Vier maanden na zijn ontslag

maakt Frankie Vercauteren het zich gemakkelijk thuis bij Johan Desmadryl, de psycholoog die het kort nadien

ook voor bekeken hield op Anderlecht. Samen blikken ze terug op de samenwerking. ‘Voetballen is ook praten en communiceren. ‘

Ergens in de West-Vlaamse polder, langs een kronkelende afwatering van het kanaal Veurne-Nieuwpoort, waar Bart Goor in het water viel en Mémé Tchitéverloren fietste – daar woont Johan Desmadryl. Op de oever een kano, achter het raam een sterrenkijker. En tegen de rode muur twee gitaren. Desmadryl was tweeënhalf jaar lang de psycholoog van Anderlecht. Tijdens zijn passage werd de ploeg twee keer landskampioen, maar wat in het geheugen bleef hangen, is het beeld van een gekke man die voetballers eieren rechtop liet zetten. Scoort Frankie Vercauteren, de trainer die hem erbij haalde, hoog bij de beleidsmakers in het voetbal – steeds op zoek naar vernieuwing, tot het introduceren van een psycholoog toe – dan straalde het sportieve succes zeker niet af op die psycholoog. En dus is de eerste vraag:

Wat hebt u verkeerd gedaan?

Desmadryl: “Dat ik mijn imago niet heb verzorgd, misschien? Het beste bewijs dat mijn ego niet belangrijk is. Ik heb er zelfs mee gelachen: hoe is het mogelijk dat de mensen die die perceptie creëren, de media dus, zich niet beter informeren over wat er precies gebeurt? Nog altijd is het niet duidelijk dat we niet alleen teambuildingactiviteiten deden, maar ook screenings- en vormingsmomenten hadden. Het is veel gemakkelijker alles af te breken. Een ei! Scouts! Chiro! Ik ga daar niet tegen vechten.”

De spelers moesten u niet.

Desmadryl: “Jullie kunnen toch wel inschatten waarom een speler een bepaald verhaal ophangt? Ik heb spelers zien groeien, assertiever worden, beter communiceren, minder last hebben van stress. Zij die kritiek geven, doen dat misschien vanuit de angst dat er iets kwetsbaars over hen aan het licht zou komen.”

Vercauteren: “Ga eens na wélke spelers kritiek hebben geuit. Interessant, hoor. Wij weten wie en waarom.”

Waarom wilde je een psycholoog in je staf?

Vercauteren: “Vroeger had je één trainer: iemand die alles alleen deed. Later kwam er een hulptrainer bij, dan een keeperstrainer, ook een fysiektrainer. Al die aspecten werden zo belangrijk dat er een specialist nodig was. Techniek, tactiek, fysiek en mentaliteit zijn volgens mij de vier componenten die het rendement van een speler bepalen. Men accepteert dat een hoofdtrainer de techniek en de fysiek uitbesteedt, maar niet het mentale. Dat moet hij zogezegd zelf kunnen. Hoe spelers zich voelen, zelfvertrouwen opdoen, communiceren, hun persoonlijkheid ontwikkelen: voor mij is dat even belangrijk als de rest.”

Hoe verklaar je de weerstand tegen de psycholoog?

Desmadryl: “Ik pak een stukje van hun vrije tijd af. Vroeger konden spelers kaarten in het hotel, nu hadden ze een trainer die zegt: je bent prof 24 uur op 24. Dat wordt je niet altijd in dank afgenomen. Ik was een spelbreker.”

Vercauteren: “Het is gebeurd dat er Champions League was op tv terwijl er nog een psychologische sessie was voorzien. Dan begrijp ik dat ze liever naar de Champions League kijken. Maar als ze de Champions League vervangen door kaarten, dan stel ik mij vragen. Waar heeft dát mee te maken? ‘Teambuilding’, zei er eens een tegen mij. Misschien, maar als je een pak euro’s per avond verliest, denk ik niet dat het nog teambuilding is. Daar komen brokken van. Bovendien ben je zo niet met de groep, maar met een groep in de groep bezig.

“Perfectie bestaat niet en ik accepteer dat anderen niet zijn zoals ik. Maar ik accepteer niet dat ze niet proberen beter te worden. Dat is toch het minimum wat je mag vragen van een prof? Ik versta onder trainen veel meer dan alleen maar komen sjotten. Trainen is ook je lichaam verzorgen. Er zijn er die de sessies niet wilden, omdat ze dan geconfronteerd worden met hun problemen. Als je wil veranderen, moet je eerst toegeven dat je werkpunten hebt. Dat is niet erg: het is nooit de bedoeling om iemand af te maken, wel om beter te worden.”

Tihinen en het boek

Wat is nu het geheim van het ei?

Desmadryl: “Een ei is kwetsbaar. Spelers krijgen een opdracht, altijd gecombineerd met een fysieke training, en moeten tegelijk op dat ei letten. Heel delicaat. Vergelijk het met een wedstrijd: soms ga je er zo in op, dat je vergeet wat de trainer heeft gevraagd. Met andere woorden: je vergeet het ei en het breekt. Alle opdrachten zijn metaforen en observatiemomenten om te zien hoe spelers omgaan met bepaalde situaties: je hebt er die het ei verstoppen, je hebt er die het doorgeven en je hebt er die het durven te dragen. Maar het ei blijft altijd mysterie. Je kunt de doelstelling vooraf niet verklappen, anders gaan spelers zich ernaar gedragen of acteren. Het nadeel is dat je ze soms grappige zaken laat doen, maar het zijn enkel de spelers die met hun ego bezig zijn die daar problemen mee hebben. Zo krijgen we ook rond dit aspect extra informatie.”

U bent ermee uitgelachen.

Vercauteren: “Zegt dat iets over hem of over de anderen?”

Spelers voelden zich beschaamd vorig jaar tijdens de winterstage in La Manga toen buitenlandse teams hen met zelfgemaakte totempalen zagen sleuren.

Desmadryl: “Maar er waren er ook die vroegen of ze hun totempaal met het vliegtuig mee naar huis mochten nemen. Bij de CSC-wielerploeg springen ze van de rotsen in zee en zwemmen ze in fjorden, zelfs met renners die niet konden zwemmen. En ’s nachts sliepen ze in tentjes. Als wij dit doen, is de wereld te klein.”

Misschien omdat een psycholoog nog in de taboesfeer zit?

Desmadryl: “Dan denk je aan de psychopathologische kant, maar dit gaat ook over het aanleren van vaardigheden. Het doet geen pijn om toe te geven dat je daar werkpunten hebt. Integendeel, het is een vorm van intelligentie als je ervoor openstaat. De meest coachbare spelers waren de toppers. Tihinen moet me nog altijd een boek. Hij wilde hier altijd maar meer over weten en begreep niet waarom anderen dat niet deden.

“Precies omdat het woordje ‘psycholoog’ zo moeilijk ligt, word ik liever een mentale trainer genoemd. Want eigenlijk gaat het ook over trainen, maar dan niet op het veld. Mensen hebben het er soms moeilijk mee als dat met een psycholoog gebeurt. Een pilletje nemen is zoveel gemakkelijker dan een probleem echt aan te pakken.”

Vercauteren: “Tijdens de autorit hier naartoe zei mijn zoon: jij bent toch niet ziek? Bij een psycholoog gaan staat voor hem nog gelijk aan ziek zijn. Terwijl het gaat om het aanleren of toevoegen van vaardigheden.”

De spelers ervoeren hem als een spion van de trainer.

Vercauteren: “Ik kan dat begrijpen, maar de vraag is: wát zegt een staflid tegen de hoofdtrainer? Je hoeft niet altijd alles te zeggen, maar als ik iets weet waarmee ik een probleem kan oplossen en ik zeg het niet, dan schiet ik tekort.”

Ligt het voor een psycholoog toch niet net anders? Veiligheid en vertrouwen vormen de basis van een therapeutische relatie. Wat tussen de therapeut en zijn cliënt wordt gezegd, moet daar blijven.

Desmadryl: “Ik heb altijd gezegd tegen de spelers – vooral op het laatst, omdat ik wist dat dit leefde – dat ik hun vertrouwenspersoon niet hoefde te zijn. Maar als in hun omgeving de voor een topsporter zo belangrijke vertrouwenspersoon ontbrak, of er was iets mis in die relatie, dan konden ze op mij rekenen. Op het laatst gebeurde dat ook. Dan zat ik ergens boven met een speler, zonder dat iemand het wist. Zelfs de trainer niet.

“Als we testen deden, vroeg ik hen ook of ik de resultaten – de sterke en de zwakke punten – aan de trainer mocht bezorgen. Eéntje maar heeft ‘neen’ gezegd. Dat heb ik dan ook niet gedaan. Andersom vroegen spelers mij soms om iets aan de trainer te zeggen, omdat ze het zelf niet durfden. Maar goed, als je met een psycholoog wil afrekenen, is dit waarop je hem kan pakken.”

