‘De werksituatie was voor iedereen onhoudbaar geworden’, zegt Glen De Boeck. ‘Zelf voelde ik mij aan handen en voeten gebonden. ‘ Thomas Buffel voetbalt inmiddels voor Racing Genk, maar de naweeën van zijn passage bij Cercle Brugge zijn voor de trainer nog altijd voelbaar.

Pas vorige week maandag, op speeldag 9, behaalde Cercle Brugge zijn eerste thuiszege. Het won toen met 1-0 van KV Mechelen dankzij een doelpunt dat gemaakt werd uit een onterecht gefloten strafschop. “Wij vragen ons zelf ook af waarom wij tot nu toe beter presteerden in uitwedstrijden”, zegt trainer-technisch directeur Glen De Boeck. “Is het te wijten aan de hogere verwachtingen van het publiek? Komt het door de druk die het vertrek van Thomas Buffel met zich meebracht? Hij groeide hier op en is ontzettend populair, veel volk was blij met zijn terugkeer, maar nu zijn er binnen Cercle Brugge mensen die vinden dat het mijn fout is dat hij alweer elders speelt en dat legt misschien ook een bepaalde belasting op de rest van de groep. In het stadion is er veel meer gemor dan andere jaren en op training hingen daags na de transfers op de laatste dag van de transferperiode spandoeken waar voor trainer en spelers geen leuke boodschappen op stonden.”

‘De Boeck is shit’ stond er onder meer op te lezen. Het is een opmerkelijke boodschap voor een trainer onder wiens leiding Cercle Brugge zich met een vierde en een negende plaats voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog twee opeenvolgende seizoenen in de eerste helft van de rangschikking kon plaatsen.

“Dit is de reactie van een paar individuen op onpopulaire beslissingen die je neemt. Als je aan spelers van het eigen nest raakt, reageert de entourage. Diezelfde reflex zorgde bijvoorbeeld ook voor ongenoegen toen in de derby een echte Bruggeling als Frederik Boi op de bank zat.

“Cercle Brugge is niet Antwerps, Limburgs en Brussels, maar helemaal Brugs en soms voel ik rond mij dat er daardoor zaken meespelen die in deze tijd niet meer zouden mogen meespelen. Zo wordt de komst van Hans Cornelis en Bernt Evens mij door sommigen niet in dank afgenomen omdat zij ooit voor Club Brugge voetbalden. Dit zijn emotionele reacties van enkelingen die weer even snel van gedacht kunnen veranderen. Zo was dat vroeger ook het geval met spelers die van Club kwamen, maar binnen de kortste keren door dezelfde mensen als idolen gekoesterd werden. Denk bijvoorbeeld maar aan Vital Borkelmans, Jimmy De Wulf en Sergiy Serebrennikov. Is dat een reden om opportuniteiten te laten schieten? Waarom zou de vereniging zich die beperking nog zelf opleggen? Op den duur moet je alleen nog jongens uit de eigen jeugd opstellen en hopen dat je in eerste blijft. Het voetbal is enorm veranderd. Als je wilt groeien, moet je durven het verleden los te laten en bepaalde beslissingen te nemen. Ik bekijk het nuchter en de beleidsverantwoordelijken doen dat ook, maar sommigen zien het anders en sturen andere signalen uit. Zo proberen ze een negatieve sfeer te creëren rond de trainer.

“Na de nederlaag tegen Germinal Beerschot kreeg ik vanuit de entourage de vraag: waarom Gombami op links en Nyoni op rechts en niet andersom zoals gewoonlijk? Ik legde uit dat het een welover-wogen tactische keuze was waar we op trainden en waar in de wedstrijd tot aan de mentale klap die het tegendoelpunt ons na een halfuur bezorgde ook het meeste gevaar uit voortkwam. Omdat de backs van Germinal Beerschot heel ver doordekken, hun man dus volgen in plaats van in hun zone te blijven verdedigen, besloten we ervoor te kiezen om ze mee te trekken naar binnen. Zo zouden hun centrale verdedigers man tegen man komen te staan tegen onze twee spitsen. Zo pakte Clement trouwens al snel geel voor een fout op Iachtchouk. De reden waarom we Gombami en Nyoni van kant wisselden, is dat ze dan met hun beste voet binnendoor kunnen komen. Iedereen die de eerste helft nog eens aandachtig bekijkt, zal tot dezelfde conclusie komen.”

Professionaliteit

Je drong in de zomer van 2008 aan op de komst van Thomas Buffel. Wat is er fout gelopen tussen jullie?

