Tom De Mul is bij Ajax bezig aan het jaar van de doorbraak. Vanavond speelt hij met de Amsterdamse ploeg in Gent tegen Zulte Waregem.

Zondag 22 oktober. Feyenoord ontvangt Ajax. Voor Philippe Léonard draait de topper uit op een nachtmerrie. Na welgeteld 28 minuten haalt de coach hem van het veld. Zogezegd “om tactische redenen”. In werkelijkheid omdat hij door zijn rechtstreekse opponent wordt dolgedraaid.

Die tegenstander : een jongeman van 21 jaar. Blond haar. Branie. Zoals hij één-tegen-éénsituaties uitlokt, zoals hij op de rechterflank uitbreekt : deze speler oogt meer Nederlander dan Marco Van Basten en Johan Cruijff samen. Toch is het een Belg. Hij heet Tom De Mul.

Alleen de voetballiefhebbers die de wedstrijden van de nationale beloften en/of het Nederlands voetbal volgen, kennen Tom De Mul. Niet moeilijk, hij verliet België – meer bepaald Germinal Beerschot – toen hij zestien was. “De keuze was niet moeilijk,” legt hij, met al duidelijk hoorbaar Hollands accent, uit. “Als je het voorstel krijgt om naar het beroemde opleidingscentrum van Ajax te komen, dan weiger je dat niet. Ook al moet je dan op zestienjarige leeftijd je familie verlaten en moet je je integreren in een gastgezin in Amsterdam. Evident is het zeker niet. Ik moest ook van school veranderen. De Nederlandse schoolmethoden verschillen grondig van de Belgische. In België eisen leraars een strakke discipline. In het Nederlandse onderwijs geniet je meer vrijheid.

Balbezit en positiespel

Voetballers-studenten krijgen in Nederland veel faciliteiten toegekend. Tom De Mul : “’s Morgens pikten ze me op met een minibusje. Ik ging naar school van halftien tot halfdrie. Daarna werd ik naar Ajax gevoerd, waar ik trainde. Dan waren er enkele uren studie voorzien, in het trainingscomplex van Ajax, en dan was er de tweede training. Rond acht uur ’s avonds keerde ik naar huis terug. Het is zeer zwaar, maar het is een systeem dat vruchten afwerpt. Ik heb op sportief vlak zeer veel vooruitgang geboekt en ik heb als mens vlug aan maturiteit gewonnen.”

En hoe is hij als voetballer geëvolueerd ? De Mul : “Tijdens mijn opleiding bij Ajax heb ik vooral geleerd om te voetballen op de helft van de tegenstander. Bij Ajax gaat men altijd uit van zijn eigen kwaliteiten alvorens zich te concentreren op de kwaliteiten van de tegenstander. De trainingen bij Ajax zijn essentieel gebaseerd op balbezit en positiespel.”

Tom De Mul tekende zijn eerste profcontract toen hij zeventien jaar was. “Een droom die werkelijkheid werd”, zegt hij daarover. “Bij Ajax voetballen geeft je de garantie dat je ieder jaar wedstrijden van hoog niveau speelt. Alleen al tijdens het toernooi van Amsterdam neem je het op tegen Arsenal of Manchester United. Ik speelde ook al vlug in de Champions League. Tegen Juventus en met Gianluca Zambrotta als rechtstreekse tegenstander. Oké, ik heb toen maar een kwartiertje meegedaan maar zelfs dat is al een heel evenement. Ik begrijp dat Steven Defour ontgoocheld was toen zijn transfer naar Ajax afketste. Het soort voetbal dat hier wordt beoefend, zou hem zeker gelegen hebben. Al zou een aanpassingsperiode ook voor hem wel noodzakelijk geweest zijn.”

Dromen van Barcelona

Zijn beste herinnering vindt Tom De Mul “mijn eerste doelpunt voor Ajax, twee jaar geleden, tegen FC Twente. Dat was op de eerste speeldag van het seizoen. Nadien speelde ik niet veel meer en vorig seizoen werd ik uitgeleend aan Vitesse Arnhem. Dan riep Ajax me terug en twee weken later scoorde ik opnieuw, in de wedstrijd op Heerenveen die we met 0-3 wonnen.”

In Nederland staat Tom De Mul te boek als een typische flankaanvaller. “Bij de beloften heb ik soms op links gespeeld en dat lukt me ook wel. Wat ik absoluut niet voor mezelf zie zitten, is de positie van centrumspits. Maar dat men in België weinig vleugelaanvallers vindt, is een gevolg van het systeem. In België wordt meestal 4-4-2 gespeeld, terwijl in Nederland de 4-3-3 frequenter voorkomt.”

Het gaat goed met Tom De Mul. “Tegenwoordig speel ik veel. Meestal word ik na ongeveer een uur vervangen omdat ik alles heb gegeven. Ik mis nog kracht en uithouding. Maar daar werk ik hard aan. Dit jaar zou het jaar van mijn definitieve doorbraak moeten worden.”

