Bij de mannen praten ze er al twintig jaar over, de vrouwen doen het gewoon. Ajax, PSV, Anderlecht en Standard kampen straks om de allereerste BeNe League. Een koerswijziging die grote gevolgen kan hebben voor de toekomst van het Europese voetbal.

Dit is ongezien in Europa”, legt Steven Martens, CEO van de KBVB uit. “Er zijn al wel Baltische en Scandinavische competities geweest, maar daar ging het nooit om de tickets voor Europees voetbal.” Tot voor kort stootte elk initiatief voor een supranationale liga op een njet uit Nyon. Nu wil de UEFA toch onderzoeken of er door over de grenzen te kijken aantrekkelijker competities ontstaan. “Hun oog is op ons gevallen door de korte afstanden en de culturele affiniteit tussen beide landen. Deze BeNe League is het enige toegelaten pilootproject. We worden de komende drie jaar dan ook nauw opgevolgd door de UEFA”, zegt Martens. Het is een welkome impuls voor een sport die in de lage landen nog steeds moet vechten voor haar bestaan. “Deze nieuwe wind komt niets te vroeg. Het was nu of nooit”, zegt Ingrid Vanherle, manager van de BeNe League.

Uit de nood geboren

In beide landen leefde het gevoel dat de competitie achteruit kachelde. Het vrouwenvoetbal was in België lange tijd de laatste van de zorgen van de bond. Er lagen plannen om eerste klasse in te krimpen, maar dat kwam er nooit van. Gevolg: een gigantisch klassenverschil tussen de kop en de staart van de rangschikking. “Eén keer winnen met 10-0 is leuk, maar na een tijd is de lol er echt wel af”, zegt Rode Duivelin Lorca Van De Putte.

Was er in België sprake van stagnatie, dan werd er in Nederland vooral vruchteloos geëxperimenteerd. “Het probleem was dat we er geen regelmaat in kregen”, zegt Jan Willem van Dop, die als toenmalig voorzitter van FC Utrecht nauw betrokken was bij de Eredivisie. “Nu eens hadden we zes ploegen, dan weer zeven of acht. Er was ook een proeffase met een draft zoals in de grote sporten in de VS, waarbij de grootste talenten naar de laagst gerangschikte teams gaan. Maar ook daar zijn we weer van afgestapt.” Bovendien klauwde ook in Nederland de crisis om zich heen. Vorig jaar haakten drie van de acht clubs in de Eredivisie af om financiële redenen.

Nederland stond dus met de rug tegen de muur, in België was er met het aantreden van Steven Martens bij de KBVB een nieuw elan rond het vrouwenvoetbal. Dat alles maakt dat de kaarten er nooit zo goed voor lagen. Het beslissende duwtje kwam er na een studie, zegt Jan Willem van Dop, die de opstartfase van de BeNe League in goede banen moet leiden. “Uit die studie bleek dat we met zestien ploegen perfect tot een leefbare competitie in beide landen konden komen. Daarna bleek dat de UEFA ons wilde steunen. Toen we ook Ajax en PSV over de streep konden trekken, is het geloof echt beginnen te groeien.”

Uitstraling

Ook met Feyenoord werd gesproken, maar de Rotterdammers haakten uiteindelijk af. De toezegging van Ajax en PSV blijkt alleszins een enorme troef om de BeNe League op de markt te gooien, zegt manager Ingrid Vanherle: “Het was lang ploeteren om aandacht te krijgen. Nu kom je met een nieuw concept, waar mensen benieuwd naar zijn. Daarbovenop heb je de uitstraling van die toppers. Een affiche Ajax-Anderlecht is voor sponsors veel aantrekkelijker dan pakweg Tienen-VVV.”

Daar komt nog bij dat alle clubs erin hebben toegestemd om voor een deel hun rechten af te staan, vertelt Jan Willem van Dop. “Daardoor mogen wij als BeNe League naar sponsors trekken met hun merk- en beeldrechten. Uiteraard moet het dan wel gaan om sponsoring die strookt met de waarden van die clubs. Maar zo stroomt er dus geld binnen in de hele competitie.” Hoe komt het eigenlijk dat Ajax en PSV na jarenlange afwezigheid plots met een vrouwenploeg voor de dag komen? “Hun toetreding komt uiteraard niet uit de lucht gevallen. Er is flink wat lobbywerk aan voorafgegaan”, bevestigt Steven Martens.

De blijde intrede zorgde anderzijds wel voor wrevel bij de bestaande ploegen. Nederlands titelhouder ADO Den Haag reageerde giftig op een persbericht dat de Bene League in de kijker moest zetten. Daarin werden Ajax en PSV vernoemd zonder ooit een bal te hebben getrapt, maar werd de landskampioen over het hoofd gezien. Minder onschuldig waren de gevolgen voor FC Den Bosch, dat uit de boot viel, en voor het Limburgse VVV. Dat haalde vorig jaar nog de bekerfinale, maar moest nu toezien hoe de selectie leeggeroofd werd door PSV. Directeur Hans Soentjens: “PSV moest op tien dagen aan een ploeg zien te raken. Toen is een circus op gang gekomen waarbij PSV acht van onze speelsters benaderd heeft. Daardoor kwam onze werking zwaar onder druk te staan.” VVV besloot de stekker er dan maar uit te trekken. Volgens het persbericht gebeurde het stopzetten ‘in goed overleg’ tussen alle betrokken partijen. “Ofwel probeer je tegen de stroom in te roeien met kwalitatief mindere speelsters, ofwel probeer je een regeling te treffen. Wij hebben voor dat laatste gekozen.”

Ook bij ons sneuvelden vertrouwde namen als KSK Heist en Eva’s Tienen. Het grootste drama voltrok zich in het Waasland. Sinaai Girls kreeg geen subsidie los van de stad Sint-Niklaas, waardoor de fusie met Waasland-Beveren werd afgeblazen. Zo zal de winnaar van drie van de laatste vier bekers er niet bij zijn.

Gezonde spanning

Een gezond gevoel van spanning overheerst bij de speelsters, vertelt Lorca Van De Putte. Na vijf jaar bij het Nederlandse FC Twente komt ze volgend jaar uit voor RSC Anderlecht. “Zowel in België als in Nederland zijn speelsters enorm nieuwsgierig naar wat er komen gaat. Vooral het hogere niveau spreekt aan. In België is er wel wat bezorgdheid om de verre verplaatsingen. Het probleem is dat ze in Nederland vooral op vrijdag spelen en dat veel speelsters bij ons werken. Dan zouden ze telkens een dag vrijaf moeten nemen.” Ingrid Vanherle nuanceert: “Met deze kalender kan het hoogstens drie keer voorvallen dat ze op een vrijdag naar Nederland moeten. Maar het klopt wel dat ze in Nederland de gewoonte hebben op vrijdagavond te spelen en bij ons op zaterdagnamiddag. Daar moet nog overeenstemming over komen.”

Het is niet de enige kinderziekte, vertelt Jan Willem van Dop. “We hebben zitten schaven aan een nieuw reglement. In de eerste ronde speelt elk land nog met de eigen tuchtregels, daarna gelden die van de BeNe League. Iets wat we zelf niet in de hand hebben, is dat er – in tegenstelling tot bij de mannen – geen opleidingsvergoeding voorzien is voor meisjes die van club veranderen. Daar hebben de clubs onderling een herenakkoord over gesloten.”

En hoe liggen de sportieve verhoudingen? “In Nederland zijn er 130.000 speelsters, in België 25.000. Ook de budgetten liggen hoger in Nederland, met uitschieters tot 600.000 euro. Die cijfers liegen natuurlijk niet,” zegt Van Dop, “maar uit de oefenduels blijkt wel dat de kloof kleiner is dan vroeger.” Bondscoach Ives Serneels deelt die mening: “Het is natuurlijk maar één wedstrijd, maar vorig jaar heeft Standard toch vrij gemakkelijk de maat genomen van FC Twente in de Bene SuperCup. Ik verwacht dat zeker Standard en Anderlecht hun voet naast die Nederlandse teams zullen zetten.”

Eigen identiteit

“Alles is nieuw”, zegt Vanherle, “en dus zullen we alles zelf moeten uitzoeken.” Een discussie die leeft: laat je vrouwenteams opdraven vóór de wedstrijd van de mannen, of koppel je de twee volledig los? Roland Duchâtelet wil die eerste weg bewandelen met de vrouwen van Standard. Ingrid Vanherle ziet het liever anders: “We moeten vooral niet proberen het mannenvoetbal na te apen. Vrouwenvoetbal trekt sowieso een ander publiek aan. Als we enkel als voorprogramma dienen, gaat dat ten koste van onze eigen identiteit.” Net die aparte identiteit moet de BeNe League gaan ontwikkelen, vindt Vanherle: “We willen graag spelen in kleinere stadions, met een warmere sfeer en een grotere toegankelijkheid van de speelsters.”

Ook op het vlak van marketing ligt nog veel onontgonnen potentieel, zegt Jan Willem van Dop: “We moeten met een schuin oog naar het vrouwentennis kijken en daarvan leren. Zo had ik elk team graag in de vrouwenlijn van een kledingsponsor gezien, maar door belangenconflicten bleek dat moeilijk. Er zijn ook plannen om in beide landen een wekelijks televisieprogramma te maken. Daarin zou, naast samenvattingen, ook de leefwereld van de meisjes aan bod moeten komen. De onderhandelingen lopen nog met zowel Belgacom als Telenet.”

Waarop hopen alle partners over drie jaar terug te blikken? Steven Martens: “We maken ons geen illusies: op tennis en golf na zijn er weinig vrouwensporten die het grote geld aantrekken. Maar: zit het mannenvoetbal aan zijn limiet, dan zit er bij de vrouwen nog ongelooflijk veel groei in. In de eerste plaats willen we naar een andere uitstraling van het vrouwenvoetbal. Het moet frisser, modieuzer, met een eigen waarde los van het mannenvoetbal. Sportief willen we vooruitgang boeken in de Champions League en met de nationale ploegen. Het laatste punt is misschien wel het belangrijkste: de zichtbaarheid moet omhoog, het vrouwenvoetbal moet over de tongen gaan. Stel dat we mensen over drie jaar op straat vragen wie de Bene League gewonnen heeft of hoe de Rode Duivelinnen het doen: als de meesten daarop een antwoord kunnen geven, staan we al heel ver.”

DOOR JENS D’HONDT

“Deze BeNe League is uniek in Europa. De komende drie jaar zijn wij de enige supranationale competitie met het fiat van de UEFA.” Steven Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content