“De samenwerking tussen Thomas Buffel en mij was in beide richtingen óp. De werkomstandigheden waren zo moeilijk geworden dat de druk op mij, op de spelersgroep en op de vereniging steeds groter werd. Ook die op hemzelf was door het vertrek van Stijn De Smet alleen nog maar toegenomen. Iedereen dacht: nu is Thomas Buffel incontournable. Maar waarom? Bij mij is niemand zeker van zijn plaats, moet iedereen zich elke wedstrijd in vraag stellen en ik vind ook dat de tijd voorbij is dat een ploeg totaal in dienst van één speler moet spelen.

“Anderzijds was mijn grote schrik: als ik Thomas niet selecteer en het zit in het begin van de wedstrijd niet mee en het publiek begint zich tegen de ploeg te keren, wat dan? Ik weet hoe mijn groep in elkaar zit. Ik voelde dat een situatie waarin je niet meer kunt doen wat het beste is voor het functioneren van de spelersgroep niet leefbaar is. Ik voelde mij een trainer met handboeien aan.”

Bedoel je de uitspraak van managing director Yvan Vandamme in Sport/Voetbalmagazine dat als Thomas Buffel niet speelde hij een moeilijk te verantwoorden investering was?

“Ik wil daar geen polemiek over voeren. Alleen was de werksituatie zo geëvolueerd dat ik mij als trainer aan handen en voeten gebonden voelde. Dan kan je niet meer werken. Dat was een tijdbom die onder de groep lag. De avond voor de laatste transferdag vergaderden we nog en vroeg ik aan het bestuur of er een oplossing mogelijk was. Uiteindelijk deden we een budgettaire nuloperatie met Genk: Cornelis en Vossen kwamen, Buffel ging. Ik hoop dat Thomas er zichzelf als voetballer terugvindt. Volgens mij zit er meer in dan er hier is uitgekomen. Mijn staf deed alles wat mogelijk was om hem weer op zijn oude niveau terug te krijgen. Ik denk dat zijn entourage te veel druk op hem legde. Misschien is het goed dat hij uit het Brugse weg is.

“Ach, misschien verwachtte ik te veel van hem of strookte onze visie niet en was het gewoon geen goede match tussen ons. Voetbal is voor mij een sport waarin het individu opgaat in het collectief. Een voetballer moet in eerste instantie zelf voor de spiegel gaan staan en zich afvragen: doe ik er wel alles voor?”

Deed Thomas Buffel dat volgens jou niet?

“Dat weet alleen hijzelf, maar ik kreeg het gevoel van niet. Ik probeer gewoon altijd het maximum te halen uit mijn spelers en dat geldt niet alleen voor Thomas Buffel. Dezelfde gesprekken voerde ik met Stijn De Smet en nu gebeurt dat ook met Jelle Vossen. Ik weiger mee te gaan in de cultuur van: we zien wel wat eruit komt. Ik wil niet dat als die mannen 35 zijn, ze spijt krijgen dat ze niet alles uit hun mogelijkheden haalden en kunnen zeggen dat hun trainers hen daartoe onvoldoende stimuleerden. Ik wil dat ze nú beseffen hoe mooi hun job is, over hoeveel vrije tijd ze beschikken en hoe goed ze wel betaald worden, maar ook dat ze er verdomme heel veel voor moeten doen!

“Dat is ook de aanleiding geweest van het zogenaamde milkshake-incident met Bram Verbist dat door bepaalde journalisten gretig uit zijn context gehaald werd. Spelers mogen van mij na de wedstrijd een pint drinken en een bakje friet eten, maar ze moeten er wel voor zorgen dat ze in topvorm zijn. Dat is het minste wat ze kunnen doen!

“Als ik na het gelijkspel op Standard in de bus zeg dat de zeven spelers die op de bank zaten ’s anderendaags ’s avonds met de beloften moeten trainen, krijg ik als reactie: ‘Allee, trainer, wij moeten toch ’s avonds niet met de beloften trainen?!’ Dan zeg ik: ‘Maar jongens, jullie zijn profs!’ Bij Standard trainden ze nog een uur na de wedstrijd, gingen ze daarna op hotel en ’s ochtends stonden ze weer op het oefenveld. Dat is professionaliteit. Het is een gevecht dat ik alle dagen in alle geledingen van deze vereniging moet leveren, maar ik weiger dat niet te doen. Uiteindelijk gaat het alleen maar om het installeren van logica en het eisen van het maximum van iedereen.”

