Na zeven seizoenen houdt Stefaan Tanghe het voor bekeken in Nederland, maar niet zonder er een stevige reputatie achter te laten. ‘In het begin vergeleken we hem met Dennis Bergkamp.’

Toegegeven, Peter Wekking, journalist van Voetbal International en steller van de hiernaast staande quote, nuanceert meteen zichzelf. “Wellicht kwam er toen wat wishful thinking aan te pas, omdat we de spelstijl van Bergkamp zo hard misten”, zegt hij. “Later hebben we dat beeld bijgesteld. Tanghe was een hele goede speler bij een subtopper als Utrecht, maar het is geen toeval dat hij nooit een stap hoger heeft gezet. Maar hij heeft wel dat dartele en de lichtvoetigheid die ook Bergkamp had. Tanghe is een echte voetballer. Op zijn specifieke kwaliteiten is in de loop der jaren maar weinig sleet gekomen, voor Roeselare lijkt hij me daarom een degelijke versterking te zijn. Ook dat deelt hij met Bergkamp : die speelde op zijn 37ste ook nog steeds op een heel degelijk niveau.”

Neusje voor de goal

Zijn beste seizoenen speelde Tanghe (geboren op 15 januari 1972) bij Utrecht onder trainer Foeke Booy. De Fries vindt de vergelijking met Bergkamp niet opgaan. “Ik zie maar weinig raakvlakken tussen de beide spelers. Ja, ze kunnen beiden niet goed koppen, dat wel. Maar Dennis was toch meer een pure aanvaller, een afwerker. Stefaan had wel een neusje voor de goal, maar was meer de verbindingsman tussen middenveld en aanval. Waar ik het wel mee eens ben, is dat hij voor Roeselare een goeie aanwinst zal zijn. Hans Galjé (sportief manager van Roeselare, nvdr) informeerde bij me naar de kwaliteiten van Stefaan en ik heb hem een positief advies gegeven. Hij is tactisch en technisch heel sterk, heeft een hele goeie eerste aanname en blijft altijd baas over de bal. Bovendien kiest hij op de juiste momenten de diepte.”

Of Tanghe het met die kwaliteiten ook bij een Nederlandse topclub had kunnen waarmaken, daarover verschillen de journalist en de trainer van mening. “Voor de echte top komt hij volgens mij op alle vlakken een beetje te kort, maar het meest opvallend is wel zijn beperkte explosiviteit”, zo oordeelt Wekking. Booy is dan weer minder kritisch. “Ik durf me daar eigenlijk niet over uit te spreken. Om zijn slaagkansen bij een topclub te beoordelen zou je hem in die situatie aan het werk moeten zien. Ik wil niet bij voorbaat zeggen dat hij het niet kon maken. Er is lange tijd sprake geweest van Club Brugge, maar blijkbaar heeft die club het uiteindelijk niet aangedurfd om hem te halen.”

Ook over de karaktertrekken van Tanghe zijn de meningen verdeeld. Wekking omschrijft hem als “geen leiderstype, eerder een typisch vriendelijke en zachtmoedige Belg”, maar volgens Booy is dat beeld niet langer accuraat. “Hij is tijdens zijn loopbaan vernederlandst, leerde zijn mond open te doen. Hij is echt assertiever geworden. Ook als voetballer is hij in Nederland sterker geworden. Aanvankelijk had hij wat problemen met het tempo, maar dat pikte hij snel op. Ik kijk gewoon heel positief terug op onze samenwerking. Stefaan is een goeie kerel : hij verwacht het maximum van zijn omgeving omdat hij dat ook van zichzelf verwacht.”

Hangen en wurgen

Hoewel Booy niets dan lof heeft voor Tanghe, zette hij hem vorig seizoen wel op de bank. “Stefaan had wat problemen met zijn vormpeil”, verklaart de Utrechttrainer. “Wij hadden op dat moment ook een ruimere kern en dus meer keuzemogelijkheden. Bovendien is hij geen speler om op de bank te zitten. Hij heeft er te veel kwaliteiten voor, maar is ook geen speler die een hoog rendement kan halen uit een invalbeurtje van tien minuten. In de winterstop hebben we toen zijn situatie besproken en wegens zijn grote verdiensten voor de club hebben we hem toen een transfervrije status verleend.”

Tanghe vond onderdak bij Heracles Almelo, een ploeg uit de bodem van de Nederlandse Eredivisie. Geen goede keuze, zo vindt journalist Wekking. “Tanghe en Heracles zijn niet voor elkaar gemaakt, neen. Het is zo’n clubje van hangen en wurgen, een ploeg die de tegenstander vooral het voetballen wil beletten en daarom heel viriel speelt. Dat gaat hem niet zo goed af.”

Trainer bij Heracles is Ruud Brood. Hij gaat niet akkoord met de manier waarop Wekking de spelstijl van zijn team verwoordt. “Ik vind dat we net goed voetbal trachten te spelen. We hebben een jonge ploeg met talentvolle spelers. Wel waar is dat Stefaan nu in een team speelt dat vaker niet dan wel de bal heeft. Daarom denk ik ook wel dat hij beter tot zijn recht zou komen bij een team uit de subtop. Maar desondanks zijn we zeker tevreden over hem. Hij zou misschien vaker voor doel moeten kunnen verschijnen en zo zijn doelpuntentotaal wat opkrikken, maar hij heeft dit seizoen ook gewoon pech gehad. Ik herinner me een wedstrijd op Willem II waar hij twee keer alleen voor de keeper kwam en het niet afmaakte. Met ouder worden heeft hij weinig van zijn kwaliteiten ingeboet. Hij zegt wel eens dat hij nu wat meer rust nodig heeft, maar dat belet hem niet om degelijk te trainen. Zijn loopvermogen is altijd een troef geweest en dat blijft intact.”

“Voor ons is hij met zijn ervaring een bepalende speler”, vervolgt Brood. “Ik heb in ieder geval graag met hem samen-gewerkt. Stefaan is een fijne jongen, een echte teamspeler. Hij is rustig van aard, maar als iets hem niet bevalt, dan laat hij dat duidelijk blijken. Voor de echte top had hij wat brutaler moeten zijn. Er zijn topspelers waar hij voetbaltechnisch niet voor moet onderdoen, maar die wel het lef hebben om telkens die bal op te eisen. Toch geniet hij in Nederland aanzien als voetballer. Wanneer we met Heracles op bezoek gaan bij Utrecht, merk je dat de supporters hem daar niet vergeten zijn. Alle begrip voor zijn situatie, maar als trainer had ik hem gewoon heel graag een jaartje langer willen houden.” S

door Jan-Pieter De Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content