Tien maanden geleden stierf Fernand Goyvaerts, Belgiës eerste voetbalmakelaar. Renée Vandermeersch zet de zaak van haar man nu alleen voort. ‘Fernand was meer dan mijn partner. Het was precies al een andere dimensie.’

Het bandje is al gestopt met lopen als Renée Goy- vaerts (52), néeVandermeersch, me aankijkt en vraagt : “En u, gelooft u dat er iets is ?”

Twee uur lang hebben we gepraat over Fernand Goyvaerts, haar man die in april van vorig jaar overleed. Naast ons op de tafel staat zijn foto. Hij lacht. “Fernand”, zegt ze, “dacht wel dat er nog iets is en dat het er goed zou zijn. Dat kon voor hem niet anders. Zelf geloof ik dat ook wel een beetje, hoewel : niemand weet het eigenlijk. Ik denk dat ik er wat tussenin zit. Misschien geloof ik het wel omdat ik geloof dat Fernand mij nog altijd de kracht geeft om voort te doen. Maar of het echt zo is ? Het heeft allemaal te maken met energie, maar hoe dat precies in elkaar zit, weten we niet.”

Geen dag gaat voorbij of ze voelt zijn aanwezigheid. Soms, geeft ze toe, praat ze met hem. Overal in het huis staat zijn foto, met kaarsen ernaast. Foto’s van hen samen ook. En ze heeft een video van hun huwelijk waar ze geregeld naar kijkt. “Het is moeilijk uit te leggen hoe ik me voel. Ik kan niet triestig zijn omdat Fernand zo positief is – of was. Hij heeft me nooit een triest gevoel gegeven en dat doet hij nu ook niet. Maar ik mis hem wel. En toch zit ik niet met een leegte, er moet niks opgevuld worden. Eigenlijk ben ik alleen maar dankbaar dat ik hem heb mogen kennen.”

Toen ze elkaar ontmoetten, was hij al bijna veertig, zij veertien jaar jonger. Dat hij een van Belgiës bekendste voetballers was en voor Barcelona en Real Madrid had gespeeld, was haar volslagen onbekend. Sport stond buiten haar leefwereld. Goyvaerts, een regent lichamelijke opvoeding, was na zijn carrière in het onderwijs gestapt. Woonde in Brugge en gaf les in Roeselare, nadien in Moorslede. Dat was haar geboortedorp. Zij, een regentes Nederlands, Engels en Duits, woonde er nog bij haar ouders. Lesgeven deed ze in Waregem.

“Tot ik naar Moorslede moest. Alles heb ik eraan gedaan om niet naar die school te moeten. Mijn dorp was mijn dorp niet, ik wilde er absoluut niet naartoe. Maar mijn vader had betere connecties dan ik en op een dag in augustus 1977 viel de brief van mijn overplaatsing in de bus. Ik was in alle staten, maar stond machteloos. Als je dan bedenkt wat iemand als Fernand, met zo’n carrière achter de rug, deed in een dorp als Moorslede, besef je pas goed welke absurde situatie ons heeft samengebracht.”

De vonk sloeg gelijk over. Het kostte hem geen enkele moeite haar hart te veroveren, maar het duurde nog een jaar voor de relatie vorm kreeg. Hij was gehuwd, had twee kinderen ; zij stond op trouwen.

“Fernand heeft mij gered ( lacht). Ik was aan het aanmodderen, zoals velen waarschijnlijk. Je bent vier jaar samen en dan komen er van buiten af vragen, zoals : zouden jullie niet trouwen ? Alles was geregeld, maar buiten mij om. Ik had er niks mee te maken. Precies zoals het was gegaan bij het huwelijk van Fernand. Doordat hij op dat moment naar Barcelona ging, zijn daar toen verder niet veel vragen bij gesteld. De dag dat ik zei dat mijn huwelijk niet doorging, hebben mijn ouders me onmiddellijk gesteund. Pas later kwamen ze te weten dat het om Fernand ging.”

In 1979 namen ze allebei ontslag uit de school in Moorslede. Zij werd actrice bij het Arcatheater in Gent, hij voetbalmakelaar. Voor haar een droom. Het theater was altijd haar biotoop geweest : in een vorige school had ze ooit een toneelgroep voor leerkrachten opgericht. En ze had klassieke zang gedaan. Fernand, die – zoals het een goede scout betaamt – haar talent zag, vond dat ze de televisie moest proberen. Op een dag nam hij haar mee naar de toenmalige BRT, waar ze in de fichebak belandde. Na twee jaar besliste ze om ermee te kappen. “Ik stond voor de keuze : ofwel bouwde ik een eigen carrière uit, ofwel bleef ik dicht bij Fernand. Ik ben teruggekeerd naar het onderwijs en heb nog vijf jaar lesgegeven. Ik heb daar nooit spijt van gehad.

“Fernand had me van bij het begin gezegd : ik wil voetbalmakelaar worden. Voetbal was zijn leven, dat voelde ik, zonder dat ik wist wat het allemaal inhield. In 1979 hebben we samen Govan Sports opgestart. Fernand vond het een mooie naam : ‘Go’ van Goy- vaerts en ‘van’ van Vandermeersch. Ik gaf les en ging ondertussen overal met hem mee. In feite was dat mijn opleiding. Op een bepaald moment werd het te veel : ik sliep nog amper en raakte uitgeput. Ik heb toen alle mogelijkheden aangeboord, van loopbaanonderbreking tot verlof zonder wedde, met in het achterhoofd : je weet maar nooit. Maar ik ben nooit meer naar het onderwijs teruggekeerd. Ik heb me erin gegooid en we zijn samen de weg gegaan.”

Het heeft haar nooit tegengestaan. “In het begin trokken de mensen wel grote ogen, ook omdat Fernand daar ineens met een nieuwe vrouw stond. Ik had lange donkere haren en ze dachten dat hij met een Spaanse was teruggekeerd ( lacht). Maar vanaf het moment dat ik aanvaard ben als zijn partner, is er nooit een probleem geweest. Ik heb geen enkele negatieve herinnering. Dat pleit alleen maar voor jullie, mannen, hé ? ( Lacht.) Natuurlijk heeft het voetbalmilieu zijn minder aangename kanten, maar die vind je overal. Elk ‘wereldje’ maakt uiteindelijk deel uit van dé wereld. En ik weet dat die wereld niet zo ideaal is ( glimlacht).

“Fernand was iemand die altijd het beste uit mensen probeerde te halen. Die gave had hij. Ik heb mij nooit op de achtergrond geduwd gevoeld. Integendeel, het was ikzelf die me steeds op de achtergrond zette. Bij hem was er geen baas : iedereen stond op dezelfde hoogte als hij. Dat heeft hij ook met mij gedaan : hij beschouwde mij als gelijkwaardig. Op het laatst liet hij mij zelfs meer en meer de zaken doen. Clubs hebben daar nooit een probleem van gemaakt.”

Hij genoot van het leven. “Fernand was een en al passie en gedrevenheid. Een werker die zich helemaal gaf voor het voetbal, maar ook een levensgenieter. Dat was een mens die zéér gelukkig was dat hij ooit geboren was. Het leven was voor hem iets fantastisch. Kijk naar die foto : hij stráált het geluk gewoon uit. Weet je, hij zag de mensen heel graag. Hij zag mij graag, dat weet ik, maar hij zou jou ook heel graag zien, mocht je hier nu met hem hebben gezeten. Hij zou daarvan genoten hebben. Fernand was gewoon geboren om graag te zien en graag gezien te worden. Misschien op het randje van naïef, dat kan, maar voor mij was hij volmaakt. Op alle vlakken.

“Hij was ook een ongelooflijke charmeur, zowel naar mannen als naar vrouwen. Hij embrasseerde ze allemaal. Waarschijnlijk waren er wel vrouwen die dan dachten dat er meer was, maar hij hield gewoon van de mensen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik ik-weet-niet-wat moest doen om hem voor mij te houden. Ik zou dat ook niet doen. Als je je niet honderd procent goed voelt of de behoefte hebt om bij anderen te zijn, heeft dat geen zin.”

Toen hij overleed, was er even twijfel of ze door zou gaan. Inmiddels is ze de allereerste vrouwelijke erkende makelaar in België. Geen manier om dichter bij haar man te zijn dan door zijn werk voort te zetten. Ze lacht : “Tuurlijk, maar ik doe het ook graag. Er komt veel bij kijken dat mij ligt, zoals omgaan met jonge mensen. En door de relaties van Fernand ken ik mensen in het buitenland, wat mij toelaat mijn talen te gebruiken. Bovendien houd ik vast aan de mensen die ik ken, omdat het goéie mensen zijn. Dat contact wilde ik niet verliezen.”

Zijn dood kwam onverwacht. Hij herstelde goed van een eerste hersenbloeding, negen maanden voordien. “Hij was helder van geest, we konden blijven praten. Zijn linkerkant was verlamd, maar alles keerde goed terug. Hij stapte al aan een arm, zonder toestellen. Twee keer was hij zelfs zelf opgestaan en had hij een paar stappen gezet. Voor mij was dat een mirakel, ik heb het zelfs gefotografeerd. Zijn wilskracht was ongelooflijk, hij was ervan overtuigd dat het ging lukken. Tot hij op een morgen, rond een uur of zeven, last kreeg. Terwijl ik hem rechttrok, kreeg hij zinderingen door zijn lichaam en ik wist dat ik hem kwijt was. Hij viel in een coma, drie dagen later was het voorbij. Voor mij totaal onverwacht. Ik had er geen moment bij stilgestaan dat ik hem na negen maanden kwijt zou zijn.”

Al die tijd had ze hem niet willen belasten met de aanklacht van mensenhandel die al sinds 1999 tegen hen liep (en waar ze tot op vandaag geen definitieve uitspraak van heeft vernomen). De beschuldigingen kwamen van een Nigeriaanse en een Braziliaanse voetballer. In een Braziliaans parlementsrapport viel zijn naam. Senator Jean-Marie Dedecker beet zich erin vast. “Voor Fernand was dit een maat te veel. Hij die zelf altijd zei als ik een probleem had : ‘Je moet daar boven staan’, ging eraan ten onder. Ze moesten hem hebben. Dedecker noemde hem altijd ‘de mensenhandelaar Goyvaerts’. Zonder dat er iets was, kreeg Fernand de naam een mensenhandelaar te zijn. Dat heeft hem ziek gemaakt. Letterlijk, fysiek ziek. Als hij verhoord moest worden, bracht ik hem naar de politie in Brugge want zelf was hij niet in staat om te rijden. Na zo’n verhoor verkeerde hij vaak ook in ademnood. Ik heb altijd gedacht dat Fernand zou sterven aan een hartaanval.”

Het werd een hersenbloeding. “De aders waren verzwakt. Ik ben ervan overtuigd dat zoiets ook komt door wat je emotioneel hebt meegemaakt. Ik zeg niet dat het door die mensenhandel komt, maar het heeft hem toch ziek gemaakt. Hij kon daar niet over.”

In 2000 waren ze getrouwd. “We wilden dat toen echt graag, ook om bepaalde zaken naar elkaar toe in orde te brengen.” Het contact met de twee kinderen uit zijn eerste huwelijk verliep stroef. Ze zagen elkaar weinig, zijn kleinkinderen kenden hem amper. Ook daar leed hij onder. “Wij hebben altijd sámen contact gehad, of samen géén contact. Zij kwamen wel, maar goed is het nooit echt geweest. Tot de dag van vandaag weet ik nog altijd niet waarom.”

Ze is tweeënvijftig nu. Een karaktervolle vrouw. Ze lacht. “Ik ben zo geboren. Ik ben wie ik ben en doe de dingen waarvan ik denk dat ik ze kan. Ik begin ook niet aan iets als ik me er niet goed bij voel. Mensen krijgen van mij wat ik ben. Valt dat niet mee, kan ik daar ook niet aan doen. Ik ga daar geen drama van maken : je kunt niet door iedereen graag gezien worden. Ik denk dat ik weet wie ik ben, met mijn kleine kanten.”

Ze vertelt nog hoe ze onlangs met yoga is begonnen. En dat ze al dertig jaar met macrobiotiek bezig is. Zeven jaar geleden begon hij mee te doen. Ze aten zoveel mogelijk vegetarisch, leefden één jaar lang zelfs veganistisch. Dat betekent : niets eten wat van het dier komt. Geen vlees uiteraard, maar evenmin eieren, melk en kaas. Wel veel groenten, fruit, bonen, granen en ’s morgens havermout met water. “Ik heb nu koffie gezet, maar normaal drink ik Japanse groene thee. Soms drink ik nog een glas wijn, maar doordat je het steeds minder doet, heb je er ook minder behoefte aan. Fernand was een genieter, maar geen grote drinker. Hij voelde zich hier goed bij. Blijkbaar was hij in een fase gekomen in zijn leven dat hij voelde dat dit nodig was.”

Praten over hem valt haar niet moeilijk. “Fernand was voor mij meer dan een partner. Het was precies al een andere dimensie. De manier waarop we elkaar hebben leren kennen, vond ik al niet normaal. En als je ziet wat die man in zich had, hoe hij de kunst beheerste om het beste uit een ander te halen, dan kan ik alleen maar dankbaar zijn dat die mens op mijn weg is gepasseerd.”

Het lijkt wel een sprookje. “Voor mij ís het een sprookje. Dat klinkt misschien niet werelds, maar er is geen woord van overdreven. Voor mij was dit de grote liefde. Iets dat heel ver gaat. Ik hoop dat veel mensen dit mogen meemaken.”

door Jan Hauspie

‘Het klinkt niet werelds, maar voor mij was dit de grote liefde. Iets dat heel ver gaat.’

‘De zaak van die mensenhandel heeft hem ziek gemaakt. Letterlijk ziek.’

‘Fernand beheerste de kunst om het beste uit een ander te halen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content