Een penaltypakker. Een doelpuntenmaker. Een zweefduiker. William Dutoit is het allemaal. Maar de Franse doelman is bovenal een voetballer met een atypisch parcours en een Ch’ti met het hart op de tong.

Laat de meest bloeddorstige aanvaller op William Dutoit afstormen en hij zal zijn belager met huid en haar opvreten. Penalty’s schrikken de 27-jarige Franse doelwachter ook niet af. Vraag maar aan Steven Defour en Knowledge Musona. Met een ding kan je de Franse doelman wel de stuipen op het lijf jagen: parachutespringen. ‘Een keer heb ik gesprongen’, vertelt Dutoit. ‘Volgens mijn vrienden zou ik eraan verslaafd raken. Oké, het was een onvergetelijke ervaring, maar ik kreeg de schrik van mijn leven. Je zweeft een paar seconden letterlijk tussen leven en dood. Het zal bij die ene keer blijven, denk ik.’ (grijnst)

De voorbije maanden leefde Dutoit nochtans op een wolk. Er was zijn opgemerkte debuut tegen Club Brugge, de winst tegen aartsrivaal Genk en zijn stevige flirt met het Standard van zijn goede vriend Yannick Ferrera. Vijf jaar geleden voetbalde de keeper van STVV nog in de Franse vierde klasse.

Op je twaalfde tekende je een aansluitingskaart bij het grote Lille. Spookte het door je hoofd dat je profvoetballer kon worden?

WILLIAM DUTOIT: ‘In ons achterhoofd dachten we allemaal aan een profbestaan, maar er heerste een gezonde concurrentiestrijd. Rond mijn zestiende sloeg de sfeer om. Op dat moment wordt er met contracten gezwaaid en willen makelaars ook hun graantje meepikken. Ze beloven van alles. Ze kennen de sportief directeur van de club en kunnen iets ‘fiksen’. Of ze lokten ons met een paar dure voetbalschoenen van een speler uit de A-kern die in hun portefeuille zit. Natuurlijk ga je op die leeftijd in op de avances van zo’n makelaar.’

Dat is ook de leeftijd waarop je gemakkelijk op het verkeerde pad terechtkomt.

DUTOIT:’Hoe zou je zelf zijn? Je woont op het opleidingscentrum en je krijgt elke maand enkele honderden euro’s toegestopt. Als tiener is dat een fortuin. Met de andere jongens trokken we de stad in om de nieuwste designerjeans te kopen. Mijn vader vond het verdacht wanneer ik weer thuiskwam met dure merkkledij. Om hem niet te verontrusten, loog ik over de prijs. Nu denk ik vaak: ik had destijds beter wat centen opzijgezet.’

SCHIMMEL OP DOELPAAL

Waarom heb je het bij Lille en daarna bij Lens niet gered?

DUTOIT: ‘Toen ik bij Lille zat, kreeg ik ruzie met Rachid Chihab (ex-trainer van Mouscron-Péruwelz, nvdr). Het is te zeggen: hij beledigde mijn moeder. Na dat voorval zat ik plots zonder club. (zucht) Na een seizoen bij Saint-Quentin kon ik naar Lens, de club waar ik van jongs af voor supporterde. Ik was amper 17 jaar en ik mocht mee op stage als tweede doelman achter Vedran Runje. Na twee jaar bankzitten bij de beloften heb ik mijn contract verbroken en ben ik bij vierdeklasser Belfort aan de slag gegaan. Op 800 kilometer van huis.’

Was het een schok om plots in het Franse amateurvoetbal te belanden?

DUTOIT: ‘Bij Belfort ging een overgroot deel van de spelers overdag werken. We waren met een stuk of acht die een soort profstatuut hadden en via de bond een loon kregen. Tot 18 uur – wanneer de trainingen begonnen – hadden we niets omhanden. Dan moet je mentaal héél sterk in je schoenen staan om elke morgen op te staan, in je eentje te gaan lopen of naar de fitnesszaal te trekken. Mijn Parijse ploegmaats hadden een andere visie op profvoetbal. Die gasten leefden vooral ’s nachts. Ze zetten hun wekker om 17 uur en kwamen half uitgeslapen naar de trainingen. In de kleedkamer werden ze snel als profiteurs beschouwd. Zonder mijn vader – die om de twee weken zeven uur in de auto zat om me te zien spelen – was ik wellicht dezelfde weg opgegaan.’

Hoe kwam Boussu Dour jou op het spoor?

