Het spelersinkomen in België is uiterst complex. Buitenlandse spelers worden erdoor afgeschrikt en Belgische talenten weggejaagd. Twee factoren zijn hiervoor verantwoordelijk.

1. De 18-procentregel

Buitenlandse voetballers in België genieten sinds 2002 van een bijzonder lage aanslagvoet van 18 procent. Dat bezorgt hen een concurrentievoordeel ten opzichte van Belgische spelers, want die vallen voor hetzelfde nettoloon bruto beduidend duurder uit (zie tabel). Anders gezegd : wanneer een club voor beiden hetzelfde budget uittrekt, houdt de Belg netto minder over dan zijn buitenlandse ploegmaat. Dus trekt die Belg naar een beter betalende buitenlandse club. Tenzij hij in Frankrijk of Duitsland gaat wonen, waardoor de fiscus hem als een ‘niet-rijksinwoner’ beschouwt en hij hier ook onder het gunstige belastingregime valt. Deze legale vlucht-route verklaart de massale verhuis van Genkse en Brugse Belgen naar respectievelijk Aken en Rijsel.

Op het belastingvoordeel staat wel een limiet van vier jaar. Daarom moest Nastja Ceh na zijn vierde seizoen weg bij Club Brugge. Niet omdat het tijd was om “frisse lucht op te snuiven” of “een nieuwe uitdaging aan te gaan”, maar gewoon omdat hij bruto te duur werd. Vanaf 1 januari 2008 is het feest helemaal voorbij, want dan verdwijnt de 18-procentregel. Buitenlanders en over de grens gedomicilieerde Belgen zullen van de ene op de andere maand netto een pak minder overhouden, namelijk evenveel als de Belgische rijksinwoner (zie tabel).

2. De groepsverzekering

De groepsverzekering voor voetballers werd door toenmalig minister van Sociale Zaken Jean-Luc Dehaene in het leven geroepen. Om te voorkomen dat voetballers al hun geld opmaken tijdens de loopbaan, wordt een deel van het salaris gestort in een groepsverzekering. Na de carrière, maar ten vroegste op 35 jaar, kunnen ze de volledige premie opvragen. Met die financiële buffer kunnen ze dan de arbeidsmarkt op. Bijkomend voordeel voor voetballers is dat zij veel meer mogen wegzetten dan een gewone burger die aan pensioensparen doet en die maximaal 800 euro per jaar kan sparen.

De meeste buitenlanders in onze competitie zijn passanten en zijn niet geïnteresseerd in zo’n uitgesteld loon. Maak Lucas Biglia maar wijs dat hij hier over dik tien jaar nog eens langs de kassa mag passeren, wat hij overigens persoonlijk moet komen doen. Of Afrikanen zoals Cephas Chimedza, van wie er velen tegen het wettelijke minimumloon spelen en daarvan het gros direct naar hun familie in Afrika opsturen. Het vliegtuigticket kost sommigen meer dan wat hier zoveel jaar later nog op hen ligt te wachten. Veel buitenlanders komen die premie dan ook nooit ophalen, al spoort de administratie hen wel actief op. De verjaringstermijn bedraagt dertig jaar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content