‘Het is nu ook voor meisjes sociaal aanvaardbaar dat ze voetballen’, zegt Gunther Bomon, scout van RC Zuid-West. ‘Maar we kunnen nog niet op tegen het buitenland.’

Voor het eerst in jaren zit er weer spanning in de ontknoping van de eerste klasse van het vrouwenvoetbal. Vorig jaar had Wezemaal een straat voorsprong, het jaar daarvoor stond er geen maat op de dominantie van SK Lebeke-Aalst, nadat Eendracht Aalst daarvoor met kop en schouders boven de concurrentie uitstak. Dit seizoen maken nog vier clubs kans op de titel : regerend kampioen Wezemaal, RSC Anderlecht, Eva’s Kumtich en RC Zuid-West. Standard Femina, OH Leuven en Sinai zijn te ver teruggeslagen. Eendracht Aalst gleed de voorbije jaren af naar de middenmoot. SK Lebeke-Aalst bekocht zijn eenmalig succes duur : na de titel volgde een massale uittocht. Vorig jaar verzamelde het slechts drie punten en zakte kansloos. Ook in tweede klasse speelt het geen rol van betekenis meer.

Dat kampioen Wezemaal en vice-kampioen Anderlecht voor de titel strijden, werd vooraf verwacht. Eva’s Kumtich (vorig jaar derde) en Zuid-West (vorig jaar gedeeld vierde samen met Standard) dichtten sneller dan verwacht de kloof met de top.

Trainer van Zuid-West was tot februari 2004 Gunther Bomon, tegenwoordig scout voor de club. Niemand die in het vrouwenvoetbal van de laatste tien jaar beter deed dan de Aalstenaar. Bomon, voorzien van een Heizeldiploma en ooit nog hulptrainer bij de mannen van de inmiddels failliete tweedeklasser Hekelgem, toonde zich in bijna tien jaar trainersschap een garantie voor succes. Liefst vijf keer werd hij met Eendracht Aalst kampioen. In februari vorig jaar zette hij een stap terug : Bomon woont in Aalst en moest nodig meer tijd vrijmaken voor zijn dochter, die in competitieverband zwemt. “We hadden maar één auto en de dagelijkse zwemtrainingen in Aalst waren moeilijk te combineren met de verplaatsing naar Harelbeke.” Zo gaat dat in het onbezoldigde vrouwenvoetbal !

Twee jaar geleden was Aalst nog de voetbalhoofdstad bij de vrouwen. Waarom is dat niet meer zo ?

Gunther Bomon : “Acht jaar lang domineerde Aalst het vrouwenvoetbal. Op een competitie die nog maar 25 jaar bestaat, stelt dat wel iets voor. SK Aalst heeft waarschijnlijk boven zijn stand geleefd. Na de titel volgde de leegloop, zij konden dat niet opvangen omdat ze geen eigen jeugd hadden.

“Bij Eendracht lag de situatie anders, dat was na de fusie een afdeling van de mannenploeg van Eendracht Aalst geworden. Toen kwam er een financiële injectie vanuit de club, onder impuls van de toenmalige voorzitter Goethals en manager Orlans. Toen Eendracht failliet ging, was de afspraak dat de vrouwen zelfbedruipend zouden worden. We zouden sportief een stap terugzetten om de financiële situatie aan te zuiveren. De betere speelsters vertrokken : Femke Maes naar Wezemaal, Nadia Dermul (nu bij Anderlecht) kreeg de kans om naar het buitenland te gaan. Omdat de gemaakte afspraken niet doorgingen, stopte ik. Sinds vorig seizoen heeft de vrouwenploeg van Aalst ook een eigen stamnummer.”

Hoe kwam je bij Zuid-West terecht ?

“Een maand nadat ik gestopt was bij Aalst, belde de secretaris van Zuid-West me. Zij wilden naar aanleiding van het 25-jarig bestaan sportief een stap hoger zetten en meedingen voor een prijs. Toen hun trainer om gezondheidsredenen stopte, nam ik al in november over, ze stonden toen op drie na laatste. Vorig jaar eindigde Zuid-West als vierde, met vier ex-speelsters van SK Aalst.”

Onder wie topschutter Christine Sae-lens. Met haar werd SK Aalst twee jaar geleden kampioen, voorheen maakte ze deel uit van het winning team van Eendracht. Gaat dat zo in het vrouwenvoetbal, dat de betere speelsters rondreizen en de club waar ze dat jaar verblijven met de prijzen gaat lopen ?

