Met zijn glimmende kop, oorringen en rijzige gestalte ziet hij er vervaarlijk uit, maar dat is de buitenkant. ‘Als niemand ruzie met mij zoekt,’ zegt Ivica Mornar, ‘ben ik een rustige jongen.’ De tien geboden van een Kroatische voetballer in Brussel.

Het gaat weer goed met Ivica Mornar. Door de blessure bij Nenad Jestrovic krijgt hij volop speelkansen bij Anderlecht en met Kroatië speelt hij volgende maand tegen buurland Slovenië voor een plaats op het EK in Portugal. Mornar klaagt niet meer, ook al ziet hij er wat vermoeider uit dan anders en gaat tijdens het gesprek het rechterbeen horizontaal op een bijgeschoven stoel, het gevolg van een botsing met Magnus Hedman, de doelman van Celtic Glasgow. “Mijn tien geboden ? Ken jij ze, want, euh, ik… Vuur maar af.”

1 Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.

Ivica Mornar : “In mijn leven is er geen plaats voor andere sporten dan voetbal. Op mijn negende ben ik begonnen in Split. Al heel snel kwamen mensen me zeggen dat ik talent had, waarna ik mij er nog harder op ging focussen. Ik was nog geen zeventien toen ik mijn eerste profcontract kreeg en in de A-ploeg van Hajduk Split debuteerde. Een beetje zoals Kompany nu. Eén van mijn eerste tegenstanders heette Gary Lineker.

“Voetbal heeft altijd op de eerste plaats gestaan, na de familie. Dat moet ook zo, want het neemt je hele leven in beslag. Als ik niet speel of train, ga ik graag op restaurant, het liefst met vrienden, of bekijk ik een dvd of een video. Ik stap ook geregeld een krantenwinkel binnen om snel de bladen door te nemen. Zo weet ik wat er in de wereld gebeurt. Ik ben een stadsmens, die zich af en toe, als hij wat behoefte heeft aan isolement, ook wel eens afzondert op het platteland.”

2 Gij zult u geen gesneden beeld maken nog enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.

Mornar : ” Diego Armando Maradona : dat was vroeger mijn grote idool. Ik heb Pelé nooit aan het werk gezien, maar in een ander soort voetbal was hij ook een groot artiest. Nu heb ik veel bewondering voor een handvol grote spitsen : Ronaldo, Vieri, Henry, VanNistelrooij… De sterke jongens dus, niet de kleine, wendbare types als Saviola.

“Wie goed oplet, ziet dat ik mijn stijl probeer te veranderen. Als ik met de rug naar doel sta, probeer ik de zaken niet langer ingewikkeld te maken, maar te kaatsen. Vroeger ging ik de bal altijd aan de rechterkant ophalen, nu vaak op links. Ik probeer mijn energie ook niet meer te verspillen. Ik heb altijd minstens twee man op mijn lijf, vaak met de rug naar de goal. Begin er dan maar aan. Het gaat ook veel sneller dan vroeger. Soms, als ik in de tribune zit of thuis in de zetel, denk ik wel eens van een speler : pfft, dat stelt technisch niet veel voor. Maar op het veld blijkt zo’n jongen dan net wel heel goed uit de voeten te kunnen. Wanneer je thuis voor je tv in de zetel hangt met een zak chips binnen handbereik, lijkt het vaak helemaal anders. Soms lees ik dan ook zaken over spelers die me hard doen lachen.”

3 Gij zult de naam van de Heer, uw God, niet ijdel gebruiken.

Mornar : “Vier, vijf jaar geleden was ik verbaal veel agressiever dan nu. Ik moest heel hard mijn best doen om me in te houden. Als iemand me op mijn zenuwen werkte, als mijn rechtstreekse tegenstander bijvoorbeeld wat tegen me zei of iemand trapte me aan en de scheidsrechter zag niks, dan werd ik kwaad. Daardoor verloor ik snel mijn concentratie. Nu slaag ik erin me beter te beheersen. Meestal toch, want het blijft voetbal, een contactsport waarin wel eens trappen vallen. In het gewone leven ben ik veel rustiger. Als niemand ruzie zoekt, ben ik een vriendelijke jongen. In het andere geval draai ik mij om en ben ik weg. Ik zoek de problemen niet op. Eigenlijk ben ik ook vrij gemakkelijk te benaderen en heel communicatief.”

4 Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de heer uw God, dan zult gij geen werk doen.