DUTOIT: ‘Ik had met Lens ooit tegen Boussu gespeeld en ze hadden mijn naam genoteerd. Toen de interesse concreet werd, heb ik Julien Bailleul gebeld. Die speelde toen bij Mons, maar hij is enkele jaren geleden overleden (Bailleul stierf op 23-jarige leeftijd aan kanker, nvdr). Hij zei mij dat hetniveau niet fantastisch was, maar dat België zo klein is dat ik snel opgemerkt zou worden. Mijn vader en ik zijn zonder makelaar gaan onderhandelen en op een kwartier was alles geregeld. We waren zo zeker van ons stuk dat we het contract niet eens hebben nagelezen.’

Heb je niet getwijfeld toen je rondgeleid werd in het krakkemikkige stadion van Boussu?

DUTOIT: ‘De manager, Geoffrey Brion, heeft ons bewust geen rondleiding gegeven in het stadion! Het was schrikken toen ik in de voorbereiding voor het eerst de infrastructuur zag. Vooral het tweede veld was een drama: er stond geen millimeter gras op, de doelpalen waren aangetast door schimmel… Een ploegmaat zei al lachend dat de leukste wedstrijden die op verplaatsing waren. Ik begreep het niet meteen. Tot ik de erbarmelijke staat van de kleedkamer zag. In de zomer hadden we warm water, in de winter moesten we het doen met koud water. De bezoekende ploegen waren bang om zich bij ons te douchen.’ (lacht)

Je bent er uiteindelijk toch vier jaar gebleven.

DUTOIT: ‘Ik kon geen kant op omdat ik voor vier jaar had getekend. Boussu stak geen stokken, maar volledige boomstammen in mijn wielen. In mijn tweede seizoen wilde Charleroi mij als tweede doelman halen, maar Boussu hield het been stijf. De ene dag wilden ze 170.000 euro, een week later mocht ik weg voor 60.000 euro indien Charleroi cash betaalde. In mijn laatste contractjaar blokkeerde het bestuur een transfer naar Mouscron-Péruwelz. Ik stuurde mijn kat naar de voorbereiding om druk te zetten. Maar na het verstrijken van de transferperiode had ik niets. Ik moest van nul af aan herbeginnen bij de B-kern.

Als je op een maandagavond een wedstrijd met de reserven moet afwerken zonder lijnrechter en met een afgedankte uitrusting, dan stel je je wel vragen. Na drie weken stond ik opnieuw tussen de palen bij de eerste ploeg en ik ben er niet meer uit gegaan. Uiteindelijk ben ik als vrije speler naar STVV getrokken.’

Voelde je transfer naar STVV aan als het einde van een lijdensweg?

DUTOIT: ‘Twee jaar geleden wilde ik bepaalde mensen van Boussu een kopje kleiner maken. Echt waar! Maar ik ben intussen tot het besef gekomen dat ze mij een dienst hebben bewezen door mij tegen te werken. Het moest op die manier gebeuren, het was mijn lotsbestemming. Maar ik weet nu hoe hypocriet de voetbalwereld in elkaar zit. Mensen van Boussu die de telefoon niet opnamen toen ik hen om hulp vroeg, sturen mij nu sms’jes om een wedstrijd van STVV bij te wonen.’

LOUIS VUITTON

Je hebt veel watertjes doorzwommen om in eerste klasse te geraken. Worden jonge spelers te snel opgehemeld?

DUTOIT: ‘Een jongen van veertien jaar die elke dag hoort dat hij profvoetballer zal worden, gaat dat na een tijdje zelf geloven. Weet je wat een trainer tegen dat soort spelertjes zegt als hij geen zin heeft om te trainen? ‘Ga maar rusten jongen en bezorg mij zaterdag de drie punten.‘Daarmee help je hen geen stap vooruit. Op hun achttiende worden ze met de realiteit geconfronteerd en weten ze niet meer hoe ze moeten knokken voor hun plaats.’

Grijp je in wanneer er bij STVV een jonge gast naast zijn schoenen begint te lopen?

DUTOIT: (schudt het hoofd) ‘Als ploegmaat is je invloed beperkt, hoor. Tegenwoordig volgen die jonge gasten blind hun entourage. Die fluisteren hen in dat ze de beste zijn. Dat ze het best een blitse auto kopen om vrouwen te versieren. Ik was ook zo’n koppig ventje dat alles beter wist. Ik redeneerde: binnen twee jaar ben ik profvoetballer met een jaarsalaris van 40.000 euro. Twee jaar later zat ik in vierde klasse… Ik hield op het einde van de maand net genoeg over om mijn appartement te betalen en boodschappen te doen.’

Je leven is grondig veranderd. Is het soms moeilijk om de voetjes op de grond te houden?