De emoties van Seedorf

Is de beste teambuilding niet degene die uit de groep zelf komt?

Vercauteren: “Ik was de eerste om te zeggen: jongens, organiséér iets! Denk je dat ze dat hebben gedaan? In oktober zijn we op mijn verzoek samen iets gaan eten. Dat was de allereerste activiteit van het seizoen.”

Desmadryl: “Je mag wat we deden ook niet zomaar verengen tot teambuilding. Teambuilding was maar een onderdeel van de mentale stages. Vaak was de doelstelling iets anders: vorming of screening.”

Vercauteren: “Na drie dagen stage wisten we wat we hadden aan Hassan: hij was geen teamplayer. Hadden we dat via voetbalwegen moeten ontdekken, had het veel langer geduurd.”

Waar heb je je ideeën hierover opgedaan?

Vercauteren: “De kunst van de grote Italiaanse ploegen, zegt men, is dat ze preventief werken. Soms zitten die gasten een hele dag op de club zonder dat ze het veld opkomen. Wát hebben die gedaan?

“Neem AC Milan. Denk jij dat Seedorf panikeert als hij eens naast de bal trapt? Die gasten hebben nooit emoties en frustraties. Altijd dezelfde kopjes, dezelfde concentratie, of het nu goed gaat of slecht. Hoe bereiken ze dat? Ik denk dat ze screenen. Héél goed screenen. Ze weten wie ze binnenhalen, zowel mentaal als fysiek, en eens die spelers er zijn, blijven ze hen verder ontleden. Slechts weinig spelers mislukken daar. Omdat het allemaal gasten zijn die weten dat het altijd beter moet. Die zelf met oplossingen komen als ze niet goed bezig zijn. Dat moeten onze spelers ook leren: zelf situaties oplossen en het niet altijd aan de trainer vragen.”

Desmadryl: “Als psycholoog moet je twee dingen doen: spelers beter maken, maar hen ook laten voelen dat ze het zelf hebben gedaan. Je moet jezelf overbodig maken. Anders blijft die speler in een afhankelijkheidssituatie. Vandaar dat een psycholoog ook niet in de kijker moet lopen.”

U noemt dat ‘aangeleerde hulpeloosheid’.

Desmadryl: “Dat begint al bij de ouders die hun kinderen overal naartoe brengen. Als trainers en besturen dat nadien overnemen, krijg je aangeleerd hulpeloze mensen, die logischerwijze ook mentaal niet sterk zijn. Dat hebben wij proberen te doorbreken. Vandaar dat sommigen het niet leuk vonden. Ze moesten in een tent slapen, in een kerk, op een boot en zichzelf behelpen. Raar, hoor, als je 24 bent en moet bekennen: ik heb nog nooit spaghetti gekookt. Dat is een vorm van confrontatie met jezelf.”

Vercauteren: “Ik heb honger! Kun je niet een halfuurtje wachten? Nee, ze kunnen niet wachten.”

Jij komt zelf ook uit dat beschermde voetbalmilieu.

Vercauteren: “Nee, ik kom van de straat en daar krijg je niks voor niks. Maar ik ben verwend geraakt en ik verwen om te beginnen mezelf – ik heb díe auto ook niet nodig – maar ik ken wel de waarde van zulke dingen en ik weet wat ik er moet voor doen.”

Desmadryl: “Als je iets krijgt toegeworpen, mag dat je niet minder weerbaar maken.”

Vercauteren: “Want op een dag word je daarmee geconfronteerd. Als je altijd alles hebt gekregen, hoe accepteer je dan dat je op de bank zit? Dat je een slecht moment hebt? En hoe los je dat dan op? Door te vluchten. Ik zit op de bank? Ik wil weg. Je hoort niets anders meer.”

Bange macho’s

Als mentale sessies zoveel weerstand oproepen, waarom laat je ze dan niet vrij voor wie geïnteresseerd is en laat je de anderen gewoon los?

Desmadryl: “Moet je dat dan op het veld ook doen: zij die het allemaal al kunnen in de kleedkamer laten? Je bent toch een team? Sommige sessies waren maar voor enkele spelers bedoeld, maar we riepen wel de hele groep samen, anders zouden we de anderen stigmatiseren.”

Vercauteren: “Waarom zou niet iedereen erbij moeten zijn? Omdat ze liever iets anders doen? Wie is er dan belangrijk? Zíj. Hun ego.”