Mornar : “Sport is gezond voor je lichaam, zeggen ze. Helemaal akkoord, maar niet op topniveau. Dan ga je de hele tijd over je limiet en tracht je de lat te verleggen. Elke drie dagen hebben we een wedstrijd, tijd voor rust of herstel is er niet. Op dit moment is mijn leven vrij saai : trainen, wedstrijden spelen, reizen. En tussendoor als het even kan wat rusten of een glas drinken met de vrienden, in mijn geval veelal een cappuccino. Het voordeel is dat de wedstrijden elkaar zo snel opvolgen dat je geen tijd hebt om te blijven stilstaan bij iets als een gemiste doelkans. Het nadeel is dan weer dan je een overwinning nooit kan vieren. Natuurlijk ben ik gelukkig dat de reizen met de nationale ploeg van Kroatië er weer bij gekomen zijn, maar anderzijds zit je zo ook nooit stil. Er zijn dagen dat je je afvraagt waarom je het nog doet. Het gaat nu wel goed en dan sta je elke dag met plezier op, ook al regent het. Maar er zijn ook dagen…

“Het leuke van onze job zijn de wedstrijden, de sfeer, de supporters : daarvoor doe je het. Maar er is geen enkele voetballer die nadat hij is gestopt, de trainingen mist, of de tactische besprekingen, het reizen, de afzonderingen. Wat dat betreft, stop ik liever vandaag dan morgen. Trainen moet, maar ik doe het niet graag. Vijftien, twintig jaar aan een stuk de hele tijd werken : daar word je moe van. Zoals de spelers van Bergen nu verplicht urenlang op de club moeten blijven, daar zou ik zot van worden. Waar is dan nog de individuele vrijheid ? Ik geloof er sterk in, dat het zijn vruchten afwerpt als je spelers vrijheid geeft. Als Anderlecht mij elke dag vijf uur op de club zou houden, breken ze mij. Dat méén ik. Wij zijn geen soldaten, maar mensen. Wij kennen ons lichaam het best. Ik baal ervan als we na een training verplicht zijn om op de club te eten en daarna pas naar huis mogen. Laat mij gerust, alsjeblieft, ieder heeft zijn leven op zijn manier georganiseerd, maak het niet nog ingewikkelder dan dat. Er wordt te veel belang gehecht aan zulke dingen, terwijl wat telt de kwaliteit is op het veld, op de training, in de wedstrijd. Al de rest… (blaast). Er wordt veel te veel gepraat over onbelangrijke zaken.”

5 Eer uw vader en uw moeder.

Mornar : “Meer dan mijn echtscheiding was de periode dat mijn vader en moeder tegelijk ziek waren, een hele moeilijke. Zij zaten in Kroatië, ik hier in België. Ik wilde helpen, maar dat kon niet. Mentaal was het heel moeilijk, en het schaadde mijn concentratie, maar jullie hebben dat niet aan mij kunnen zien. Nu kan ik zeggen dat ik toen mentaal door een diep dal ben gegaan. Mijn moeder lag in het ziekenhuis, moest onder het mes, mijn vader werd aan de keel geopereerd, en dan zit je hier. Machteloos. Ik heb nog twee zussen. Mijn ouders betekenen heel veel voor mij, ook al zie ik ze slechts twee keer per jaar. Als ze naar België komen, probeer ik zoveel mogelijk tijd met hen door te brengen. Hier is dat makkelijker dan thuis, want als ik in Kroatië ben, eist iedereen mij op.

“Ik zou graag zelf vader worden, want volgens mij is dat waarvoor wij leven. Volgens mij zijn we niet op de wereld voor onszelf. Ons levensdoel is, denk ik, kinderen voort te brengen.”

6 Gij zult niet doodslaan.

Mornar : “Logisch : als je niet wilt dat iemand jou pijn doet, doe dan zelf niemand pijn. Ik ben voor vrede. Wij hebben nog niet zo lang geleden de oorlog gehad en veel goeds is daar niet uit voortgekomen. Oorlog zorgt voor slachtoffers, ellende, drama’s. Of die nodig was ? (Afwerend.) Ik denk van niet, maar als Kroatië onafhankelijkheid wil en Servië geeft die niet, wat rest er je dan ? Ik denk dat de oorlog onvermijdelijk was, maar dat neemt niet weg dat ik geweld onnodig vind.

“Of voetbal oorlog is ? Ja, omdat het een sport is met veel contacten. Anderzijds baal ik ervan als ik na de wedstrijd tegen Celtic een journalist hoor zeggen dat we goed hebben gevochten. Wat betekent dat ? Je wint toch geen wedstrijd omdat je goed vécht ? Je wint omdat je goed voetbalt. Met inzet, ja, maar ook met kwaliteiten. Met inzet alleen red je het niet met tien tegen elf. In Kroatië is een voetbalwedstrijd wel veel meer iets op leven en dood. Je hebt er echt het idee dat er na een nederlaag geen leven meer is. Dat zorgt best voor druk. Als ik het veld opkom, pep ik mezelf altijd op : je kan het, Mokka, durf je te laten zien… Maar als je alles hebt gegeven en het lukt niet, dan kan ik daar achteraf afstand van nemen. Het blijft tenslotte sport en ook in de slechte momenten moet je het hoofd recht houden. Je zal nu geen enkele Kroaat vinden die ervan uitgaat dat Slovenië ons kan uitschakelen op weg naar het EK, maar als jij mij vraagt of het kan, antwoord ik : ja. Maar thuis durf ik dat niet. Kroaten zijn patriotten, ons nationaliteitsgevoel is heel sterk. Soms gaat het zo ver, dat ik het niet meer begrijp. Mensen zijn niet perfect en voetballers zeker niet. Hoe vaak is een doelpunt het gevolg van een perfect uitgevoerde actie ? Vaak zijn het foutjes van de tegenstander die aan de basis liggen.”

