Na evenveel wedstrijden doet Doy Perazic nog slechter dan zijn ontslagen voorganger René Desaeyere. De spelers van Antwerp beginnen oprecht te vrezen voor degradatie naar tweede klasse.

Gespierde taal sprak de onbekende Doy Perazic toen hij begin oktober uit de hoge hoed van voorzitter Eddy Wauters werd getoverd als opvolger van de doorgestuurde René Desaeyere. Die laatste moest na een 7 op 24, met daarbij onder andere wedstrijden tegen Club Brugge en Anderlecht, de baan ruimen voor de Montenegrijn, wiens palmares zich beperkte tot samenwerkingen met derde- en vierdeklassers. Na afgelopen weekend had Perazic evenveel wedstrijden gecoacht als zijn voorganger. Zijn balans : 5 op 24, met als bijkomende vaststelling dat de laatste twee thuisduels (tegen Lokeren en AA Gent) van een dramatisch slecht niveau waren. Kortom, het gaat met Antwerp van kwaad naar veel erger.

“We zijn totaal niet in staat een vuist te maken”, stelt Doy Perazic dan ook ontmoedigd vast na acht weken. Hij klinkt almaar somberder. “De realiteit is hard. Het blijft vaak allemaal bij goede intenties voor de wedstrijd. Iedereen komt met een juiste instelling op het veld, maar dan is er geen vervolg. Steeds weer komen dezelfde fouten en gebreken terug. Voorin kunnen we de bal niet bijhouden, op het middenveld is er bijna geen balrecuperatie en in de verdediging stel ik de laatste weken totaal geen kopbalsterkte meer vast. Bovendien hebben de invallers te weinig ervaring om de ploeg naar een hoger niveau te stuwen. Er zijn dringend versterkingen nodig om Antwerp nog te redden.”

Wel, wel. Onder meer die publieke vaststelling kostte René Desaeyere de kop. Is er dan echt geen hoop ? Perazic : “Ik kon nog maar een keer spelen met mijn typeploeg. Dat was thuis tegen Lierse, een partij die we ook wonnen. Sindsdien moest ik altijd schuiven. Telkens mis ik vier tot vijf spelers om uiteenlopende redenen. En met een halve ploeg kan ik geen wonderen verrichten.”

Krijgt Antwerp de rekening van een zuinig aankoopbeleid gepresenteerd of is er meer aan de hand ? Met bij- na identiek hetzelfde team werd vorig seizoen vrij probleemloos het behoud veilig gesteld, maar nu blijkt dat de enkele vertrekkers, Karel D’Haene en Ibrahima Yattara, van groot belang waren.

D’Haene was een zwaar onderschatte voetballer die ideaal was voor de stabiliteit en de organisatie op het middenveld. Het is dan ook volgens sommigen niet toevallig dat de verdedigend ingestelde West-Vlaming nu probleemloos meedraait bij het Turkse Trabzonspor. Yattara was een attractie, een flitsenvoetballer die bij tijd en wijle de tegenstand op een hoopje speelde en daarmee in een wedstrijd of vijf, zes voor punten zorg- de.

Hun vervangers luisteren naar de exotische namen Gabor Bukran, Asanda Sishuba, Csaba Bernath en Mamam Souleymane. De eerste twee werden (niet toevallig) eerder al met een onvoldoende doorgestuurd bij respectievelijk Charleroi en Moeskroen, terwijl de andere twee op het sportieve vlak niet voldoen aan de verwachtingen. Darko Pivaljevic dan weer kan door zijn blessure nog niet echt worden beoordeeld. Bovendien blijkt dat de Manchester-Unitedtalenten David Fox, Colin Heath, Mohammed Cissé (de enige die regelmatig speelt), Yasser Mohammady Hussaine (net als vorig seizoen veel weg met de nationale ploeg van Qatar) en Arthur Gomez ook onder Perazic niet de gewenste versterkingen zijn waarop werd gehoopt.

Het zijn de Belgen Yves Feys, Ha-rald Pinxten, aanvoerder Stefan Leleu, Bernt Evens, Tony Sergeant en Patrick Goots die verondersteld worden de kar te trekken. Ze mochten onlangs allemaal op audiëntie bij voorzitter Eddy Wauters, om samen te zoeken naar de oorzaken van de neerwaartse spiraal. Diep nadenken moesten ze niet. Mede door de financiële beperkingen van de club brengt Antwerp niet langer een ploeg met een strijdershart en een ziel op het terrein, maar een team van voornamelijk goedkope buitenlandse passanten die geen band voelen met de Great Old en slechts uit zijn op een transfer. Afspraken worden op het veld nauwelijks nageleefd en discipline is al langer geen thema meer in de kleedkamer.

Doy Perazic lijkt als trainer evenmin de wonderdokter te zijn naar wie Eddy Wauters op zoek was. Financiële redenen (een prestatiegericht contract tegen minimumvoorwaarden) haalden bij zijn aanwerving de bovenhand op sportieve ambitie. Almaar meer komen volgens de spelers zijn gebreken bovendrijven : hij kent de Belgische eerste klasse onvoldoende, heeft geen echte visie, houdt er vreemde trainingsmethodes op na en staat totaal niet open voor dialoog. Hij greep ook terug naar zaken die eerder al faliekant afliepen. Zo plaatste hij bijvoorbeeld Omar Mussa al eens op het middenveld, terwijl dat onder zijn voorgangers al tegenviel. Niemand van de sportieve staf die het nodig vond om Perazic daar attent op te maken.

Afgelopen zaterdag op Sint-Truiden waren er nog opgemerkte aanpas-singen. Edwin Ouon speelde op het middenveld, terwijl hij zijn beste wedstrijden speelde als rechtsachter. Zijn plaats daar werd ingenomen door Csaba Bernath, een Hongaarse belofte-international die was gehaald als rechtermiddenvelder of spits. Arek Kubik trainde tot vrijdag individueel, maar werd zaterdag tegen Sint-Truiden gewoon in de ploeg gedropt.

Het kan allemaal voor Perazic, die bij de groep bijzonder eigenzinnig overkomt, een koppigaard die liever over chaos en alles is slecht spreekt dan zijn ploeg op een positieve manier te motiveren. Zo ging hij liever niet in op het verzoek van de spelersgroep om op training meer tijd te maken voor wat vrij spel en aandacht te hebben voor positiespel, een groot euvel. Liever trainde hij de dag voor de wedstrijd acht tegen acht over het hele veld, waarbij de spelers geen gekleurde hesjes droegen en ze maar moesten onthouden wie hun ploegmaat was. Een andere nieuwigheid die Perazic introduceerde : spelen op balbezit, maar man tegen man.

Perazic wil geen ontspanning, bij hem moet er keihard gewerkt worden. Zijn richtlijnen bij wedstrijdbesprekingen ? Zorg dat je het duel van je rechtstreekse tegenstander wint : als we dat alle elf doen, kunnen we nooit verliezen. En de tegenstander ? Ach, te verwaarlozen. De verdediging van Sint-Truiden ? Heel traag ! Wij zijn zeer snel ! Jammer genoeg miste dit soort peptalk al te vaak zijn doel.

In de spelersgroep is de angst om te degraderen bijzonder groot geworden. Bij Charleroi verwacht men versterkingen, bij Bergen eveneens, Heusden-Zolder sprokkelt tegenwoordig punten aan de lopende band en Lokeren staat onder zijn waarde geklasseerd. Om voorzitter Eddy Wauters in 2005 een waardig afscheid te geven en de club een mooie 110e verjaardag zal Antwerp uit een heel ander vaatje moeten tappen na nieuwjaar.

door Frédéric Vanheule

Perazic praat liever over ‘chaos’ en ‘alles is slecht’ dan zijn ploeg op een positieve manier te motiveren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content