DUTOIT: ‘Bij Boussu steeg het succes mij naar het hoofd. Ik wilde ook de nieuwste sneakers van Louboutin of een tasje van Louis Vuitton. Met het ouder worden heb ik mijn prioriteiten verlegd. Ik heb het geluk gehad – anderen noemen het ongeluk – dat ik het thuis niet breed had. Wij waren gelukkig wanneer we allemaal rond de tafel zaten met een kommetje soep. Als ik sommige ploegmaats hoor opscheppen over een paar schoenen van 500 euro, dan kan ik daar dus kwaad om worden. Voor ons voetballers stelt 500 euro inderdaad niets voor, maar dat is wel de huur van het appartement van mijn kleine broer.

‘Ik geef je nog een voorbeeld: ik kreeg de raad om een fanpagina aan te maken op Facebook en dat door een buitenstaander te laten beheren. Maar waarom zou iemand in mijn naam een antwoord moeten sturen naar een supporter? Ik kan het toch zelf doen! De meesten bekommeren zich enkel over het aantal volgers of likes. Voetballers leven in een luchtbel, zelfs bij STVV. Daarom bestaat mijn vriendenkring uit mensen buiten het voetbal. Ik herken mij meer in hun waarden.’

Ben je het beu dat mensen jou met je 1,82 meter indelen in de categorie ‘kleine doelmannen’?

DUTOIT: ‘Bij Lens had ik een complex door mijn kleine gestalte. Ik kwam centimeters te kort om de lat te raken en elke wedstrijd werd ik gelobd. In die periode heb ik mijn winnaarsmentaliteit gekweekt. Op korte tijd ben ik in een pitbull veranderd die zich in de voeten van elke aanvaller vastbeet. Dankzij Mathew Ryan en Jean-François Gillet hebben de mensen in België stilaan door dat je niet groot hoeft te zijn om ballen te pakken.’

Drie van de beste doelmannen ter wereld – Manuel Neuer, Petr Cech en Gianluigi Buffon – zijn nochtans groter dan 1,90 meter…

DUTOIT: ‘Hoe groot denk je dat Fabien Barthez is? Heel zijn carrière heeft hij volgehouden dat hij 1,85 meter was. In een interview moest hij onlangs toegeven dat hij vijf centimeter kleiner is. Door over zijn lengte te liegen heeft de pers hem met rust gelaten. En het heeft hem niet belet om een grote carrière uit te bouwen bij Marseille, Manchester United en de Franse nationale ploeg.’

RUZIE MET FERRERA

Mensen die je voor het eerst zien, zullen raar opkijken als je hen vertelt dat je de kost verdient als doelman.

DUTOIT: ‘Bij Boussu werd ik nooit au sérieux genomen toen ik aan de opwarming begon. Achter mijn doel hoorde ik altijd wel een grapjas zeggen: ‘Hé, je bent toch ouder dan twaalf jaar?’ Na de wedstrijd kwam diezelfde persoon mij de hand schudden. De broer van mijn ploegmaat Pierre-Baptiste Baherlé vatte het goed samen: in het dagelijkse leven lijk ik op een Playmobilventje, tussen de palen ben ik een beest. Mijn kleine lengte compenseer ik met een enorme sprongkracht. Aan de fysiektrainer van STVV vraag ik altijd om mij extra explosiviteitsoefeningen te geven. Wil ik ooit op het niveau komen van Proto, Sels en Gillet dan moet ik als een gek blijven werken.’

Je bent dus niet tevreden met wat je tot nu toe hebt bereikt?

DUTOIT:Ik heb honger naar meer. Het parcours van Sels heeft mij geleerd dat het snel kan gaan in het voetbal. Een paar jaar geleden zat hij in de B-kern van Lierse, nu is hij derde doelman van de Rode Duivels en speelt hij Champions League.’

Je hebt de druk van een topclub nodig om te groeien. Past Standard in dat plaatje?

DUTOIT: ‘Twee keer verliezen is niet erg, dat waait wel over. Dat is de mentaliteit bij STVV. Ik heb een club nodig waar de supporters ons uitkafferen bij een nederlaag. Standard is zo’n club. Maar er zijn nog andere eersteklassers geïnteresseerd. Begin januari wil ik weten waar ik aan toe ben. Tot dan focus ik mij op de resterende wedstrijden met STVV. De laatste weken heb ik mij te veel beziggehouden met mijn contractverlenging.’

Standard heeft een grote troef: Yannick Ferrera.