7 Gij zult niet echtbreken.

Mornar : “Ik ben dus wél gescheiden. Geen kinderen, neen. Het leven van een voetballer is nogal specifiek, alles moet rond ons persoontje draaien. We waren drie jaar getrouwd, maar het ging niet meer en daarom zijn we zonder veel problemen uit elkaar gegaan. Zo is het leven : de ene dag verliefd, de andere dag niet meer. De scheiding dateert van anderhalf jaar geleden. Het was niet echt een moeilijk moment, veeleer een bevrijding. Ik ben in dat huwelijk gestapt met de romantische verwachting dat het voor eeuwig was, maar eeuwig heeft niet lang geduurd. Een tweede keer voor de kerk trouwen kan ik niet meer, maar ik geloof nog in de liefde. In het huwelijk beloof je lief en leed met elkaar te zullen delen, maar dat is niet altijd gemakkelijk. Het is voor een vrouw niet gemakkelijk om te leven met een sportman. Je moet veel dingen opofferen, de aandacht gaat de hele tijd naar hem, hij staat centraal. Er is de druk, er zijn de reizen, er gebeuren dingen op training, ruzies die je naar huis meeneemt… Anderzijds : als zij zich daarin kan schikken, kan ze een mooi leven hebben. Het is een kwestie van accepteren. Wij zijn zelden thuis en zodra ze je dat begint te verwijten, is dat het begin van het einde.”

8 Gij zult niet stelen.

Mornar : ” (Verontwaardigd.) Neen, hein. (Lacht.) Ik geef geld uit aan kleren, op dat vlak ben ik een speciale. Jean-Paul Gaultier is een merk dat ik graag draag. Geld is belangrijk. Het is niet alles in het leven, maar het maakt de zaken wel gemakkelijker. Plezier echter moet je elders zoeken, bij je vrienden. Ik heb al wat verdiend, ja. Ik heb voor mezelf in Kroatië een huis gekocht, een voor mijn ouders ook, en ook nog een koffiebar.”

9 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.

Mornar : “Daar let ik niet op. Ik denk dat ik de waarheid af en toe wel eens wat heb bijgekleurd. In het voetbal wordt wat af gelogen. Wie scoort, staat in het centrum van de belangstelling. De week nadien kan je een nog betere wedstrijd spelen, maar als je niet scoort en een ander wel, komt niemand je wat vragen. De ene week een held, de andere week niks : zo gaat het. De voetballer die zegt dat negatieve kritiek hem niks doet, moet je niet geloven. Kritiek komt hárd aan. Het omgekeerde is ook waar : een positief artikel streelt je ego. Daartussen het evenwicht vinden, dat moet je leren. Met het ouder worden nuanceer je de hoogtepunten, maar ook de kritiek.”

10 Gij zult niet begeren uws naasten huis, uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.

Mornar : “Ik ben niet jaloers. Concurrentie heb je altijd. Ze hebben hier altijd Jestrovic tegenover mij willen uitspelen, nooit mij tegen Aruna. Als Jestro fit was, speelde hij en zat ik op de bank. Daar was ik kwaad om, omdat ik vind dat ik mijn plaats verdien, maar ik was nooit jaloers op Nenad. Als hij scoorde, was ik oprecht blij. Ik probeer altijd om te spelen, ik probeer een plaats in het elftal af te dwingen. Als jij mijn concurrent bent, zal ik het jou verdomd moeilijk maken, maar je moet toch niet jaloers zijn op het succes van de ander ?

“Op dit moment staan de kranten in Kroatië al tien dagen aan een stuk vol over wie er tegen Slovenië moet spelen. Prso is technisch en tactisch sterk, hij zal zeker spelen. Maar naast hem ? Het ene kamp wil dat het Olic wordt, het andere kamp kiest voor mij. Vaak is het een beetje Zagreb en Split tegenover elkaar. Onder mekaar hebben we daar nooit woorden over. Wie het straks haalt, zal de ander buikpijn bezorgen, maar dat zal dan een steek van ontgoocheling zijn, niet van jaloezie. Ik ben ook geen Diego Armando Maradona of Ronaldo, van wie de selectie te allen tijde buiten discussie staat. Ik ben slechts Mornar, een jongen met kwaliteiten, maar ook gebreken.”

door Peter T’Kint

‘Ik kan alleen voor mezelf spreken, maar mijn echtscheiding was een bevrijding.”Ik heb me leren beheersen. Vroeger was ik verbaal veel agressiever.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content