Vijftien ploegen, twee landen, één competitie.

Hoe begin je aan zo’n interlandelijke competitie? Vorig jaar moest het vooral snel gaan en was het wat zoeken, nu weet iedereen wat te verwachten. Het grootste verschil is de kalender. Er is komaf gemaakt met het poulesysteem: alle vijftien ploegen beginnen en eindigen samen in één competitie, verfrissend helder naar Belgische normen. De grootste titelfavorieten zijn nog steeds boven de Moerdijk te zoeken, waar het vrouwenvoetbal al jaren een grote voorsprong heeft. De twee uitgesproken pretendenten zijn titelverdediger Twente, enkele jaren geleden al de eerste (semi)profclub in Nederland, en het ambitieuze Ajax. Dat heeft pas sinds vorig jaar een vrouwenploeg, maar investeerde op korte tijd heel veel in talentenbegeleiding. Het zet ook alle beschikbare media, van Ajax TV tot Twitter, in om dat project in de verf te zetten. Iets wat in België blijkbaar nog verre toekomstmuziek is voor een gerenommeerde club als Anderlecht.

Grote Belgische hoop is opnieuw Standard, dat vorig jaar slechts drie van zijn drieëndertig partijen verloor en er toch in slaagde twee prijzen mis te lopen. De Luikse ploeg strandde in de halve finale van de beker en kwam twee punten tekort om de eerste BeNe League binnen te rijven. Een derde landstitel op rij en bijhorend CL-ticket verzachtten de pijn. Grootste probleem voor de Luikenaars wordt de eivolle kalender, met ook de kwalificatiecampagne voor het WK 2015 in Canada. Standard levert steevast de ruggengraat van het nationale elftal en wordt daardoor extra belast. Dichtste achtervolger wordt allicht Lierse, dat een jong en talentrijk team aanvulde met enkele gevestigde waarden.

In elke provincie een concurrent

Goed nieuws is dat het kransje daar net onder iets groter wordt. Oud-Heverlee Leuven wil een inhaalbeweging maken, zegt technisch coördinator Peter Lembrechts. “Wij willen naar de subtop. Heel belangrijk daarbij is dat we één geheel vormen als club, en alle steun en faciliteiten krijgen van het hoofdbestuur. We mikken niet alleen op België, maar willen ook stap voor stap de kloof dichten met Nederland.”

Ook in West-Vlaanderen beweegt er stilaan iets. Club Brugge bengelde vorig jaar helemaal onderaan in de BeNe League B met slecht 1 gewonnen match op 14. Toch lichtjes gênant voor een club die zich koste wat het kost als winnend merk wil profileren. Enter Heleen Jaques, een sterkhoudster van de Rode Duivelinnen en tot vorig jaar nog profspeelster bij het Duitse Turbine Potsdam. Zij moet haar ervaring uit een Europese topliga toepassen en als speelster en als coördinator een nieuw elan brengen. “Ik ben teruggekeerd omdat ik heel graag met de nationale ploeg naar een groot toernooi wil. De enige manier om daar te geraken, is door het niveau van onze eigen competitie op te krikken. Standard en Lierse zijn al top, nu willen we er in elke provincie een waardige concurrent bij.”

Vorig jaar weken de Brugse vrouwen voor trainingen uit naar Jabbeke en voor wedstrijden naar Aalter, zodat de eigenlijke band met blauw-zwart ver te zoeken was. Dat wordt nu anders, zegt Jaques. “Door de stadionvereisten blijven we in Aalter spelen, maar we trainen tegenwoordig met onze drie ploegen aan het Jan Breydelstadion. Ik voel veel medewerking binnen Club Brugge om mee te gaan in ons verhaal.” Die steun zal nodig zijn, omdat het kostenplaatje met een verdubbeling van de verre verplaatsingen wel flink oploopt. “Wij blijven telkens in Nederland overnachten na een vrijdagavondwedstrijd”, zegt Peter Lembrechts van OHL. “Ik vind het onverantwoord om vermoeide speelsters ’s nachts nog de auto in te duwen. We krijgen ook dit jaar maar 7500 euro van de bond. Dat is net genoeg om de helft van de verplaatsingen te dekken, meer niet. Hopelijk kan het budget omhoog, zodat we onze speelsters wat kunnen ontlasten.” Komt bij dat de vaste speeldagen dit jaar op dinsdag en vrijdag vallen, iets waar veel werkende speelsters erg ongelukkig over zijn.

Wachten op een grote sponsor

Een toelatingsvoorwaarde voor de BeNe League was dat elke vrouwenclub zich moest vastklinken aan een eerste- of tweedeklasser uit het mannenvoetbal. Dat biedt ontegensprekelijk schaalvoordelen, maar bleek het afgelopen jaar ook een tweesnijdend zwaard. Een van de laatste beleidsdaden van Patrick Decuyper bij Zulte Waregem was om de vrouwenploeg terug te trekken uit de BeNe League. Een zware klap voor wat al lang als een van de grootste en beste opleidingsclubs van het land geldt. Nieuwkomer AA Gent Ladies heeft de vrije plek intussen ingenomen. Ook STVV haakte vorige week op het laatste nippertje af omdat het als tweedeklasser niet langer de budgetten had om in een vrouwenploeg te investeren.

Het verhaal van Beerschot is gekend. Na het failliet konden de vrouwen pas na lang afwachten onder dak in Deurne, bij de Royal Antwerp Football Club. Eén speelster, een echte Kielse Rat, kreeg het niet over haar hart om de stap naar de aartsrivaal te zetten en zit nu zonder club. Het toont aan dat de sloepjes van de vrouwenploegen nog te snel kapseizen als de olietankers van de eersteklassers van koers veranderen. Het zou daarom geen kwaad kunnen als de BeNe League zelf ook wat geld in het laatje kon brengen. Maar een jaar na de opstart van de BeNe League is het nog steeds wachten op een grote sponsor die zijn naam aan de competitie verbindt. Als Steven Martens er een ‘hot item’ van maakt om het vrouwenvoetbal sexyer te maken, heeft dat vooral daarmee te maken. Martens komt uit het tennis, waar vrouwen hetzelfde prijzengeld als mannen geëist en gekregen hebben. In het voetbal is die weg nog lang. Vrouwen zitten er op de hoogte van het provinciale voetbal, terwijl ze er veel meer voor moeten opofferen. Ook de media-aandacht en de toeschouwersaantallen, toch twee doelstellingen van deze competitieformule, zijn nog niet geëxplodeerd. Enkel het sportieve niveau is er op een jaar tijd ontegensprekelijk op vooruitgegaan. De BeNe League begint nu aan jaar twee van een driejarenproject. Wat daarna? Dat is voorlopig nog voor iedereen een vraagteken.

DOOR JENS D’HONDT

Een jaar na de opstart van de

BeNe League is het nog steeds wachten op een grote sponsor die zijn naam

aan de competitie verbindt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content