gingen en het geld op was ! Als ik zie dat de toenmalige voorzitter nu wéér opduikt in het bestuur van KSV United, dan kan ik daar met mijn verstand niet bij. Evenmin als ik snap waarom Lierse Gaston Peeters in huis haalde, die mee verantwoordelijk was voor wat er bij Lommel verkeerd ging.”
Kreeg je na die faling geen aanbiedingen meer van clubs uit eerste of tweede ?
“Ik voetbalde dat seizoen nog vier wedstrijden bij vierdeklasser Schoten, waar Rudy Smidts trainer was. Afzakken mocht, naar een andere eersteklasser overstappen niet. Na dat seizoen zat ik met vier eersteklassers aan tafel, maar toen ik de voorstellen zag, schrok ik me kapot. Het waren veredelde minimumcontracten. Dan maar liever een job zoeken en voetballen op lager niveau. Schoten was dan wel gedegradeerd, maar ik vond er zo’n fijne groep dat ik ook in eerste provinciale wilde voetballen met hen.”
Wat had je voor de kost gedaan als je niet naar Noorwegen had gekund ?
“Ik wou een eigen bedrijfje oprichten, met als leidraad fotografie. Altijd maakte ik graag foto’s. Het keerpunt was de aanschaf van mijn eerste spiegelreflexcamera, via een vriend die me tipte dat een bevriende fotograaf zijn materiaal goedkoop van de hand deed. Sindsdien had ik mijn camera altijd bij in de auto. Zag ik iets wat me interesseerde, dan stopte ik langs de kant en maakte ik daar foto’s van. De oom van mijn vrouw, voorzitter van de plaatselijke fotoclub, nodigde me eens uit. Ik vond het aangenaam dat anderen over mijn foto’s interessante dingen zeiden. Net toen ik met mijn boekhouder en een paar kennissen een eigen zaak op poten zette, kwam dat aanbod van Vålerengen. Maar ook in Noorwegen heb ik mijn twee camera’s bij, een analoge en een digitale. Als we een dag vrij hebben, trek ik erop uit, meestal alleen. Want als ik mijn camera’s heb, ben ik geen aangenaam gezelschap, dan denk ik niet aan converseren, maar aan licht en kleur. Later wil ik daar iets meer mee doen. Volgend jaar ? ( Grijnst:) We zien wel. Laat me nog even van dit sprookje genieten.”
door Geert Foutré
‘Toen ik het eerste telefoontje kreeg met dat Noorse voorstel, gooide ik de telefoon dicht. Ik dacht dat het een grap was.’
‘Na nog geen half uur scandeerde het publiek mijn naam.’
‘De Champions League zou ik voor mezelf een mooie bekroning vinden.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier