Met een fantastische goal tegen Brussels gaf de voormalige topschutter van Rode Ster Belgrado dan toch zijn visitekaartje af. Eindelijk een antwoord op de vele twijfels.

Niemand zal de politieke debatten in de Skouptchina, het Servische Parlement in Belgrado, onderbroken hebben voor een bespreking van de magistrale lob van Dusan Djokic, waarmee de kale spits doelman Patrick Nys van Brussels te grazen nam. Maar ergens dicht bij het stadion van zijn vroegere club Rode Ster zal de slivovitsj, een pruimenbrandewijn, wel rijkelijk gevloeid hebben om zijn eerste goal in de Jupiler League te vieren.

Plaatsing, aandacht voor de goal en concentratie om dan in één oogopslag een technisch perfect uitgevoerde lob met de volmaakte dosering te trappen, zijn doelpunt tegen Brussels had het allemaal. Voor Djokic, die de hele wedstrijd bleef zwoegen, hoogtes afwisselend met laagtes, was het een beloning. Elke match cijfert hij zich weg voor het teambelang. Hij loopt, werkt, beult zich af, trekt gaten en vergeet zichzelf. Deze goal moet een verlossing zijn voor een speler die het moeilijk had om het doel te vinden. De negende speeldag blijft bij deze aimabele speler op het netvlies gebrand. Zijn vriendelijke lach heeft alle Brugse harten veroverd.

“Ik kom van Rode Ster, waar men je leert om niets te laten liggen”, legt Djokic uit. “Daar had ik ook last van dipjes, maar je leert het meest in moeilijke omstandigheden. Je moet relativeren en verder trainen. Ik ben geen type dat zich snel laat ontmoedigen want ik weet dat het vlug kan keren. Het zorgt wel voor irritatie, zeker omdat een eerste indruk blijvend is voor sommige supporters en de media. In ons beroep zijn deze moeilijkheden vooral voor een jonge speler zeer zwaar. Ik kan dat al gemakkelijker relativeren. Bovendien kon ik steeds rekenen op de steun van al mijn ploegmakkers en de technische staf. Dat deed deugd. Hoewel ik moeite had met de afwerking, had ik al snel door dat het Belgische voetbal me op het lijf geschreven is. Mijn agent, Robert Spehar (ooit zelf spits bij Club Brugge en Standard in de jaren negentig), heeft zich niet vergist. Ik heb misschien wat tijd nodig om me aan te passen want aanvallers zakken hier dieper terug dan in Servië. Én er is nog een detail dat voor problemen zorgt : het gras is korter dan in mijn vaderland. Dat betekent dat de balcirculatie sneller gaat. Het lijkt misschien iets onbeduidends, maar dat is het niet. Ook de stilstaande fases zijn heel belangrijk. Op dit moment heb ik me aangepast aan deze kleine verschillen.”

Werkpaard uit de Servische vlakten

Djokic vergelijken met Bosko Balaban, die verkaste naar Dinamo Zagreb, is een onmogelijke opgave. Hun speelstijl en persoonlijkheid verschillen dan ook als dag en nacht. Balaban is een solist. Hij groeide op aan zee, nabij Rijeka, en leek soms wel een beach boy. Met de zon boven de Adriatische zee had hij de golven maar voor het uitkiezen als hij zin had om te surfen. Zoiets lijkt fantastisch, maar zijn sterallures zorgden vaak voor irritaties op het veld. Geboren op de Servische vlakte is Djokic van nature uit meer bescheiden. Hij zet zijn imago niet op de eerste plaats en houdt zich vooral bezig met zijn werk en zijn familie. Zijn gezin verhuisde mee naar Brugge. Vrouwlief Zagorka heeft haar handen meer dan vol aan hun twee zonen, Mihajlo (5 jaar) en Lazar (2 jaar).

Hoewel de vergelijking dus niet opgaat, konden de twee het goed met elkaar vinden. Djokic : “Ik weet wat Bosko betekende voor Brugge. Vanaf mijn aankomst op de club heeft hij me begeleid, net als Ivan Leko. Hij hielp me om de specifieke kenmerken van het Belgische voetbal te doorgronden. Op het veld voelde ik me goed met hem. Er waren geen problemen. De club koos echter voor een andere koers. Bosko is vertrokken, Wesley Sonck kwam in de plaats. Ik ben hier om mijn ploeggenoten zoveel mogelijk te helpen. Wie naast me staat, maakt voor mij niets uit. Ik vind dat Club Brugge over een zeer sterk offensief arsenaal beschikt. Met Wesley, François Sterchele, Ibrahim Salou en mezelf, is de club meer dan gewapend. Drie nieuwe spitsen : dat heeft tijd nodig. Maar eens de motor gesmeerd loopt, zal deze aanval absoluut niemand moeten vrezen.”

Geen plaats op het kerkhof

De zoektocht van Jacky Mathijssen naar de juiste tactiek duurt evenwel langer dan voorzien. De Limburger heeft voor zichzelf een duidelijke missie gepland : de Brugse ziel hervinden en de Britse stijl terugbrengen die Club aan zijn reputatie verplicht is. Het stadion van het Venetië van het Noorden is nooit de Scala van Milaan geweest, eerder een tempel van voetbalrock-‘n-roll. Het heeft elektrische gitaren nodig met kabaal en voetballers die alles geven op het podium. Mathijssen krijgt zijn instrumenten vooralsnog niet gestemd. Er zitten nog valse noten tussen, zoals tegen Standard, waar Brugge vergat aan te vallen. Eén eenzame aanvaller in de hel van Standard, het getuigt van een trieste armoede. Er is nog geen spoor van de traditie in een van de slechtste seizoensstarts in de geschiedenis van de club.

Na de wanprestatie en de Europese uitschakeling tegen Brann Bergen schreef Het Laatste Nieuws : “Normaal tekent dit het doodvonnis van de coach, maar het Brugse kerkhof ligt al vol na de executie van Jan Ceulemans, de moord op Emilio Ferrera en de euthanasie van Cedomir Janevski. Er is geen plaats meer voor Mathijssen.” De Vlaamse Mourinho kreeg spontaan koude rillingen. De gewaardeerde kennersblik van Wim De Coninck stelt dat Djokic, als zwoegende knokker, te vroeg afgeschreven werd. Sportdirecteur Luc Devroe eist een onmiddellijke rechtzetting. Tegen Brussels stelt Mathijssen eindelijk drie aanvallers op : Djokic, Sterchele en Sonck. Ondanks alles staat zijn ploeg tweede in het klassement.

“Ik heb geen voorkeur voor een tactische formule”, verzekert Djokic. “Ik ben een aanvaller en ik pas me aan. Ik ben complementair. Er is voetbalintelligentie, snelheid en kracht. We hebben veel talent, dat is wat telt. Net als de hele ploeg ga ook ik vooruit. Ik ben niet bang : de groep heeft alles om uit te blinken. Stress ? Daar kan ik mee omgaan. Bij Rode Ster hebben de supporters én het bestuur slechts één ambitie : winnen. Ik heb in Servië twee keer de dubbel gewonnen. Ik ben naar België gekomen om mijn palmares aan te vullen. Als ik de progressie zie van Milan Jova-novic, die bij Standard zijn carrière een nieuwe boost gaf, dan ben ik er zeker van dat ik goed zit.” S

door pierre bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content