Weinig voetballers houden van boslopen, maar ze leggen zich erbij neer omdat ze weten dat het waarschijnlijk goed is voor hun conditie. Met andere woorden: ze zien er het nut wel van in. Maar weten ze hoe mentale training bijdraagt tot hun prestaties op het veld? Misschien is het meer uit onwetendheid dan uit afkeer dat ze het afwijzen.

Vercauteren: “Nee, nee. Als het slecht gaat met de ploeg, is het eerste wat ze zeggen: er is geen vertrouwen, we missen iets bij de laatste pass voor de goal. Finesse, afwerking: wat is dat? Als ik achter de goal center, denk je dat dit is omdat mijn techniek niet in orde is? Nee, omdat het in mijn koppeke niet goed zit.”

Desmadryl: “Het is niet altijd mogelijk om de doelstelling van elke activiteit uit te leggen. Vaak werkt het dan niet meer. Maar stel dat sommigen er het nut niet van inzien, wil dat nog niet zeggen dat wíj het niet zien.”

Vercauteren: “Speel een matchke vier tegen vier, zet Glen De Boeck er tussen en er zal een ploeg staan. Die regelt het verkeer voor de drie anderen. Maar zet daar vier stommen en doven, heb je dan een ploeg? Voetballen is ook praten en communiceren.

“Zet vijf spelers samen in een situatie dat ze iets moeten oplossen. Er zijn er die het probleem zien, maar niks zeggen. Omdat ze niet durven, want den diene weet het toch altijd beter. Tijdens zo’n activiteit zie je dat veel sneller. Als dat tijdens de match voorvalt, wat dan? Laat je de ploeg dan ook stikken?”

Desmadryl: “Als je bevrijd bent om zulke dingen te zeggen, speel je zelf ook beter.”

Maar het impliceert dat voetballers zich moeten durven bloot te geven.

Desmadryl: “Zoals voetballers die bij het lopen niet kunnen volgen, zich ook blootgeven.”

Vercauteren: “Veel trainers hangen de resultaten van een duurloop omhoog in de kleedkamer. Dan sta je daar ook vanonder. In partijtjes vier tegen vier zie je spelers die de beste zijn zolang ze kunnen winnen. Zodra ze aan de verliezende hand zijn, geven ze het op en laten ze de ploeg in de steek. Die gasten geven zich ook bloot.”

Is de voetballerij te macho voor een psycholoog?

Vercauteren: “Machogedrag is façade.”

Desmadryl: “Een macho is iemand die bang is zijn zwakke punten toe te geven. Machogedrag heeft te maken met kwetsbaarheid. Het duidt op een tekort in de opleiding tot voetballer.”

Vercauteren: “Hetzelfde bij trainers. Ik ken er weinig die durven toe te geven dat ze nog iets kunnen leren van een psycholoog. Zij zijn daar niet mee opgevoed.”

Zinloze boetes

Jullie zijn ook tegen boetes voor spelers. Waarom?

Vercauteren: “Aanvankelijk was ik voor boetes. Ik gebruikte het bij de reserven, naast ook andere dingen – veel ergere, vraag dat maar eens aan Kompany. Toen hij eens tien minuten te laat was voor een wedstrijd met de reserven, heb ik hem op de bank gezet, bij de reserven tenminste. Ik zweer u: hij is maar één keer te laat gekomen. Daarna ben ik in de richting van Johan geëvolueerd, al had ik dit jaar wel boetes toegestaan, deels ook omdat Ariël(Jacobs, nvdr) daarop bleef aandringen. Maar ik denk niet dat het een oplossing is. Voor Mbokani bijvoorbeeld is te laat komen een deel van zijn cultuur. Die jongen is daar mee opgevoed. Wat helpt een boete dan?”

Desmadryl: “Boetes kunnen nooit zo hoog zijn dat ze tot gedragsverandering leiden. Wat wij wilden installeren, was een systeem waarbij de groep zou reageren als er iemand te laat kwam, en niet de trainer. Dat is veel krachtiger.” Vercauteren: “Als ik gewoon de boete in, ben ik er van af, maar ontvlucht ik de situatie. In plaats van de discussie aan te gaan: hé, respecteer jij ons niet? Trouwens, wettelijk kunnen boetes niet eens.” S

Op 12 en 19 maart, 9 en 23 april en 14 mei geeft Johan Desmadryl van 20 tot 22 uur in de Hogeschool West-Vlaanderen in Oostende lezingen over sportpsychologie en mentale training. De eerste lezing wordt ingeleid door Frankie Vercauteren.

door jan hauspie – beelden: michel gouverneur

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content