Vijf mediawatchers geven beurtelings hun mening over de voetbalactualiteit : Peter Vandenbempt (VRT-radio), Gui Polspoel (Canal+), Dirk Deferme (VTM), Frank Raes (VRT-tv) en Marc Delire (RTBF-tv). Deze week is Gui Polspoel aan de beurt.

Welke indruk liet Anderlecht jou tegen La Louvière ?

Gui Polspoel : “De indruk van de jongste weken, met dat verschil dat er dit keer werd geknokt : ze lieten de armen niet zo snel zakken. Een zege op karakter. Voor de rest loopt het van geen meter. Soms zie je in een paar combinaties wat het zou kunnen zijn, maar het blijft bij flitsen. Aruna doet zogezegd niet mee, maar was wel betrokken bij de twee goals – ik wil het tegen Standard wel eens zien zónder hem. Ik denk dat deze ploeg eens een aantal weken met dezelfde groep moet kunnen spelen. Tot zolang denk ik niet dat er beterschap kan zijn. Ze hebben La Louvière nooit tegen het doel kunnen drukken. Ik ben de trainer van Anderlecht niet, maar Zewlakow als rechtsmidden… Als hij iets kan, is het verdedigen, maar uitvoetballen ? Laat staan de lijn doen of centers versturen. Dan denk ik dat Vanden Borre daar beter is.”

Hugo Broos maakt barre tijden mee. Hij durfde zelfs niet toe te kijken toen Zetterberg de strafschop nam, dat zegt genoeg.

“Dat weet je, als je nul op twaalf haalt in de Champions League en niet goed speelt. Ik vind dat Anderlecht zichzelf ten onrechte Europese druk heeft opgelegd. Toen je die loting zag, had het moeten reageren met : jongens, we gaan ons best doen, maar we spreken niet over de tweede ronde. Zoals de verhoudingen in het Europese voetbal nu liggen, is het al een enorme stunt mocht Anderlecht als derde eindigen. Hoeveel goeie wedstrijden heeft Anderlecht dit seizoen al gespeeld ? Tegen Benfica en met wat medewerking van de tegenstander ook tegen Lierse. Natuurlijk zijn er de geblesseerden, zoals Tihinen. Aanvankelijk vroeg men zich af of dat nu een speler was die Anderlecht in Finland moest halen, maar neem hem weg en je merkt pas zijn waarde. Broos was zelf ook zo’n speler, net als Leekens en Rutjes. Spelers die nooit ter discussie stonden.”

De conclusie van Georges Leekens na de Europese nederlagen van Anderlecht (5-1) en Beveren (6-1) was : we kunnen niet meer verdedigen.

“Hoe langer hoe meer ploegen in Europa gaan uit van goed verdedigen. De Italiaanse stijl. Ook de Spaanse ploegen, kijk maar naar trainers als Benítez en Irrureta. Organisatie achterin en recuperatie op het middenveld. Dat heb je niet bij Anderlecht en eigenlijk evenmin bij Club Brugge. Hoeveel duo’s hebben ze daar achterin al niet opgesteld ? Al die goals op stilliggende ballen, ik snap dat niet. Je kunt één keer verstrooid zijn, eventueel twee keer, maar keer op keer ? Dan is er een structureel probleem.”

Albert Cartier, trainer van La Louvière, vond het niveau van de wedstrijd tegen Anderlecht niet zo slecht. Volgens hem halen wij ons kampioenschap ten onrechte naar beneden. Akkoord ?

“Nee, en de resultaten in Europa bewijzen het. Ons kampioenschap is zwak, net zoals het Hollandse. Het grote Ajax verliest in Tel Aviv en staat daar ook met drie schamele puntjes. De verschillen worden almaar groter. Cartier wil natuurlijk geen carrière maken in België. Hij haalt hier nu wel goede resultaten, maar in Frankrijk vinden ze wellicht dat het maar België is. Dus zegt hij dat dit een sterke competitie is. Anderzijds is wat hij neerzet met La Louvière toch wel mooi : er staat daar een ploeg.”

Was je verrast door de zware nederlaag van Beveren in Zagreb ?

“Ik zie dat graag. Je kunt je met die ploeg geweldig amuseren, maar het houdt slechts stand in de Belgische competitie. Een competitie die toch niet zo sterk kan zijn, als ik kijk naar het succes van La Louvière en Charleroi, of naar al die gebuisde en werkloze Fransen die hier zomaar kunnen uitblinken omdat ze techniek hebben, tactisch goed geschoold en gedisciplineerd zijn, en goed hun beperkingen kennen. Toyes, dat is de Tihinen van La Louvière : het vuile werk opknappen, bal veroveren en snel weer inleveren, want voetballen kan hij niet. Verschuere, Joly… KV Oostende is zelfs met de Franse jongens die nu in Moeskroen niet aan de bak komen, in eerste klasse geraakt.”

Moeten onze clubs hun scouting nu verleggen van Afrika, Brazilië en Oost-Europa naar Chaudfontaine ?

“Neen, net niet ! Je moet dat Franse systeem analyseren en je afvragen hoe het komt dat die werkloze spelers kwaliteiten hebben die onze zogenaamde toppers niet hebben. Het helpt je niet vooruit nog meer blikken buitenlanders open te trekken. Christ, van Charleroi, speelde vorig seizoen in de Franse vierde klasse bij de ploeg die kampioen werd en is nu basisspeler in onze eerste klasse, bij de ploeg die vijfde staat ! Geen vedette, maar iemand die de basics onder de knie heeft. Dan kom je bij de Franse opleidingscentra en de overheidssteun uit, en dan roept men hier dat onze overheid niks doet. Maar het ís niet de taak van de overheid om zelf met plannen af te komen en ons voetbal beter te maken. Het is de taak van de clúbs om met een goed project naar de overheid te stappen. En dán denk ik dat er steun kan worden gevonden. Zo komen we bij een ander probleem : moet zo’n project uit de liga beroepsvoetbal komen ? Of uit de bond ? Ik vind het goed dat AiméAnthuenis zijn nek uitsteekt, maar eigenlijk is het zijn taak niet. Hij is de bondscoach, geen beleidsmaker. Eigenlijk zegt dat veel over het systeem.”

Is Silvio Proto klaar voor de sprong naar de nationale ploeg ?

“Ik vind dat hij en Peersman er al een paar jaar boven uitsteken. Er valt nog aan te schaven, maar hij is de beste jonge keeper. Een beetje vreemd dat men nu pas aan hem denkt, want we zitten toch al een paar jaar met het gegeven dat we wel goede keepers hebben – ik had bijna gezegd : doordeweekse keepers. Geen jongens die, zoals hun voorgangers, punten pakken voor de nationale ploeg. Peersman blijft wat hangen, maar hij kan het wel worden, en Proto zeer zeker. Ik heb hem al schitterende dingen zien doen, maar hij heeft nog wat hoogten en laagten en werd nog niet geconfronteerd met de druk van een topclub. Hoe hij daarmee omgaat, is absoluut niet te voorspellen.”

Standard versterkte zich met de 31-jarige Kroaat Milan Rapaic.

“Daarbij stel ik me dezelfde vraag als bij Conceiçao. Hoe komt zo’n speler hier terecht ? Ik had mijn twijfels over Conceiçao, maar zag hem, tot zijn blessure, wel groeien. Rapaic is iets ouder, heeft klasse, maar waarom heeft niemand anders hem genomen ? En hoelang heeft hij nodig om op niveau te raken ? Anderzijds had Standard wel iemand nodig op het middenveld. Ik heb nooit goed het vertrek van Bisconti begrepen. Een jongen van Luik die een goed seizoen doormaakte en international werd : hou die toch ! Als deze jongens straks goed spelen, zijn ze komende zomer alweer weg en kun je herbeginnen. Voor de wedstrijd tegen Club Brugge hadden we op Canal+ een gesprek met Michel Preu- d’homme, die een heel ontspannen indruk maakte en zei : ‘Binnenkort is er weer de nieuwjaarsperiode en kunnen wij onze geliefde sport, transfereren, weer beoefenen.’ Ik vond dat zó raar, alsof hij er zich bij heeft neergelegd dat er niks verandert zolang Standard op deze manier wordt geleid.”

Peter T’Kint

‘Het is de taak van de clúbs om met een goed project naar de overheid te stappen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content