Vijf jaar voetbalt hij in Nederland, intussen heeft Tom De Mul ook Ajax wel enigszins zien veranderen. De stijl is gebleven, dat wel. Maar vroeger was de club beroemd om de spelers van eigen kweek. Tegenwoordig wemelt het ook bij Ajax van de buitenlandse voetballers. Tom De Mul heeft er wel begrip voor. “Wat wil je ? De goede Nederlandse voetballers zijn vlug te goed voor Nederland en wijken uit naar Europese topclubs. Dat is trouwens ook mijn ambitie.”

Tegen Zulte Waregem

De coach van Ajax zal jonge elementen als Tom De Mul wel met beide voeten op de grond houden. ” Henk ten Cate is zeer streng, en vooral voor zijn jonge spelers. Maar hij heeft het goed met ons voor. Ik luister ook veel naar het advies van de oudere spelers. Van Jaap Stam bijvoorbeeld. Een monument, en nog altijd bijzonder belangrijk voor de ploeg. Misschien is Jaap wel de enige onvervangbare speler van Ajax van dit moment.”

Maar het grote idool van Tom De Mul is en blijft Ronaldo. “Jammer dat hij niet meer de voetballer is die hij ooit is geweest. Ik heb ook veel bewondering voor Robinho, Cristiano Ronaldo en Arjen Robben. Allemaal flankvoetballers. Allemaal met een spectaculaire individuele actie in de benen. Het zijn spelers van wie je veel kan leren, gewoon al door naar ze te kijken.”

Kijken, leren. Maar ook : spelen. Tom De Mul over zijn ambities op de korte termijn : “Ik wil zoveel mogelijk wedstrijden spelen met Ajax. De concurrentie bij Ajax is messcherp, je kunt je geen mindere periode veroorloven. Ik hoop dat ik dit seizoen met Ajax de titel kan vieren. Daarvoor zullen we met PSV Eindhoven en met AZ Alkmaar moeten afrekenen. Dat PSV zich al na vier speeldagen met zekerheid kon kwalificeren voor de achtste finales van de Champions League, bewijst de waarde van deze ploeg. Ik ben al eens kampioen geworden met Ajax, maar dat seizoen speelde ik weinig mee. Mochten we dit seizoen de titel weer pakken, dan zou dat een ander gevoel geven. Ook deelnemen aan de Champions League staat op mijn verlanglijstje. Helaas werden we dit seizoen uitgeschakeld door FC Kopenhagen, terwijl we nochtans in Denemarken hadden gewonnen. Ik was er tegen Kopenhagen telkens niet bij, maar als ik op televisie Kopenhagen bezig zie tegen, bijvoorbeeld Manchester United, dan denk ik altijd : die hebben onze plaats afgepakt. We moeten nu vrede nemen met de UEFA Cup. Een pak minder prestigieus dan de Champions League. Maar stel dat je in de halve finale of in de finale geraakt … ?”

Woensdagavond speelt hij met Ajax tegen Zulte Waregem : “Het is de eerste keer dat ik voor een officiële competitie tegen een Belgische ploeg speel.”

Het WK van 2010

Natuurlijk lonkt Tom De Mul ook naar de nationale ploeg. “Zodra ik een stamplaats in het team van Ajax heb afgedwongen, vind ik het normaal dat ik in aanmerking kom voor een selectie”, klinkt het zelfbewust maar geef Tom De Mul eens ongelijk. Zijn ploegmaat Thomas Vermaelen is Rode Duivel en zit bij Ajax geregeld op de bank. En zelfs Philippe Léonard, de man die hij op Feyenoord een half uur lang alle kleuren van de regenboog liet zien, is international.

In 2007 nemen de Belgische beloften deel aan de eindronde van het EK. Tom De Mul kijkt ernaar uit. “Vooral omdat de competitie zich in Nederland afspeelt en omdat het mijn eerste grote internationale competitie is. De vorige keren was ofwel België niet gekwalificeerd, ofwel ik niet geselecteerd.”

Een vreemde eend in de bijt voelt hij zich bij de beloften niet. Hij weet er zich omringd door nog wel meer jongens die in Nederland voetballen. Waarom wijken er zoveel jonge Belgische voetballers naar Nederland uit ? “Omdat ze in Nederland veel kansen krijgen”, antwoordt De Mul. “In België blijft het voor jong talent moeilijk om door te breken.”

Trouwens, ook voor de nationale A-ploeg vist bondscoach René Vandereycken gretig in de vijver van de Nederlandse eredivisie. Spelers die Tom De Mul goed kent, te beginnen bij zijn ploegmaat Vermaelen. “Bij Ajax speelt hij soms op de linksback, maar ik denk dat hij zich beter op zijn gemak voelt als centrale verdediger.” En Moussa Dembele. “Het is er in de nationale ploeg misschien nog niet helemaal uitgekomen, maar het is een groot talent. Je moet hem alleen tijd gunnen. Ik denk dat een generatie goede jonge voetballers de neus aan het venster steekt. Mocht België zich niet kunnen plaatsen voor het EK 2008, dan geloof ik dat je met die generatie naar het WK van 2010 kan mikken.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content