“Niet echt. Christine Saelens is afkomstig van Zuid-West. Zij ruilde het toenmalige Kuurne voor Eendracht Aalst. Je hebt niet zo heel veel topspeelsters : op het vroegere SK Aalst na is bijna elke topploeg een mix van een paar ervaren speelsters en eigen jeugd. Er is gewoon geen geld om een hele ploeg weg te kopen, de betaalde sommen zijn zo klein dat die nauwelijks een motivatie vormen om een verre verplaatsing te maken. SK Aalst was geen afspiegeling van het vrouwenvoetbal. Dat houdt niemand vol. Vijftien speelsters aantrekken is niet haalbaar. Ze betaalden voor die politiek ook een prijs : toen de toppers vertrokken, hadden ze niets achter de hand, want ze hadden geen jeugdploegen.”

Moet Zuid-West kampioen worden ?

“Het kan een prijs winnen, maar de bedoeling was na de vierde plaats van vorig jaar opnieuw een stap hoger te zetten. Zuid-West is geen eendagsvlieg. Altijd was het een kweekvijver voor jeugdig talent, maar zodra de jonge speelsters zich lieten opmerken in eerste klasse, werden ze weggeplukt. Daarom wilde men nu versterking, om de eigen jeugdspeelsters te houden, beter te omringen, waardoor ze sterker worden en zo een stap vooruit te zetten. Ook Eendracht Aalst teerde op de doorstroming van de eigen jeugd. Dat gebeurt wel op een andere manier dan bij Zuid-West, dat zeven meisjesteams in competitie heeft, van de allerkleinsten tot het eerste elftal. Bij Eendracht lieten we de meisjes zo lang mogelijk samen met de jongens spelen, omdat ze daar sterker van werden.”

Zijn de topploegen anno 2005 sterker of zwakker dan tien jaar geleden ?

“De basis van de piramide is een stuk breder. Toen ik trainer werd in Aalst, waren er nog geen 10.000 vrouwen aangesloten bij de federatie. Nu is dat aantal verdubbeld. De instapdrempel is verlaagd, het is nu ook voor meisjes sociaal aanvaard dat ze voetballen. Toen ik begon, had ik meisjes die op hun werk niet durfden vertellen dat ze voetbalden, uit schrik voor negatieve reacties. Terwijl Aalst toen toch al een subtopper in eerste klasse was. Het vrouwenvoetbal leefde in een cocon, een eigen wereldje, waar men niet mee naar buiten durfde of wilde komen. Nu beginnen ze ook veel jonger met voetballen. Vroeger had je nauwelijks jeugdploegen bij de vrouwen. Zonder opleiding kan je moeilijk niveau halen.”

Er wordt te weinig getraind in vergelijking met de mannen en het buitenland.

“Dat is het grote probleem. Waarom werden wij met Eendracht een paar keer kort na elkaar kampioen ? Omdat we een voorsprong hadden door het aantal trainingen met de helft op te drijven, van twee naar drie keer per week. De meeste eersteklassers trainen nog altijd maar twee keer per week. Veel vrouwen vinden dat al het maximum omdat ze tijdens hun opleiding niet meer gewend waren. Integendeel : bij de jeugd trainen ze vaak maar één keer. Wat je jong leert, vind je normaal. Wezemaal en Anderlecht trainen al een paar jaar drie keer per week. Dat net zij bovenin spelen, is dan ook geen toeval. De meeste ploegen trainen drie keer tijdens de voorbereiding en stoppen daarmee in september. Geld is geen bijkomende motivatie. In het vrouwenvoetbal vind je geen speelsters die een huis kunnen bouwen met wat ze verdienen. Een beetje extra zakgeld, om meer gaat het niet. Het verschil zie je in interlands : in de ons omringende landen zitten de topspeelsters in een semi-profsysteem. Die domineren ons alleen al op het fysieke vlak. We kunnen niet op tegen het buitenland. Met de topsportscholen wordt nu wel meer aan de basis geschaafd. Probleem is dat de nationale vrouwenploegen bij de senioren fysiek onderuit gaan, omdat de speelsters nadat ze afstuderen weer in een zwart gat vallen en terugvallen op twee trainingen per week.”

In België is Femke Maes absolute top. Wat zou zij in het buitenland doen ?

“Zij kan zeker in de Duitse competitie mee. Ooit kreeg ze een voorstel van een Noorse club toen we ginder voor de Uefacup voetbalden, maar ze koos om hier haar studies af te werken. Marijke Callebaut voetbalt wel in Zweden. Samen met Inge Heiremans van Wezemaal koos zij ervoor om in de VS met een voetbalbeurs te gaan studeren. Inge speelt nu trouwens bij Wolfsburg, maar rijk worden ook zij niet. Als ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien, is dat al een grote luxe”

door Geert Foutré

‘In het vrouwenvoetbal vind je geen speelsters die een huis kunnen bouwen met wat ze verdienen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content