KV Kortrijk doet het dit seizoen veel beter dan verwacht. Iedereen is verrast, behalve Mac the Knife.

G eorgesLeekens slaagt er sinds zijn debuut bij Cercle Brugge in 1984 in om de kleinste teams om te vormen tot een hecht blok dat steevast goede resultaten neerzet. Het voetbal mag in die kwarteeuw dan wel enorm geëvolueerd zijn, Leekens is nog steeds dezelfde gebleven. “Al heb ik nu wel een pak meer ervaring”, vult hij graag aan. “Als beginnende trainer heb je nogal vaak de neiging om te veel druk op de spelers te leggen. Na een tijdje kom je tot het besef dat het beter is om de druk bij de spelers weg te nemen en hem bij jezelf te leggen.”

De aanpak van Leekens is doorheen de jaren amper veranderd en daar is ook geen enkele reden toe, want zijn manier van werken slaat keer op keer aan. “Als je het mij vraagt is de beste formule: hard werken, professioneel zijn, een goede ingesteldheid hebben en altijd willen winnen.” Wanneer we Leekens’ palmares er even bijnemen, zien we bij de vijftien clubteams en de twee nationale ploegen (Rode Duivels van 1997 tot 1999 en Algerije in 2007) een heel aantal punten die vaak terugkeren. Een snelcursus ‘hoe smeed ik een hecht team’.

1. Eis vernieuwing

Leekens: “Toen ik vorige zomer bij Kortrijk terugkwam, leek het wel alsof er niets veranderd was sinds ik er in 1989 vertrokken was. Natuurlijk heb ik een nieuw bureau gevraagd. In deze tijd moet je gewoon over een computer met toegang tot het internet en over een televisietoestel beschikken. Waar moet ik anders mijn wedstrijdanalyses op maken. Moet je weten dat er voor de spelers zelfs geen kamer voorzien was waar ze tussen de trainingen kunnen rusten. Ik kreeg in de voorbereiding zelfs geen hartslagmeters ter beschikking! Kortrijk is toch een club uit eerste klasse, of niet? Ik moet ook een goede technische staf rond mij hebben. De tijd dat een hoofdtrainer alles alleen kon doen is allang voorbij. Hulptrainer Yves Vanderhaeghe en conditietrainer Jean-Luc Van de Weghe waren al bij de club, maar ik ben heel blij dat keeperstrainer Phi-lippe Vande Walle en tweede hulptrainer Rudi Verkempinck er nog aan zijn toegevoegd. Nu ben ik nog op zoek naar versterking voor de medische staf. Als kinesist van opleiding heb ik daar trouwens een zeer goed zicht op.”

2. Trek een dozijn spelers aan

Leekens lijfde de voorbije zomer al vijftien nieuwe krachten in en als het van hem afhangt, zou hij de kern nog wel wat willen versterken. Leekens: “Eind vorig seizoen zijn er veel spelers vertrokken en sommige blijvers waren dan weer uit vorm dus ik moest wel op zoek naar versterking om de degradatie te vermijden. Ik ben het met je eens dat er veel nieuwkomers zijn, maar veel hebben ze niet gekost. Het waren ofwel transfervrije spelers ofwel spelers die hier op uitleenbasis spelen. Het voordeel van die laatste groep is dat ze ons geen euro kosten. Het nadeel is natuurlijk dat we ze dus ook niet kunnen doorverkopen als er interesse zou zijn. Het is niet zo dat ik er per se nog een speler bij wil, maar ik blijf mijn ogen wel openhouden voor mogelijke ‘koopjes’. En ik mag dan fiks geïnvesteerd hebben in het verleden, veel van die spelers hebben we met winst kunnen doorverkopen. Dat was zo voor Mbo Mpenza en Luigi Pieroni bij Moeskroen, Mbark Boussoufa, Nicolas Lombaerts en Guillaume Gillet bij AA Gent en João Carlos en Moussa Maâzou bij Lokeren. Om er maar enkele te noemen.”

3. Leg je eigen stijl op

Bij Leekens komt dat neer op stevige verdedigers, een creatieve spelverdeler en razendsnelle spitsen. Leekens: “In theorie heb je gelijk, maar ik hou natuurlijk ook wel rekening met het aanwezige spelerspotentieel. Volgens mij ben je al een heel eind op weg als je weinig doelpunten incasseert. Een goede doelman en een solide defensie zijn dus uitermate belangrijk. Hein Vanhaezebrouck had hier zijn typische 3-4-3 ingeslepen. Ik geef de voorkeur aan een 4-4-2, al speelden we de voorbije weken ook wel eens in een 4-2-3-1. Ik vind het ook niet erg om met drie centrale verdedigers te spelen, maar dan moet je wel twee flankspelers hebben met elk een paar extra longen. Toch is het vooral belangrijk dat het middenveld goed bevolkt is. Daar worden immers de meeste duels uitgevochten. Onze groep mist wel nog wat kracht op het middenveld. Misschien nog meer dan aan het systeem hecht ik belang aan de goede sfeer in de groep.”

4. Neem oude bekenden mee

Bij Kortrijk speelt Nebojsa Pavlovic voor de derde keer (na Gent en Lokeren) onder het trainerschap van Leekens. Leekens: “Als de speler in kwestie geen club heeft, er niet veel interesse in hem is en ik altijd fijn heb kunnen samenwerken met hem, waarom zou ik hem dan niet terugnemen? Pavlovic is het type speler dat we bij Kortrijk nog niet hadden. Technisch vaardige voetballers hadden we genoeg, maar we hadden geen werkmier die al het vuile werk wil opknappen. Je kunt de redenering overigens ook omdraaien: ik stel vast dat veel spelers die onder mij gewerkt hebben, vaak nog eens met mij willen samenwerken. Dat zal dan wel betekenen dat ze graag met mij samenwerken zeker?”