Respecteer je voldoende de eigenheid van het individu? Laat je bijvoorbeeld wel voldoende ruimte voor intuïtie van creatieve spelers als Stijn De Smet en Thomas Buffel?

“Denk je dat Iachtchouk van mij geen vrijheid krijgt? Hij is niet alleen in staat om in offensief opzicht het verschil te maken, maar schakelt bij balverlies ook om en brengt zo de ploeg niet in de problemen. Wat zegt de nieuwe trainer van AS Roma over Totti? Dat hij voorspelbaar is en bij balverlies niet meer meedoet en dat daardoor coach Spalletti is moeten vertrekken. Waarom? Omdat Totti heilig is. Voor mij is geen enkele speler heilig. Denk je dat iemand als Serebrennikov het leuk vindt om op de bank te zitten? Maar wat moet ik doen als hij zijn niveau niet meer haalt en Vidarsson staat te springen om te spelen? Ik weet dat het een onpopulaire beslissing is, maar het is een stap in het groeiproces van de spelers en van Cercle Brugge.”

Forceer je niet te veel? Cercle Brugge is Anderlecht niet en het is niet zeker dat het dat ooit zal worden.

“Qua budget en dus niveau van spelers niet, maar waarom zouden we op enkele nuances na niet dezelfde professionele manier van werken mogen eisen? Alleen zo kunnen we vooruitgang maken. Ik zie hier veel mannen die als ze op hun beste niveau spelen een plaats aan de top mogen ambiëren, maar waar het daar om draait, is: het volhouden, elke week opnieuw jezelf bewijzen en het maximum geven. Dat is topsport, het is een manier van leven. Kijk naar de moeilijkheden die Tom De Sutter momenteel bij Anderlecht ervaart.

“Ik loop al bijna 20 jaar mee in het profvoetbal, waarvan 13 seizoenen bij Anderlecht. Ondertussen weet ik wel hoe het eraan toegaat, denk ik. Neem ik altijd de juiste beslissingen? Neen. Ik maak ook fouten, absoluut. Maar dat wil niet zeggen dat ik mijn gedachtegoed moet weggooien. Ik denk dat Cercle Brugge de voorbije twee jaar en vier maanden op alle vlakken vooruit is gegaan. Niet alleen dankzij mij, maar toch mede dankzij mij.”

Top zes

Hoeveel kans maakt jouw ploeg om in de top zes te eindigen en dus deel te nemen aan play-off 1?

“Als ik zie wat wij brengen tegen Club Brugge en op Standard en dat we ook op Anderlecht geen mal figuur slaan, is mijn conclusie dat we een goede kans maken om mee te doen voor de zesde plaats, maar zo zijn er nog wel meer ploegen. Volgens mij wordt het een heel rare competitie: de nivellering zet zich voort, iedereen kan van iedereen winnen en verliezen en de omstandigheden zullen enorm bepalend zijn.”

Na de thuisnederlaag tegen AA Gent op de eerste speeldag legde je de nadruk op tekortkomingen van je rechtsback en je keeper bij de tegendoelpunten. Je zei toen dat als het niet zou veranderen het wel eens een moeilijk seizoen zou kunnen worden.

“Soms moet je mensen wakker maken.”

Op de tweede speeldag nam je een groot risico: uitgerekend op Anderlecht zette je met Jo Coppens een nog onervaren keeper van achttien jaar in de goal. Om aan te tonen: over een ander alternatief beschik ik niet?

“Misschien kreeg ik wat dat betreft niet wat ik wou, maar misschien waren de omstandigheden zo dat wat ik wou niet te halen was. Het argument van het bestuur was: als er een nieuwe keeper komt, dan blokkeer je Rubin Dantschotter en Jo Coppens. Ik kon mij daar wel in vinden. Toen gaf ik weer het vertrouwen aan Bram Verbist, maar hij deed er niet mee wat ik vond dat hij ermee moest doen. Ook omdat ik van Jo veel goede dingen zag, zeg je dan op een gegeven moment: stop! Tot nu toe kostte Jo ons nog geen punten, integendeel: op Moeskroen won hij er drie. Momenteel traint Bram weer heel scherp, maar onder meer zijn gewicht kan nog altijd beter en daar blijf ik op hameren. Dat is dan weer de moeilijke mens in Glen De Boeck.”

Voel je zelf nog voldoende steun?

“De voorzitter is een heel intelligente man met wie ik een uitstekende band onderhoud. Het is belangrijk voor mij dat hij laat blijken dat hij apprecieert wat ik voor Cercle Brugge doe. Ik ben mij ervan bewust dat er onder de twaalf leden van de raad van bestuur niet altijd eensgezindheid bestaat over het functioneren van Glen De Boeck, maar ik denk dat er van elke trainer in eerste voor- én tegenstanders te vinden zijn in het bestuur van de club waar hij werkt.”

Houdbaarheid

Ter gelegenheid van de wedstrijd tegen Germinal Beerschot was er een verzoeningsinitiatief tussen jou en bekende Cerclesupporter Jean-Pierre Van Rossem gepland, maar hij daagde niet op. Wat is er tussen jullie gebeurd?

“Dat weet ik niet. Ik sprak die man nog nooit. Ik hoor alleen dat hij in een column in Dag Allemaal schreef dat in Brugge de straten verbreed zullen moeten worden omdat Glen De Boeck zeven meter naast zijn schoenen loopt. Ik weet niet waarop hij zich baseert. Misschien moeten de straten in Brugge vooral verbreed worden voor gasten die met Ferrari’ s rijden die gekocht werden met het geld van mensen van wie ik hoop dat ze nog centen genoeg overhouden om schoenen te kopen waarmee ze in de straten van Brugge kunnen wandelen.”

Wordt het misschien stilaan tijd voor iets anders? Na het ontslag van Aimé Anthuenis bij Germinal Beerschot zou je belangstelling laten blijken hebben voor zijn opvolging.

“Ik hoorde zelfs al dat ik gesolliciteerd zou hebben. Ik begrijp dat wel, ik ken het wereldje ondertussen door en door en soms is het niet gemakkelijk om je erin staande te houden. Wie zich in de voetbalwereld beweegt, komt constant mensen tegen met wie over voetbal wordt gepraat. Is het omdat ik met een kennis bij Germinal Beerschot spreek over wat er in zijn club gebeurt, dat ik solliciteer?”

Het lijkt niet onwaarschijnlijk gezien je moeilijke werksituatie op dat moment in Brugge. Het budget van Germinal Beerschot is bovendien bijna twee keer zo groot, maar toch eindigde het de voorbije twee seizoenen na het Cercle van Glen De Boeck. Was dat geen mooie volgende stap geweest? Tenslotte staat er een opstapclausule in je contract. Wie had je tegengehouden?

“Zo ben ik niet. Als er echt interesse is, zoals vorig seizoen van Racing Genk, licht ik meteen de voorzitter in.”

Hoe zie je het vervolg van je carrière?

“Het is, denk ik, belangrijk om nu bij Cercle Brugge het bewijs te leveren dat de houdbaarheid van een trainer na twee jaar niet per definitie voorbij is.”

Begin mei zei je in Sport/Voetbalmagazine dat je met Cercle Brugge in onderhandeling was over een nieuw vijfjarig contract. Waarom is het bijna een halfjaar later nog altijd niet getekend?

“Uit het woord van de voorzitter blijkt dat hij nog lange tijd met mij verder wil, maar mij niet meer de mogelijkheid wil geven om te allen tijde te kunnen opstappen. Dat begrijp ik, daar discussieerden we over en nu zijn de advocaten van beide partijen erover in dialoog. Vind ik het leuk dat de ondertekening zo lang uitblijft? Neen. Maak ik mij daar druk om? Neen. Ik vind mijn weg wel.”

Ariël Jacobs gaf aan dat hij aan zijn laatste seizoen bezig is. Voelt Glen De Boeck zich al klaar voor Anderlecht?

“Wanneer ben je klaar voor een opdracht? Heel veel mensen plaatsten destijds vraagtekens bij mijn komst als hoofdtrainer naar Cercle Brugge, maar achteraf bekeken was dat het beste wat mij op dat moment kon overkomen. Zekerheden zijn er niet in het voetbal: je kunt goed werk leveren, maar garantie op succes is er nergens. Discussies zijn er altijd, maar wat vandaag waar is, is morgen achterhaald en overmorgen geldt alweer iets anders. Ik zou zeggen: wat komt komt en wat niet komt, blijft achterwege.”

door christian vandenabeelebeelden: jelle vermeersch

De samenwerking tussen Thomas Buffel en mij was in beide richtingen op.

Ik voelde mij een trainer met handboeien aan. Dat was een tijdbom die onder de spelersgroep lag.

Vind ik het leuk dat mijn contractverlenging zo lang uitblijft? Neen. Maak ik mij daar druk om? Neen. Ik vind mijn weg wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier