Pierre-Emerick Aubameyang werd tien dagen geleden verkozen tot Afrikaans voetballer van het jaar. Bij Dortmund ontwikkelt hij zich razendsnel van een man die maar één kunstje beheerste tot wat niemand ooit in hem vermoedde: een gevreesde goalgetter.

Het gebeurt, wanneer trainer Thomas Tuchel in het perszaaltje op het Dortmunder trainingscomplex aan het woord is, dat er een oorverdovend lawaai weerklinkt, alsof vlak naast het gebouwtje een vliegtuig opstijgt. Tuchel weet dat op dat moment Pierre-Emerick Aubameyang aankomt in zijn gouden Lamborghini, maar hij kijkt amper op, ook al rijdt de topschutter van Dortmund sneller dan de toegelaten tien kilometer per uur.

De trainer van Dortmund accepteert de fantasietjes van zijn speler, die hij enkel beoordeelt op zijn input voor het team. En die is op dit moment gigantisch.

Aubameyang mag er dan excentriek uitzien en graag opvallen, hij is geen zelfingenomen man of egotripper. Altijd stelt de nieuwbakken Afrikaanse Voetballer van het Jaar het teambelang voorop. Dat was al zo toen Dortmund hem in de zomer van 2013 voor 13 miljoen euro weghaalde bij Saint-Etienne, waar hij zich na moeizame beginjaren liet opmerken.

Vandaag is de Gabonees, die in Frankrijk opgroeide en bij AC Milan zijn voetbalopleiding kreeg, een van de smaakmakers van de Bundesliga. In eigen huis is hij op weg om de faam te evenaren van Lothar Emmerich,die in 1966 en het jaar daarop bij Dortmund topschutter werd in de Bundesliga (met respectievelijk 31 en 28 goals) en die later bij Beerschot zou voetballen.

Voordien viel Pierre-Emerick vooral op door zijn extravagante kapsels, speciale kleding en brilmonturen, dit jaar is dat vooral door het gemak waarmee hij de vijandelijke verdedigingen doorpriemt. Slechts twee spelers scoorden in het verleden na de heenronde meer competitiegoals voor hun club: Gerd Müller lukte dat drie keer met Bayern (20 goals in 1968/69, eentje minder in 1972/73 en 1976/77) en Peter Meyer,die voor Mönchengladbach 19 goals maakte in 1967/68. Na de heenronde staat Aubameyang op 18 doelpunten in zestien wedstrijden. Met die 18 goals en 4 assists had hij een voet in 46,8 procent van de 47 goals die Dortmund tot dusver in de Bundesliga maakte.

MISTER 70 PROCENT

Met zijn nieuwe contract in juli (dat tot 2020 loopt) nam de sportieve waarde van de aanvaller een niveau aan dat men ook in Dortmund niet meteen voorzien had toen de speler in 2013 bij de geel-zwarten belandde. In die tijd liep ene Robert Lewandowski (vandaag in de spits bij Bayern) in de punt en bleef er voor Aubameyang voorin enkel plaats op de flank, links of rechts. Toenmalig trainer Jürgen Klopp zag nog veel werkpunten bij de Gabonees. ‘Hij moet leren ook gevaarlijk te zijn als hij meer moet doen dan zomaar hard door de vijandelijke verdedigingsgordel sprinten. Anders wordt zijn spel te doorzichtig’, vond de trainer die, volgens de Duitse kwaliteitskrant Süddeutsche Zeitung, in de zomer van 2014 de speler op een lijstje van eventueel te verkopen Dortmundvoetballers gezet zou hebben.

In tegenstelling tot vroeger rekent Aubameyang niet meer alleen op zijn razendsnelle sprints. Het gevolg is dat hij half november al aan één doelpunt per 71 minuten zat, terwijl hij in zijn eerste jaar bij Dortmund amper één keer in 165 minuten scoorde (vorig seizoen één goal per 152 minuten). Vandaag benut Aubameyang zeventig procent van de doelkansen die hij krijgt, nadat hij van de flank doorgeschoven werd naar het centrum van de aanval.

Dat heeft ook te maken met de andere aanpak van Tuchel, die meer dan zijn voorganger Kloppuitgaat van balbezit, een minder krachtrovende manier van voetballen voor de aanvallende spelers van Dortmund. Wie, zoals Aubameyang, vandaag per wedstrijd gemiddeld 9,57 kilometer aflegt tegenover 11,03 een jaar eerder, is frisser voor doel.

AANGENAME JONGEN

Guy Lacombe (60), technisch directeur bij de Franse voetbalbond (hij won zelf in 1984 goud met de Franse olympische ploeg), herinnert zich Pierre-Emerick nog uit de tijd dat hij trainer was van AS Monaco, waar Aubameyang in de zomer van 2010 op uitleenbasis belandde. Twee jaar eerder had de aanvaller zich bij het bescheiden Dijon in de kijker gespeeld, een jaar later kwam hij op het hoogste niveau bij Lille amper aan de bak. ‘Ik wilde hem toch, omdat ik zijn enorme potentieel inschatte. Ik heb hem meteen in de basis gedropt, al geloofden er bij ons weinigen in zijn kwaliteiten. Men vond hem niet efficiënt genoeg, omdat hij in negentien matchen maar twee keer scoorde.’ Toen Lacombe ontslagen werd, stuurde Monaco ook de Gabonese spits weg, die nogmaals uitgeleend werd, dit keer aan Saint-Etienne. Daar speelde hij zich in de kijker, waarop Les Verts hem voor 1,8 miljoen definitief aankochten. Een goeie investering, want in de zomer van 2013 betaalde Dortmund negen keer zoveel voor hem.

‘Pierre-Emerick had alles’, zegt Lacombe. ‘Hij miste, behalve wat ervaring, maar één ding: zelfvertrouwen. Hij had toen al een ongelofelijke ritmeversnelling, al liep het weleens verkeerd voor doel. Er was nog werk aan. Ik zag meteen dat je hem veel last op de schouders mocht leggen en hard kon laten werken. Hij werd nooit moe. Hij was niet alleen razendsnel, hij had toen ook al een goed positiespel. Dat zijn afwerking af en toe te wensen overliet, hoort bij die leeftijd. Daarnaast was hij ook langs het veld een aangename jongen in de omgang. Mijn advies aan de clubleiding was om de koopoptie te lichten, maar dat zagen ze niet zitten.’

Aan zijn moeizame beginjaren heeft Pierre-Emerick Aubameyang zelf naar eigen zeggen geen frustraties overgehouden. Dat het indertijd bij Milan niet lukte, bezorgde hem geen trauma: ‘Milan had toen een wereldploeg met Ronaldo, Pippo Inzaghi, Kaká en Clarence Seedorf. In dat team was het moeilijk om je als zeventienjarige door te zetten.’

Dat hem dit jaar zowat alles lukt, wijt Pierre-Emerick Aubameyang zelf maar aan één ding: ‘Mijn prestaties nu zijn het resultaat van veel zelfvertrouwen. Ik voel me vrij, het is ook veel gemakkelijker voetballen met de beweging om mij heen: bij veel goals moest ik maar mijn voet tegen de bal zetten.’

Telkens als hij scoort, voelt hij zich naar eigen zeggen een beetje zoals de Italiaanse goalgetter Pippo Inzaghi,met wie hij bij Milan nog samenwerkte: ‘Bij elke goal die hij maakte, had je de indruk dat het de allereerste goal in zijn leven was, zo gelukkig was hij er telkens mee. Zo voel ik dat ook.’

DOOR THOMAS HENNECKE, CHRISTIAN PAUL EN GEERT FOUTRÉ – FOTO BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content