5. Verzorg je communicatie

“Ik beschouw journalisten als vrienden. Waarom zou ik ruzie met hen willen maken? Ze kunnen me helpen om de club een goed imago te bezorgen. Op dat vlak lijk ik een beetje op Raymond Goethals en Guy Thys. Ik wend mijn bekendheid ook regelmatig aan om nieuwe investeerders aan te trekken. De stad is een grote steun voor de club, maar als Kortrijk voor lange tijd in eerste klasse wil blijven, zullen we ook de steun van het lokale bedrijfsleven goed kunnen gebruiken. Voor een verlengd verblijf in eerste klasse hebben we een nieuw stadion nodig en moeten we ons budget optrekken van vijf naar acht miljoen euro.”

6. Speel je troeven uit

Leekens geeft de voorkeur aan clubs uit de onderste regionen. Hij leidt hen naar de (sub)top en vertrekt steevast op het moment dat de ploegen hun hoogtepunt bereikt hebben. Leekens: “Ik hou wel van een uitdaging. Toen ik in 1995 bij Moeskroen de touwtjes in handen nam, speelde de club nog in tweede klasse. Het was de enige keer dat ik een club uit tweede klasse heb getraind, maar we zijn wel snel gepromoveerd. Kortrijk is op een andere manier eveneens een uitdaging. Vorig seizoen konden ze zich pas op de laatste speeldag van het behoud verzekeren. Ik ben er al heel vaak in geslaagd om een matige middenmoter om te vormen tot een stevige subtopper. Ook na mijn vertrek blijft de club vaak een vaste waarde, op voorwaarde dat ze geen gekke dingen doen uiteraard. Ik ben nog nooit gezakt met een club. Daarom schrikt het me ook niet af om kleinere clubs te trainen. Ik heb trouwens al vier keer met Standard gesproken, maar die onderhandelingen zijn telkens afgesprongen.”

7. Geef je spelers vertrouwen

Een van de specialiteiten van Leekens is het herlanceren van zogenaamd ‘verbrande’ spelers. “Bij Kortrijk lopen er ook enkele rond zoals Glenn Verbauwhede en Laurent Ciman. David Vandenbroek, MohamedMessoudi en Davy De Beule kwamen dan weer niet meer aan de bak bij hun club. Je moet zulke spelers leren dat ze 24 uur per dag profvoetballer zijn. Zonder dat je hen daarom de hele dag door moet controleren natuurlijk. Verbauwhede moest vooral het vertrouwen van de groep terug zien te winnen na de affaire- Mollez ( Verbauwhede zou de zwakke punten van Mollez verklapt hebben aan Björn Vleminckx vlak voor de wedstrijd tegen KV Mechelen, nvdr). Makkelijk was dat niet, maar iedereen verdient een tweede kans en vandaag bewijst Glenn dat hij een goede doelman is. Bij AA Gent heb ik ervoor gezorgd dat de compleet afgeschreven Alin Stoica opnieuw zin in het spelletje kreeg. Alin kende zijn lichaam als geen ander en was een voorbeeldige prof. Hij was vaak als eerste op de club en vertrok altijd als laatste. Zijn grootste nadeel is dat hij zo introvert is. Als hij nog maar vermoedt dat iemand hem geen vertrouwen geeft, klapt hij dicht.”

8. Vorm je spelers om

Nog een specialiteit van Leekens: aanvallers omscholen tot verdedigers – en dan meerbepaald tot rechtsachter. Eerste voorbeeld daarvan was Gordan Vidovic, die nog topschutter was bij Cappellen FC in tweede klasse, maar wel Rode Duivel werd op het moment dat hij bij Moeskroen in de verdediging stond. Ook Sandy Martens en Guillaume Gillet werden bij AA Gent door Leekens omgeturnd tot rechtsachter. Een recenter voorbeeld van bij Kortrijk is Brecht Capon. Leekens: “Rechtsachters zijn in België zeldzaam geworden. Dan moet je inventief zijn. Spelers moeten weten wat ze willen: spelen, maar dan op een plaats die ze misschien niet gewend zijn, of wegkwijnen op de bank. Gillet dacht indertijd dat hij een nummer tien was. Volgens mij is hij vooral iemand die het van de infiltratie moet hebben. En infiltreren kun je ook vanop de rechtsbackpositie, al is de weg naar het doel dan wel iets langer. Brecht heeft zeer snel begrepen dat hij de kwaliteiten heeft om af en toe rechtsback te spelen. Er wordt hem wel eens verweten dat hij niet hard genoeg in duel gaat, dus misschien zal die ervaring hem helpen om in de toekomst ook vooraan wat meer duels te winnen. Maar revolutionair is die aanpak niet hoor. Herinner u Gille Van Binst en Georges Grün, dat waren, voor zover ik weet, ook voormalige spitsen.”

door daniel devos – beelden: michel gouverneur

“Als ik Advocaat zie cumuleren, snap ik helemaal niet meer waarom Moeskroen

mij ontslagen heeft.”

“Journalisten kunnen me helpen om de club een goed imago te bezorgen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content