DUTOIT: ‘Ferrera is mijn mentor. Hij heeft een groot risico genomen door mij tegen Club Brugge te laten debuteren in eerste klasse, terwijl Yves De Winter bijna tweehonderd wedstrijden in eerste klasse op zijn teller heeft staan. Ik zou dus liegen mocht ik zeggen dat ik niet meer met hem wil samenwerken. Weinig mensen weten echter dat Ferrera in het begin twijfels had over mij. Ik was niet zijn eerste keuze en daardoor was onze relatie behoorlijk turbulent. We zijn elkaar zelfs een paar keer in de haren gevlogen. Met de tijd hebben we elkaar leren appreciëren. Al heb ik bewust een zekere afstand bewaard. Sinds hij naar Standard is vertrokken zijn we dichter naar elkaar toegegroeid.’

Zou het geen risico zijn om opnieuw onder Ferrera te werken. Hij kan zijn vriend toch moeilijk op de bank zetten?

DUTOIT: ‘Trainers hebben geen vrienden binnen de ploeg. Ik ken Ferrera héél goed, het enige wat hij wil, is winnen. Volg je hem, dan zal hij alles voor jou doen. Spartel je tegen, dan mag je opkrassen. Zelfs de vedetten moeten in het gareel lopen. Hij heeft zwaar gegokt door bijvoorbeeld Jelle Van Damme zomaar op de bank te zetten. De week erna start hij in de basis tegen Charleroi en hij scoort. Hetzelfde met Ivan Santini: hij weet plots het doel weer staan én hij verdedigt zelfs mee. Ik ben blij dat Ferrera veel mensen de mond heeft gesnoerd.’

GROTE MAKELAARS

STVV heeft de optie in je contract intussen gelicht. Je ligt nu tot 2017 vast op Stayen.

DUTOIT: ‘We hebben lang onderhandeld over een contractverlenging, maar we zijn er uiteindelijk niet uitgeraakt. De club heeft dan maar beslist om zonder mijn akkoord de optie te lichten. Het is hun goed recht. Ik kan niets anders doen dan dit te slikken en zwijgen… Wat mij het meeste pijn doet, is het gebrek aan erkenning. De dag na de zege tegen Standard kreeg ik telefoon van de belangrijkste Belgische makelaars. Ze hadden een mandaat gekregen van bepaalde clubs om mij te halen. Ik krijg dus appreciatie van iedereen, behalve van mijn eigen club. Het enige wat het bestuur had moeten zeggen was: we willen met jou verder. Dan had ik met de ogen dicht getekend.’

Hoe groot is de kans dat je daadwerkelijk bij STVV blijft?

DUTOIT: ‘Vorige maand zei ik aan mijn ploegmaats dat ik de nieuwe Peter Delorge wilde worden, een clubman die heel zijn leven trouw blijft aan één werknemer. In de kleedkamer werd ik vierkant uitgelachen. Maar ik meende dat! Ik had het scenario van de onderhandelingen al in mijn hoofd afgespeeld: een uurtje aan tafel zitten met de voorzitter, enkele punten en komma’s op de juiste plaats zetten, handjes schudden voor de fotografen en gedaan. Het is anders verlopen… Zelfs bij een club als STVV komt winstbejag op de eerste plaats.’

Je hekelde het gebrek aan respect vanwege het bestuur. Heb je spijt van die uitspraak?

DUTOIT: ‘De supporters hadden recht op de waarheid. Ik was het beu om boze berichten te krijgen van mijn eigen fans. ‘Wat gebeurt er William? Je geeft je woord, maar achter onze rug probeer je toch te vertrekken. Je bent een mooiprater, een leugenaar.’ Had ik het op een andere manier openbaar moeten maken? Misschien wel. Maar ik doe liever niet mee aan dat schijnheilige gedoe. Een ding mag je niet vergeten: de club is mij komen opzoeken voor een contractverlenging, niet omgekeerd.’

Ben je niet te snel verknocht geraakt aan STVV? Je liet zelfs een tatoeage op je lichaam zetten verwijzend naar de titel in tweede klassse.

DUTOIT: ‘Iedereen vond mij gek en waarschuwde mij: ‘Wacht maar af, je zal geen cadeaus krijgen.’ Maar ik ben niet de typische voetballer die het clubembleem kust en een maand later elders tekent. Die tatoeage symboliseert mijn opgang in het algemeen en de titel met STVV in het bijzonder. Met wat ik nu weet, zou ik het opnieuw doen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO KOEN BAUTERS

‘Twee jaar geleden wilde ik bepaalde mensen van Boussu Dour een kopje kleiner maken. Echt waar!’ WILLIAM DUTOIT

‘In het dagelijkse leven lijk ik op een Playmobilventje, tussen de palen ben ik een beest.’ WILLIAM DUTOIT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content